• Adverse health effects of cigarette smoke: aldehydes Crotonaldehyde, butyraldehyde, hexanal and malonaldehyde

      van Andel I; Sleijffers A; Schenk E; Rambali B; Wolterink G; van de Werken G; van Aerts LAGJM; Vleeming W; van Amsterdam JGC; TOX (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2006-07-28)
      Er zijn meer toxicologische gegevens nodig om een goede risicoschatting van de gezondheidseffecten van aldehyden te maken. Ook moet meer onderzoek verricht worden naar de combinaties van toegevoegde stoffen in tabak onderling en met tabak zelf. Aldehyden ontstaan in sigarettenrook door verbranding van tabak en de aan tabak toegevoegde ingredienten. Dit rapport beschrijft de gegevens van een literatuurinventarisatie over de gezondheidseffecten van blootstelling aan de volgende aldehyden: crotonaldehyde, butyraldehyde, hexanal en malonaldehyde. Uit de beschikbare gegevens komt naar voren, dat crotonaldehyde de trilhaarfunctie van het long-epitheel in vitro remt. Voorts geeft crotonaldehyde irritatie van de ogen, huid en luchtwegen. Butyraldehyde, hexanal en malonaldehyde lijken minder toxisch, hoewel er onvoldoende data beschikbaar zijn voor een afdoende humane risicoschatting. Gegevens over de verslavende effecten van en de effecten na gecombineerde blootstelling aan deze aldehyden zijn niet beschreven.
    • Comparison of measured NH4 level and NO emission to declared tar and nicotine values of hundred cigarette brands

      Brunt TM; Verlaan APJ; Cleven RFMJ; Rambali B; Vleeming W; LEO; LAC; LPI (2003-07-04)
      De algemene hypothese bestaat dat NH4 gehalte in sigaretten en NO concentratie in sigarettenrook de nicotine beschikbaarheid in de longen beinvloedt en daardoor ook een factor speelt bij de tabaksverslaving. Een correlatie tussen het NH4 gehalte, de NO emissie en de gedeclareerde nicotine waarde kan gebruikt worden om de hypothese te ondersteunen. Het doel van dit rapport is om na te gaan of er een onderlinge correlatie bestaat tussen het NH4 gehalte, de stikstofoxide concentratie en de gedeclareerde teer en nicotine waarden. In dit rapport werden ammonium gehaltes in sigaretten en stikstof oxide (NO) in sigarettenrook van 100 verschillende sigaretten soorten bepaald. Het NH4 gehalte van de sigaretten werd via een extractiemethode bepaald. NO concentratie in sigarettenrook werd met behulp van rookmachine en een NO-analyser bepaald. De gedeclareerde teer en nicotine waarden werden afgelezen op de sigaretten verpakking. Om de correlaties tussen de sigaretten parameters te onderzoeken, werden de NH4, NO, teer en nicotine resultaten in grafieken in functie van elkaar uitgezet en de correlatie coefficienten berekend. Er werd een positieve correlatie gevonden tussen de teer en nicotine waarden (r2 = 0.95). Verder werd een zwakke correlatie tussen de gemeten NO concentratie en de gedeclareerde teer waarde gevonden (r2 = 0.47). Het NH4 gehalte was niet gecorreleerd met een van de parameters. De 100 verschillende soorten sigaretten werden onderverdeeld in verschillende groepen en deze groepen werden met elkaar vergeleken aan de hand van de NH4 gehalte, NO concentratie en de ratio tussen teer/nicotine. De merken werden onderverdeeld in de volgende groepen: filter/geen-filter sigaretten menthol/geen menthol filter sigaretten light of regular filter sigaretten De NO concentratie in sigarettenrook van menthol en light filter sigaretten waren significant lager dan van niet-menthol en van regular filter sigaretten. De ratio teer/nicotine was significant hoger in light sigaretten dan in regular sigaretten. In deze studie hebben we een zwakke correlatie gevonden tussen de NO emissie en de gedeclareerde teer waarde, terwijl het NH4 gehalte niet was gecorreleerd met een van de parameters. Het NH4 gehalte was wel kenmerkend voor het sigaretten merk. De correlaties gevonden in deze studie zijn onvoldoende om gebruikt te worden voor onderbouwing van de hypothese dat toegevoegd NH4 of NO emissie de nicotine beschikbaarheid in de longen beinvloedt.
    • Comparison of measured NH4 level and NO emission to declared tar and nicotine values of hundred cigarette brands

