• Contra-expertise op bepalingen van radio-activiteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA NV : Periode 2014

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2016-03-23)
      Het RIVM controleert acht keer per jaar de metingen die de Centrale Opslag voor Radioactief Afval (COVRA) verricht in lozingen van radioactiviteit in afvalwater en ventilatielucht. Deze 'contra-expertise' dient als controle op de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA zelf uitvoert. De te analyseren monsters worden verspreid over het jaar door COVRA genomen. In 2014 zijn alle zeven monsters van afvalwater en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd. Doorgaans komen de analyses overeen met de resultaten van de COVRA, zo ook in 2014. De overeenstemming tussen RIVM en COVRA in de gamma-spectrometrische resultaten, de resultaten van de totaal-alfa bepaling, tritiumbepaling en de 14C-bepaling in afvalwater was goed. Hoewel het RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen komen de totaal bèta meetwaarden van het RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA in 2014 redelijk overeen. De overeenstemming tussen het RIVM en COVRA betreffende de ventilatieluchtresultaten van het Afvalverwerkingsgebouw (AVG) en het Hoogradioactief Afval Behandelings- en OpslagGebouw (HABOG) is eveneens goed. Het RIVM heeft de contra-expertises in 2014 uitgevoerd in opdracht van de Kernfysische Dienst van de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT), van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). De KFD is per 1 januari 2015 overgegaan in de organisatie van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. : Periode 2011

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2013-05-01)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses overeen, zo ook de gammaspectrometrieresultaten, de totaal alfa, 3H en 14C resultaten in 2011. Gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen komen de totaal bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA in 2011 goed overeen. De totaal alfa en totaal bèta meetresultaten in ventilatieluchtmonsters van het afvalverwerkingsgebouw komen doorgaans goed overeen. De gammastraler 125I is door RIVM geheel niet, en door COVRA aangetroffen in slechts één ventilatieluchtmonster. 3H en 14C zijn beide aangetroffen met een redelijk tot goede overeenstemming. RIVM heeft een zeer geringe hoeveelheid 131I aangetroffen in ventilatielucht van HABOG. Dit is hoogstwaarschijnlijk afkomstig van het Fukushima reactor ongeval. Zowel RIVM als COVRA hebben verder geen gammastralers, geen totaal alfa of totaal bèta activiteit aangetroffen in ventilatielucht van HABOG. Slechts enkele sporen van 3H en 14C zijn gevonden, met een overwegend goede overeenstemming. Het RIVM heeft in 2011 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht van zowel het afvalverwerkingsgebouw als het HABOG geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. : Periode 2012

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2014-05-08)
      Het RIVM controleert maximaal achtmaal per jaar de metingen van COVRA. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contraexpertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. De overeenstemming in de gammaspectrometrische resultaten, de totaal-alfa, totaal-beta, 3H- en 14C-resultaten in afvalwater was overwegend goed. Gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen komen de totaal bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA in 2012 goed overeen. De overeenstemming tussen RIVM en COVRA betreffende de ventilatieluchtresultaten van AVG en HABOG is eveneens overwegend goed. Het RIVM heeft in 2012 zes afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht van zowel het afvalverwerkingsgebouw als het HABOG geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. : Periode 2013

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2015-06-08)
      Het RIVM controleert maximaal achtmaal per jaar de metingen van COVRA. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contraexpertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. De overeenstemming in de gammaspectrometrische resultaten en de resultaten van de tritiumbepaling was goed. Bij de totaal-alfa, totaal-beta en 14C-resultaten in afvalwater was de overeenstemming redelijk. Gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen komen de totaal bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA in 2013 redelijk overeen. Bij de 14C bepaling was er één afwijkend resultaat waar de oorzaak niet duidelijk is. De overeenstemming tussen RIVM en COVRA betreffende de ventilatieluchtresultaten van AVG en HABOG is eveneens overwegend goed. Het RIVM heeft in 2013 vijf afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht van zowel het afvalverwerkingsgebouw als het HABOG geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2006

