• Acceptatie- en statustesten van radiodiagnostische apparatuur. Aanbevelingen voor te inspecteren parameters

      Bijwaard H; Brugmans MJP; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-10-29)
      In afwezigheid van Nederlandse richtlijnen voor kwaliteitscontroles van moderne (digitale) radiodiagnostische apparatuur, is aangegeven welke apparatuurparameters in ieder geval gecontroleerd moeten worden bij ingebruikname en periodieke controles (zogenaamde acceptatie- en statustesten). Acceptatie- en statustesten vormen een essentieel onderdeel van de kwaliteitsborging van radiodiagnostische apparatuur. Deze kwaliteitsborging moet bijdragen aan een goede beeldkwaliteit ten behoeve van een accurate diagnosestelling en een lage stralingsdosis voor de patient. Voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg is in dit rapport de inhoud van acceptatie- en statustesten onderzocht. Deze blijkt in de huidige Nederlandse praktijk vaak nogal beperkt. Daarom is, grotendeels op basis van internationale richtlijnen en literatuur, een lijst gemaakt van te testen parameters, waarbij parameters zijn geidentificeerd waarvan bekend is dat ze regelmatig tekort schieten. Een groot deel daarvan heeft betrekking op de beeldkwaliteit en is daarmee essentieel voor een accurate diagnosestelling. De parameters die direct van invloed zijn op de patientendosis zijn van speciaal belang voor de patientveiligheid. Voor een aantal van deze parameters kunnen normen zoals beschikbaar uit de internationale literatuur worden gehanteerd, totdat actuele Nederlandse richtlijnen zijn opgesteld.
    • Digitalisering in de radiodiagnostiek: Gevolgen voor de patientveiligheid

      Bijwaard H; Brugmans MJP; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-05-02)
      More and more radiology departments change from conventional to digital imaging techniques. This change can have a beneficial or an adverse effect on the resulting image quality and patient dose. In this report the consequences of a change to digital radiology for patient safety are investigated for the Health Care Inspectorate. Apart from that, the quality assurance of digital systems and their future perspectives are studied. The main conclusion of this research is that the use of digital systems often does not lead to a reduction of patient dose, but that this reduction can be achieved in most cases with some optimization. It is expected that digital systems will become cheaper and better in the near future and some new techniques will emerge. Important advantages of digital radiology are the possibilities for image processing, the transportability of the images, and the fact that every exposure yields an image. Disadvantages are the high costs of changing to digital systems, the lower resolving power, and possibly negligence. Generally, a change to digital systems has severe consequences for the working process. Special protocols for the quality assurance of digital systems are needed. These protocols need to be drawn up when the commissioning tests are carried out, i.e. before clinical use, to prevent problems with image quality and patient dose.
    • Digitalisering in de radiodiagnostiek: Gevolgen voor de patientveiligheid

      Bijwaard H; Brugmans MJP; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-05-02)
      Steeds meer afdelingen radiologie gaan over op digitale beeldvormingstechnieken. Voor beeldkwaliteit en patientendosis kan deze digitalisering zowel voordelig als nadelig uitpakken. Voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn in dit rapport de gevolgen van de toenemende digitalisering in de radiodiagnostiek voor de patientveiligheid in kaart gebracht. Daarbij is ook aandacht besteed aan de kwaliteitsborging van digitale systemen en het toekomstperspectief van nieuwe digitale technieken. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat een omschakeling naar digitale systemen momenteel in de praktijk lang niet altijd in een dosisreductie resulteert, maar dat dat in de meeste gevallen na optimalisatie wel mogelijk is. Voor de nabije toekomst is de verwachting dat digitale systemen beter en goedkoper zullen worden. Ook zullen enkele nieuwe digitale technieken hun opwachting maken. Belangrijke voordelen van digitale technieken zijn dat vrijwel elke exposie een beeld levert, de beeldbewerkingsmogelijkheden en de transporteerbaarheid van de beelden. Daar staan tegenover de hoge kosten van de omschakeling, het lagere oplossend vermogen en mogelijk onzorgvuldig gebruik. Een omschakeling naar digitale technieken betekent ook dat het werkproces verandert. Speciaal op digitale systemen toegesneden protocollen voor kwaliteitsborging zijn daarbij nodig. Om problemen met beeldkwaliteit en patientendosis te voorkomen dienen deze protocollen bij acceptatie van digitale apparatuur, dus voor de klinische ingebruikname, opgesteld te worden.
    • Gegevens over medische stralingstoepassingen: van ziekenhuisenquetes tot zorgverzekeraars

