• Conditions for health effect calculations on nutritional factors

      Hendriksen M; Hoekstra J; van der A D; Raaij J van; CVG (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2010-07-08)
      Niet beschikbaar
    • Gehoorschade en geluidsblootstelling in Nederland : Inventarisatie van cijfers

      Gommer M; Hoekstra J; Engelfriet PM; Wilson C; Picavet HSJ; P&V; V&Z (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2014-02-14)
      Cijfers gehoorschade en geluidsblootstelling onvoldoende Harde muziek in discotheken, tijdens concerten en via koptelefoons kan, net als lawaai op het werk, blijvende gehoorschade veroorzaken. Het gaat daarbij om minder goed horen, doofheid en blijvend oorsuizen (tinnitus). Er zijn aanwijzingen dat vooral jongeren steeds vaker en op jongere leeftijd worden blootgesteld aan een hoeveelheid geluid die een risico kan vormen. Door het gebrek aan harde gegevens is niet bekend hoe vaak gehoorschade precies voorkomt en of het toeneemt. Blootstelling op jonge leeftijd kan onomkeerbare gehoorschade veroorzaken die mogelijk pas op latere leeftijd aan het licht komt. Voor Nederland ontbreken metingen van blootstelling aan lawaai (in decibellen) en gehoorverlies (audiometrie) over een langere periode. De huidige aanwijzingen zijn gebaseerd op gegevens over blootstelling aan muziek en over gehoorproblemen. Deze zijn ontleend aan vragenlijsten onder jongeren en registraties in de gezondheidszorg. Uit de beschikbare gegevens is niet te ontlenen welke bronnen gehoorproblemen veroorzaken. Wel blijkt uit de vragenlijsten dat zowel de omvang van geluidsblootstelling als de frequentie van oorsuizen na een bezoek aan een muziekevenement hoog is. Oorsuizen is, ook als het tijdelijk is, vaak een eerste indicatie van gehoorschade. Aanbevolen wordt meer inzicht te krijgen in de individuele blootstelling bij jongeren, bronnen van hard geluid, en welke geluidniveaus gehoorschade veroorzaken. Het betrouwbaarste onderzoek naar een trend in de tijd is een Amerikaanse studie waaruit blijkt dat het gehoor bij jongeren van 12 tot en met 19 jaar tussen 1988 en 2006 duidelijk is verslechterd, vermoedelijk door hogere muziekblootstelling. Andere aanwijzingen voor een toegenomen blootstelling aan harde muziek zijn dat muziek makkelijker beschikbaar is door de opkomst van de MP3-speler, en de beleving daarvan ('de bas moet je voelen') veranderd is. Verder is het gebruik van koptelefoons toegenomen en is muziekapparatuur technisch verbeterd waardoor het geluid harder kan staan zonder dat het vervormd raakt. Door gehoorschade hebben mensen een slechtere kwaliteit van leven, beperkingen in het sociaal verkeer en een lagere arbeidsparticipatie.
    • Health gain and economic evaluation of breastfeeding policies : Model simulation

      Buchner FL; Hoekstra J; van Rossum CTM; CVG (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2007-09-21)
      Het beleid om het aantal pasgeborenen dat borstvoeding krijgt te verhogen is niet alleen een maatregel die tot preventie van ziekten leidt maar ook besparingen in de gezondheidszorg kan opleveren. Literatuuronderzoek laat zien dat borstvoeding gunstige gezondheidseffecten heeft, zowel op korte termijn als op lange termijn. Overtuigend bewijs is aanwezig dat borstvoeding bij het kind een beschermend effect heeft op infecties van het maagdarmkanaal, middenoorontsteking, overgewicht en hoge bloeddruk en voor de moeder op reumatische artritis. De gezondheidseffecten en de besparingen in de gezondheidszorg van verschillende interventies op het gebied van borstvoeding zijn gesimuleerd en vergeleken met de huidige situatie. De grootste gezondheidswinst en besparingen kunnen worden bereikt wanneer alle pasgeborenen minimaal zes maanden borstvoeding krijgen. Verder wordt een groter effect bereikt met maatregelen gericht om alle pasgeborenen borstvoeding te laten krijgen dan met maatregelen alleen gericht op het verlengen van de periode van borstvoeding door moeders die dat nu al drie maanden doen. De effecten van het Masterplan Borstvoeding en de nieuwe doelstelling van de Nederlandse overheid voor borstvoeding (de overheid wil promoten dat 85% van de Nederlandse moeders starten met borstvoeding geven en dat na zes maanden nog steeds 25% van de moeders exclusieve borstvoeding geven) zijn ook berekend. Hoewel er vele aannames hierbij gemaakt zijn, is het Masterplan een succesvolle interventie. Wanneer de nieuwe doelstelling van het ministerie voor VWS wordt bereikt, zullen naar verwachting per jaar 1200 DALYs worden gewonnen en 10 miljoen euro netto contante waarde aan kosten van de gezondheidszorg worden bespaard.
    • Kwantificeren van de gezondheidseffecten van voeding