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO; mev (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses goed overeen, zo ook de gammaspectrometrieresultaten, de totaal-alfa, 3H en 14C resultaten in 2006. Een enkel verschil in 2006 betreft een lage activiteitsconcentratie voor 22Na in afvalwater. De verschillen in enkele totaal-bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA zijn acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De meetresultaten in ventilatieluchtmonsters komen goed overeen. Het RIVM heeft in 2006 zes afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2007

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO; mev (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses goed overeen, zo ook de gammaspectrometrieresultaten, de totaal-alfa, 3H en 14C resultaten in 2007. Enkele verschillen in 2007 betreffen de nucliden 106Ru en 125Sb, en enkele lage activiteitsconcentraties voor 22Na en 60Co in afvalwater. De verschillen in de totaal-bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA zijn acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De meetresultaten in ventilatieluchtmonsters komen goed overeen. Het RIVM heeft in 2007 zeven afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2008

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO; mev (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses redelijk tot goed overeen, zo ook de meeste gammaspectrometrieresultaten, en de totaal-alfa, 3H en 14C resultaten in 2008. Enkele verschillen in 2008 betreffen lage activiteitsconcentraties voor 22Na, 60Co, 125Sb en 134Cs in afvalwater. De verschillen in de totaal-bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA zijn acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De meetresultaten in ventilatieluchtmonsters komen goed overeen. Het RIVM heeft in 2008 vier afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2009

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO; mev (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses overeen, zo ook de gammaspectrometrieresultaten, de totaal-alfa, 3H en 14C resultaten in 2009. Enkele verschillen in 2009 betreffen de totaal-bèta meetwaarden van RIVM en de restbèta meetwaarden van COVRA. Desondanks is de gehele vergelijking acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De meetresultaten in ventilatieluchtmonsters van het afvalverwerkingsgebouw komen doorgaans goed overeen. De gammastraler 125I is door RIVM en COVRA aangetroffen in slechts één ventilatieluchtmonster. De overeenstemming is redelijk. 3H is aangetroffen met een redelijke overeenstemming, en 14C met een goede overeenstemming. Zowel RIVM and COVRA hebben geen gamma-stralers, geen totaal-alfa of totaalbeta activiteit aangetroffen in ventilatielucht van HABOG. Slechts enkele sporen van 3H en 14C zijn gevonden, met een goede overeenstemming. Het RIVM heeft in 2009 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2010

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO; mev (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-09-24)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses overeen, zo ook de gammaspectrometrieresultaten, de totaal alfa en 3H resultaten in 2010. Enkele verschillen in 2010 betreffen de totaal bèta meetwaarden van RIVM en de restbèta meetwaarden van COVRA. Desondanks is de gehele vergelijking acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De overeenstemming in de 14C resultaten in afvalwater is wat minder goed dan voorgaande jaren. De totaal alfa en totaal bèta meetresultaten in ventilatieluchtmonsters van het afvalverwerkingsgebouw komen doorgaans goed overeen. De gammastraler 125I is door RIVM en COVRA aangetroffen in slechts één ventilatieluchtmonster. De overeenstemming is goed. 3H en 14C zijn beide aangetroffen met een goede overeenstemming. Zowel RIVM and COVRA hebben geen gammastralers, geen totaal alfa of totaal bèta activiteit aangetroffen in ventilatielucht van HABOG. Slechts enkele sporen van 3H en 14C zijn gevonden, met een overwegend goede overeenstemming. Het RIVM heeft in 2010 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht van zowel het afvalverwerkingsgebouw als het HABOG geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA NV : Periode 2015