      Meeuwsen EJ; Brugmans MJP; LSO (2003-03-06)
      Lidstaten van de Europese Gemeenschap moeten inzicht hebben in de blootstelling van hun bevolking aan ioniserende straling als gevolg van medische handelingen. Deze regel is vastgelegd in de Europese richtlijn ter bescherming van patienten, die recent in de Nederlandse wetgeving is geimplementeerd. Voor dit doel ontwikkelt RIVM een Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen (IMS). In dit rapport worden voor drie onderwerpen gegevens voor het IMS gepresenteerd als vervolg op een eerdere pilotstudie. Deze drie onderwerpen zijn aantallen verrichtingen, leeftijds- en geslachtopbouw van blootgestelde patienten en de relatie personele bezetting en aantallen verrichtingen. De drie informatiebronnen waar we voor dit rapport uit geput hebben zijn de Enquete Jaarcijfers Ziekenhuizen (EJZ), declaratiegegevens van ziektekostenverzekeraars en de te Personeelssterkte. De gegevens uit de EJZ tonen aan dat het totale aantal rontgen-, en nucleair geneeskundige onderzoeken eind jaren negentig vrij stabiel blijft, respectievelijk 8,5 miljoen en 240 duizend onderzoeken per jaar. Het aantal CT onderzoeken neemt licht toe, ongeveer 1,8% per jaar, tot 494 duizend in 1998. Van ziektekostenverzekeraars zijn declaratiegegevens over 2000 verkregen van ongeveer vier miljoen verzekerden. Deze gegevens geven inzicht in het verband tussen verschillende verrichtingen en de leeftijds-, en geslachtsverdeling van betrokken patienten. De toename van het aantal CT onderzoeken in de tweede helft van de jaren negentig loopt gelijk op met de toename die te verwachten was op grond van bevolkingsgroei en vergrijzing. De aantallen rontgen- en nucleair geneeskundige onderzoeken zijn daarentegen achtergebleven bij de verwachte toename.Met gegevens uit de Enquete Personeelssterkte is gekeken in hoeverre de personele bezetting en het aantal verrichtingen aan elkaar gerelateerd zijn. De relatie tussen het aantal verrichtingen en de personeelssterkte in 1997 laat grote verschillen zien tussen ziekenhuizen, maar de gegevens zijn niet gedetailleerd genoeg om daar conclusies aan te verbinden.
    • Gegevens over medische stralingstoepassingen: van ziekenhuisenquetes tot zorgverzekeraars

      Meeuwsen EJ; Brugmans MJP; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-03-06)
      Member States of the European Union are required to determine the exposure of the population to ionising radiation used in medicine. This requirement, recently been implemented in Dutch legislation, is laid down in an EU Directive on health protection of individuals against the dangers of ionising radiation in relation to medical exposure. To fulfil this requirement, RIVM is developing an information system on medical radiation applications (IMS). Here, the data collection on three issues relevant for the IMS will be presented as a follow-up to a pilot study previously conducted. The issues focus on the number of procedures in hospitals, the age and sex distribution of the exposed patients, and the relationship between staffing in the hospital departments and the number of procedures. The three data sources used in this report are the annual hospital survey (EJZ), data from health insurance companies and the annual survey on staffing in hospitals.The total annual number of medical procedures with ionising radiation in the IMS is (partly) based on information from the EJZ. At the end of the nineties, the annual number of diagnostic x-ray and nuclear medicine procedures was reasonably stable at 8.5 million and 240,000, respectively. The number of CT examinations at that time showed an annual increase of about 1.8 % per year, which was, for example, 494,000 in 1998.Data on health insurance claims, obtained for about 4 million people for the year 2000, provide insight in the distribution of different procedures and also into the age and sex distribution of the patients who undergo these procedures. The age distribution of patients undergoing CT examinations indicates that the increase in these examinations at the end of the nineties corresponded to the increase expected because of the growth and ageing of the population. The number of x-ray and nuclear medicine examinations did not keep up with these demographic developments.The data from the survey on staffing in hospitals in 1997 was used to assess the relationship between the size of the medical staff and the number of medical procedures. Results showed differences between hospitals to be considerable, although the data are not comprehensive enough to draw conclusions from this.
    • Kwaliteitsborging van radiodiagnostische apparatuur: Een inventarisatie van initiatieven in binnen- en buitenland