      Buchner FL; Hoekstra J; van den Berg SW; Wieleman F; van Rossum CTM; CVG (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2007-05-22)
      Modelsimulaties geven aan dat met een grotere consumptie van fruit, groente en vis veel gezondheidswinst te behalen is. Dit soort schattingen kunnen worden gebruikt bij de onderbouwing van het voedingsbeleid. Met behulp van het Chronische-Ziekten-Model (CZM) van het RIVM kunnen de gezondheidseffecten op de langere termijn en zorggerelateerde kosten van beleidsdoelstellingen en voedingsinterventies worden doorgerekend. De modelsimulaties geven aan dat met een verhoging van de consumptie van groenten, fruit en vis relatief veel gezondheidswinst te behalen is. Ook blijkt dat ten aanzien van de vetzuursamenstelling de meeste gezondheidswinst inmiddels al is bereikt. Als de gehele Nederlandse bevolking de aanbevelingen voor gezonde voeding zou naleven, overlijden de komende twintig jaar naar schatting 140.000 minder mensen. De totale zorgkosten die anders in 20 jaar worden uitgegeven verminderen dan ongeveer met 3%. Doordat mensen langer leven zullen in de daaropvolgende jaren hun zorgkosten wel toenemen. Het model is ook gebruikt voor doorrekening van twee concrete voedingsinterventies, te weten SchoolGruiten en Werkfruit. Een kind dat deelneemt aan SchoolGruiten zal gemiddeld langer leven (+0,37 jaar) en ook langer gezond blijven. Er worden minder medische kosten op jongere leeftijd gemaakt. Deze kosten worden echter voor een groot deel uitgesteld. Voorwaarde voor de gunstige effecten is dat kinderen na de basisschool structureel meer groenten en fruit blijven eten. Werkfruit is een interventie die zich richt op de fruitconsumptie van werknemers in Nederland. Wanneer dit wordt ingevoerd bij 1 op de 10 werknemers, stijgt naar verwachting de levensverwachting van een 20-jarige met 0,08 jaar en nemen de gezondheidszorgkosten met 0,2 procent af.
    • Natuur en Milieu in de Achterhoek. Toetsing van het Decision Support System "de Natuurplanner" op regionale schaal - een proefproject

      Heer M de; Alkemade JRM; Bakkenes M; Bekhuis FHWM; Bleeker A; Gudden J; Hoekstra J; Pastoors R; Rijken M; Reit HJ; et al. (Provincie Gelderland, 1999-02-01)
      De aanleiding voor deze studie vormde de behoefte bij het Ministerie van VROM om te komen tot operationele methoden, die kunnen bijdragen aan de onderbouwing van het gebiedsgerichte (milieu)beleid op regionale schaal. Het RIVM heeft voor haar nationale planbureau-taken de Natuurplanner ontwikkeld. Dit systeem omvat een keten van modellen waarmee de effecten van abiotische milieucondities (verzuring, verdroging en vermesting) op de flora kunnen worden bepaald. De vier doelstellingen van het project waren: (1) Toetsen van de bruikbaarheid van de uitkomsten van de Natuurplanner op regionale schaal, waarbij de invoergegevens zijn ontleend aan landelijke en landsdekkende registraties en basisbestanden. (2) Nagaan van de mogelijkheden om de gegevensbasis uit te breiden met specifieke gegevens van de provincie Gelderland. (3) Verkennen van de toegevoegde waarde van deze extra informatie ten opzichte van de landelijke gegevens. (4) Verkrijgen van inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de Natuurplanner ter ondersteuning van het proces van beleidsontwikkeling en maatwerk op gebiedsniveau voor de relatie milieu en natuur.
    • Quantification of health effects of breastfeeding - Review of the literature and model simulation