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2017-02-28)
      Het RIVM controleert acht keer per jaar de metingen die de Centrale Opslag voor Radioactief Afval (COVRA) verricht in lozingen van radioactiviteit in afvalwater en ventilatielucht. Deze 'contra-expertise' dient als controle op de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA zelf uitvoert. De te analyseren monsters worden verspreid over het jaar door COVRA genomen. In 2015 zijn alle drie de monsters van afvalwater en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd. Doorgaans komen de analyses overeen met de resultaten van de COVRA, zo ook in 2015. De analyses van het RIVM en COVRA in de gamma-spectrometrische resultaten, de resultaten van de totaal-alfa bepaling, tritiumbepaling en de 14C-bepaling in afvalwater kwamen goed overeen. Hoewel het RIVM en COVRA verschillende meetprincipes gebruiken, komen de totaal bèta- meetwaarden van het RIVM en de rest bèta-meetwaarden van COVRA in 2015 goed overeen. Ook kwamen de analyses van het RIVM en COVRA betreffende de ventilatieluchtresultaten van het Afvalverwerkingsgebouw (AVG) en het Hoogradioactief Afval Behandelings- en OpslagGebouw (HABOG) goed overeen. Het RIVM heeft de contra-expertises in 2015 uitgevoerd in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele - Periode 2006

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2009-03-13)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2006. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in Ventilatielucht met een korte halfwaardetijd (enkele uren of dagen). Deze verschillen komen voort uit de manier waarop de monstername wordt uitgevoerd en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. Het RIVM heeft in 2006 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar gedurende een week zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele : Periode 2011

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2013-05-01)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2011. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in afvalwater met een grote neiging tot adsorptie aan vaste deeltjes. Deze verschillen komen voort uit de inhomogene verdeling van activiteit in een watermonster en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. De vergelijking in de 3H data in afvalwater was accepTabel, maar kan nog verbeterd worden. In ventilatielucht is de overeenstemming in 2011 doorgaans goed, met uitzondering van 14C. Het RIVM heeft in 2011 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar gedurende een week door KCB zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele : Periode 2012

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2014-05-08)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2012. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in afvalwater met een grote neiging tot adsorptie aan vaste deeltjes. Deze verschillen komen voort uit de inhomogene verdeling van activiteit in een watermonster en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. De vergelijking in de 3H data in afvalwater was redelijk, maar kan nog verbeterd worden.<br> <br>In ventilatielucht is slechts in twee monsters door RIVM een zeer lage concentratie aan 131I aangetroffen en wel onder de detectiegrens van KCB. De data voor 3H en 14C in ventilatielucht zijn vertraagd door de tijdrovende validatie van de uitstookmethode door het RIVM. Deze data worden in 2014 door RIVM gerapporteerd.<br> <br>Het RIVM heeft in 2012 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar gedurende een week door KCB zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, Ministerie van Infrastructuur en Milieu.<br>
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele : Periode 2013

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2015-06-08)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2013. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in afvalwater met een grote neiging tot adsorptie aan vaste deeltjes. Deze verschillen komen voort uit de inhomogene verdeling van activiteit in een watermonster en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. De vergelijking in de 3H data in afvalwater was duidelijk beter dan het voorgaande jaar. In ventilatielucht is slechts in vier monsters door RIVM een zeer lage concentratie aan 131I aangetroffen; driemaal onder de detectiegrens van KCB en éénmaal met een goede overeenkomst tussen KCB en RIVM. De data voor 3H en 14C in ventilatielucht worden in 2015 door RIVM in een separaat briefrapport gerapporteerd. Het RIVM heeft in 2013 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar gedurende een week door KCB zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele : Periode 2014

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2016-03-23)
      RIVM controleert acht keer per jaar de metingen die de kerncentrale Borssele (KCB) verricht in lozingen van radioactiviteit in afvalwater en ventilatielucht. Deze 'contra-expertise' dient als controle op de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale zelf uitvoert. De te analyseren monsters worden verspreid over het jaar door Borssele genomen. Doorgaans komen de analyses overeen met de resultaten van Borssele, zo ook in 2014. Enkele verschillen waren zichtbaar bij radionucliden in afvalwater. De vergelijking in de 3H data was wat minder goed dan in het voorgaande jaar. In ventilatielucht hebben zowel RIVM als KCB geen enkele gamma-activiteit boven de detectiegrens aangetroffen. De overeenstemming in 3H en 14C ventilatielucht, bemonsterd met een zeolietpatroon, in het tweede en derde kwartaal van 2014 was redelijk tot goed. Dit is een duidelijke verbetering in vergelijking met voorgaande jaren. Het RIVM heeft de contra-expertises in 2014 uitgevoerd in opdracht van de Kernfysische Dienst van de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT), van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). De KFD is per 1 januari 2015 overgegaan in de organisatie van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele : Periode 2015