      Bijwaard H; Brugmans MJP; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-04-14)
      The inventory of current initiatives for the Quality Assurance (QA) and Quality Control (QC) of X-ray equipment reported was undertaken in response to a need for improvement in the QA of radiology departments expressed by the Dutch Health Care Inspectorate. Work on building the inventory started with a literature study and was further developed with the results of interviews with Dutch professionals and survey results from foreign experts. The inventory has led us to a number of conclusions, the most important of which are: European and Dutch regulations do not provide details on how the QA of X-ray equipment should be organised, professional associations need to formulate their own standards for QA. The current Dutch standard for QA of X-ray equipment is out-of-date and restricted to conventional techniques. For development of new guidelines, all professional associations involved will need to commit themselves to the QA of X-ray equipment. For the moment, the Inspectorate should formulate and publish requirements themselves. Now radiology departments are seen to go their own way. Possibilities for financial support from the Dutch government to draw up new standards have diminished. However, inspiration can be found abroad for this in the pioneer work of mainly British institutes, the Institute of Physics and Engineering in Medicine (IPEM), for example. For the final implementation of a new standard broad support will be needed and radiology departments will have to be involved. Multidisciplinary audits could help here if QA of X-ray equipment is involved.
    • Kwaliteitsborging van radiodiagnostische apparatuur: Een inventarisatie van initiatieven in binnen- en buitenland

      Bijwaard H; Brugmans MJP; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-04-14)
      Dit rapport bevat een inventarisatie van initiatieven voor kwaliteitsborging van apparatuur in de radiodiagnostiek. De aanleiding voor dit onderzoek is de constatering van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat de kwaliteitsborging op afdelingen radiologie verbetering behoeft. Voor deze inventarisatie is een literatuurstudie uitgevoerd, zijn interviews gehouden met Nederlandse deskundigen en is een enquete gestuurd naar experts in het buitenland. De belangrijkste conclusies die hieruit voortvloeien zijn de volgende: de wet schrijft niet precies voor wat kwaliteitsborging moet inhouden, de beroepsgroepen moeten daar zelf richtlijnen voor opstellen. Op dit moment is de veldstandaard verouderd en beperkt tot conventionele technieken. Voor de ontwikkeling van nieuwe richtlijnen dient kwaliteitsborging van apparatuur door alle betrokken beroepsverenigingen hoog op de agenda te worden geplaatst. Voorlopig dient de Inspectie voor de Gezondheidszorg zelf eisen te formuleren en openbaar te maken om de kwaliteitsborging toch te kunnen toetsen. Op dit moment gaan afdelingen radiologie hun eigen weg. Voor het opstellen van een actuele veldstandaard voor kwaliteitsborging kan echter efficient gebruik gemaakt worden van het pionierswerk in het buitenland. Om een nieuwe standaard vervolgens geimplementeerd te krijgen is het noodzakelijk daarbij zoveel mogelijk afdelingen radiologie te betrekken. Hierbij kunnen multidisciplinaire visitaties een goed hulpmiddel zijn indien daarbij ook specifiek naar kwaliteitsborging van apparatuur gekeken wordt.
    • Startdocument voor een Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen (IMS)

      Brugmans MJP; Eggink GJ; LSO (1998-12-01)
      Zowel bij de directie Curatieve Somatische Zorg (CSZ) als bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) van het Ministerie van VWS is er behoefte aan een actuele gegevensbasis om structureel inzicht te hebben in de medische stralingsbelasting in Nederland. Dit wordt mede ingegeven door de Euratom richtlijn 97/43, die de lidstaten verplicht om uiterlijk 12 mei 2000 de medische stralingsbelasting van de bevolking te bepalen. In het kader van het onderzoek is geinventariseerd hoe een informatiesysteem dat in deze behoefte voorziet, te realiseren zou zijn. Allereerst zijn de eisen en wensen ten aanzien van zo'n systeem verzameld. Vervolgens is een lijst met vragen opgesteld, die mogelijk aan het systeem gesteld zouden kunnen worden. Hiervan uitgaande is een variant van het systeem beschreven waarmee voldaan kan worden aan de Europese richtlijn. Tevens is aangegeven wat de mogelijkheden van uitbreiding ten opzichte van deze variant zijn. Verder is een indicatie gegeven welke activiteiten nodig zijn om het systeem te realiseren en actueel te houden. Voor het vervolgtraject wordt een gefaseerd plan van aanpak voorgesteld voor de definitie, het ontwerp en de realisatie van het systeem.