      Rossum CTM van; Buchner FL; Hoekstra J; CVG (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2006-02-14)
      Breastfeeding has positive health effects, with the largest health gain realized through policy that focuses on encouraging all mothers to start breastfeeding. A literature review shows that breastfeeding has beneficial health effects in both the short and the longer term. There is convincing evidence that the incidence of gastrointestinal infections, inflammation of middle ear, obesity and high blood pressure is reduced in breastfed children. Probably breastfed children suffer less from asthma, wheezing, eczema and among them intellectual and motor development is probably enhanced. Breastfeeding is possibly related to a reduction of incidence in Crohn's disease, atopy, diabetes mellitus type I, and leukaemia. Regarding the mother, there is convincing evidence for a protective effect of breastfeeding on rheumatoid arthritis. The incidence of pre-menopausal breast and ovarian cancer is probably lower among mothers who breastfed their infants longer. The health effects of several intervention scenarios are simulated and compared to the present situation. The largest public health gain can be achieved when all newborns get breastfeeding for at least 6 months. Greater public health gain can be achieved by introducing breastfeeding to all newborns than through a policy only focussing on extending the lactation of women already breastfeeding beyond three months.
    • Quantification of health effects of breastfeeding - Review of the literature and model simulation

      van Rossum CTM; Buchner FL; Hoekstra J; CVG (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2006-02-14)
      Borstvoeding heeft positieve effecten op de volksgezondheid. De grootste gezondheidswinst is te behalen door alle pasgeborenen borstvoeding te laten krijgen. Literatuuronderzoek laat zien dat borstvoeding gezonder is dan flesvoeding. Dit geldt voor de directe gezondheid van de zuigeling, maar werkt voor zowel het kind als de moeder ook langer door. Overtuigend bewijs is aanwezig dat infecties van het maagdarmkanaal, middenoorontsteking, overgewicht en hoge bloeddruk minder voorkomen bij (langer) borstgevoede kinderen. (Langer) borstgevoede kinderen krijgen waarschijnlijk minder last van astma, piepen op de borst en eczeem. Bovendien verbetert borstvoeding waarschijnlijk de intellectuele- en motorische ontwikkeling. Het is mogelijk dat borstvoeding beschermt tegen de ziekte van Crohn, atopie, diabetes en leukemie. Voor de moeder is er overtuigend bewijs dat het geven van borstvoeding beschermt tegen reumatische artritis en mogelijk tegen borstkanker voor de overgang en ovariumkanker. Door borstvoeding te promoten kan het voorkomen van verschillende ziekten worden verlaagd. De gezondheidseffecten van verschillende beleidsscenario's zijn geschat met een modelsimulatie. De effecten hiervan zijn vergeleken met de huidige situatie. Vanzelfsprekend is de grootste gezondheidswinst te behalen wanneer alle pasgeborenen minimaal zes maanden borstvoeding krijgen. Verder wordt een groter effect bereikt met maatregelen alleen gericht om alle pasgeborenen borstvoeding te laten krijgen dan met maatregelen alleen gericht op het verlengen van de periode van borstvoeding geven van de moeders die dat nu al drie maanden doen.
    • Vitamine D uit voedingssupplementen : inname, persoons- en gebruikskenmerken

      Geurts M; Verkaik-Kloosterman J; Buurma-Rethans E; Brants H; van Rossum C; van Kranen H; Hoekstra J; P&V; V&Z (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2015-06-12)
      In Nederland nemen weinig mensen meer vitamine D in dan het maximum dat wordt aanbevolen. Wel zijn er supplementen in omloop die meer vitamine D bevatten dan volgens de wet is toegestaan. De supplementen met een hoge dosering worden vooral via internet aangeschaft. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM, dat in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is uitgevoerd. Tot voor kort was weinig bekend over wie in welke mate supplementen met vitamine D gebruikt. Vitamine D stimuleert de opname van calcium uit de darm en zorgt voor sterke botten. Het wordt door de huid aangemaakt onder invloed van zonlicht, maar ook voeding is een bron van vitamine D, zoals vette vis en margarine. De laatste jaren wordt vitamine D in verband gebracht met bijvoorbeeld een verbeterde spierfunctie, een sterker immuunsysteem en een lager risico op (darm)kanker. Wanneer mensen lange tijd heel veel vitamine D innemen, kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid. Er kunnen dan nierstenen ontstaan en kalkafzetting rondom organen en weefsels. De Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) heeft daarom bepaald dat volwassenen maximaal 100 microgram per dag mogen binnenkrijgen. In de Nederlandse wet is vastgelegd dat een voedingssupplement maximaal 25 microgram mag bevatten. Voor dit onderzoek hebben meer dan 55.000 volwassenen online een vragenlijst ingevuld. Hierbij is aanvullende informatie verzameld over persoons- en leefstijlkenmerken. Van de ondervraagden namen 43 mensen (0,08 procent) elke dag meer dan 100 microgram vitamine D in via supplementen. Het zijn vooral vrouwen, vaak met een gemiddeld opleidingsniveau (bijvoorbeeld MBO), die vaker alternatieve genezers bezoeken. Ze gebruiken vaak supplementen die meer dan de wettelijk toegestane hoeveelheid vitamine D bevatten.