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&M; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2017-02-28)
      RIVM controleert acht keer per jaar de metingen die de kerncentrale Borssele (KCB) verricht in lozingen van radioactiviteit in afvalwater en ventilatielucht. Deze 'contra-expertise' dient als controle op de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale zelf uitvoert. De te analyseren monsters worden verspreid over het jaar door Borssele genomen. Doorgaans komen de analyses overeen met de resultaten van Borssele, zo ook in 2015. Enkele verschillen waren zichtbaar bij radionucliden in afvalwater. De vergelijking in de 3H data was iets verbeterd vergeleken met de voorgaande rapportage. In ventilatielucht hebben zowel RIVM als KCB geen enkele gamma- activiteit boven de detectiegrens aangetroffen. De analyses in 3H en 14C ventilatielucht, bemonsterd met een zeolietpatroon, in het eerste en tweede kwartaal van 2015 kwamen goed overeen. Dit is vergelijkbaar met de verbetering die in 2014 is ingezet. Het RIVM heeft de contra-expertises in 2015 uitgevoerd in opdracht van van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele. Periode 2007

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2007. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in ventilatielucht met een korte halfwaardetijd (enkele uren of dagen). Deze verschillen komen voort uit de manier waarop de monstername en de meting wordt uitgevoerd en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. Het RIVM heeft in 2007 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar en voor wat betreft ventilatielucht gedurende een week door KCB zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele. Periode 2008

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2008. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in ventilatielucht met een korte halfwaardetijd (enkele uren of dagen). Deze verschillen komen voort uit de manier waarop de monstername en de meting wordt uitgevoerd en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. Het RIVM heeft in 2008 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar en voor wat betreft ventilatielucht gedurende een week door KCB zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele. Periode 2009

      Kwakman PJM; Overwater RMW; LSO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2009. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in ventilatielucht met een korte halfwaardetijd (enkele uren of dagen). Deze verschillen komen voort uit de manier waarop de monstername en de meting wordt uitgevoerd en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. De overeenstemming in de activiteitsconcentratie van gamma-stralers in afvalwater was redelijk. Voor 3H was de overeenstemming goed. RIVM trof een zeer lage activiteit aan van 90Sr waar KCB dat niet vond. Enkele grote verschillen die aangetroffen zijn in 2009 betreffen de aanwezigheid van 3H in de ventilatieluchtmonsters. Het RIVM heeft in 2009 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar en voor wat betreft ventilatielucht gedurende een week door KCB zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    • Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de voormalige kerncentrale Dodewaard : Periode 2012

      Kwakman PJM; Overwater RMW; M&amp;M; M&amp;V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2014-05-08)
      Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de uit bedrijf genomen kernenergiecentrale Dodewaard. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in ventilatielucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kernenergiecentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in de periode 2012. RIVM en de kernenergiecentrale vonden geen gamma-stralers in ventilatielucht.<br> <br>De kernenergiecentrale is sinds 1997 buiten bedrijf en is in juli 2005 in de fase Veilige Insluiting overgegaan. Het voornemen is om de kernenergiecentrale over veertig jaar, als de radioactiviteit sterk is afgenomen, te ontmantelen. RIVM heeft in de periode 2012 acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd op gamma activiteit, die verspreid over het jaar zijn genomen. Tevens is er in monsters van ventilatielucht de activiteit van 3H bepaald. Er is door RIVM geen gamma-activiteit, en slechts een zeer geringe 3H activiteit aangetroffen. Hoogstwaarschijnlijk zijn deze minieme 3H sporen afkomstig uit de poriën van het gebouw zelf. <br> <br> Er is geen afvalwater geloosd in de periode 2012. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.<br>