      Brunt TM; Verlaan APJ; Cleven RFMJ; Rambali B; Vleeming W; LEO; LAC; LPI (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-07-04)
      The general hypothesis exists that NH4 level in cigarettes and NO level in cigarette smoke do affect the nicotine availability in the lungs and subsequently play a role in the tobacco addiction. The objective of this report was to investigate whether correlations exist between the cigarette parameters: NH4 level, NO emission and the declared tar and nicotine values. These correlations can be used to support the postulated hypotheses. In this report the NH4 amount in cigarettes was determined by a wet-extraction method. The NO emission was determined by means of a smoking machine and an NO-analyser. The declared tar and nicotine values were read from the packages. he correlation was investigated by plotting the values of the cigarette parameters against each other and determining the respective correlation coefficient (r2). There was a positive correlation between the declared tar and the nicotine value (r2 = 0.95). Also, the NO emission and the tar value seems to be correlated with each other (r2 = 0.47). The NH4 amount did not correlated with any parameters. Furthermore, the 100 different cigarette brands were divided in several subsets. These subsets were:filter/non-filter cigarettes menthol/non-menthol filter cigarettes light/regular filter cigarettes Next, differences were examined within NH4 level, NO emission and ratio tar/nicotine between the subsets of the cigarette brands. The NO emission was significantly lower by menthol and by light filter cigarettes compared with NO emission by non-menthol and by regular cigarettes. The ratio tar/nicotine of regular cigarettes was significantly lower compared with that of light cigarettes. This study showed that the NH4 level in cigarettes is related to the cigarette brand. NO emission is weakly related to the declared tar value, probably due to the used tobacco raw material. The results of the present study do not support the hypotheses that added NH4 increases NO in smoke and subsequently contributes to an increased uptake of nicotine by NO-induced dilatation of airways and blood vessels.
    • The Contribution of cocoa additive to cigarette smoking addiction

      Rambali B; van Andel I; Schenk E; Wolterink G; van de Werken G; Stevenson H; Vleeming W; TOX; SIR; LVM; et al. (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-05-07)
      In dit rapport wordt de mogelijke bijdrage van cacao aan rookverslaving beschreven. Cacao wordt aan tabak toegevoegd om de smaak te verbeteren. Daarnaast bevat cacao tal van psychoactieve stoffen die mogelijk bijdragen aan rookverslaving Dit literatuuronderzoek beschrijft de blootstelling, farmacologie, farmacokinetiek, toxicologie, interacties en verslavende eigenschappen van de tien meest bekende stoffen in cacao. De onderzochte stoffen zijn theobromine, caffeine, serotonine, histamine, tryptofaan, tryptamine, tyramine, fenylethylamine, octopamine en anandamide. Deze stoffen komen ook via dranken en voedsel het lichaam binnen of worden door het lichaam zelf aangemaakt. Dit rapport laat zien dat de aan roken gerelateerde blootstelling aan de psychoactieve stoffen uit cacao gering is ten opzichte van de inname via voeding en dranken en/of de lichaamseigen productie van deze stoffen. Een systemisch effect lijkt derhalve onwaarschijnlijk ook al omdat lichaamseigen stoffen snel worden afgebroken. Daarnaast kunnen deze stoffen, omdat ze geinhaleerd worden, een direct effect op de luchtwegen hebben. Daarmee zou de opname van nicotine beinvloed kunnen worden. De nicotine opname zou bijvoorbeeld kunnen toenemen via luchtwegverwijding door theobromine en cafe6ne of kunnen afnemen door luchtwegvernauwing door histamine. Dit rapport laat zien dat de aan roken gerelateerde blootstelling aan deze stoffen waarschijnlijk te gering is voor een direct effect op de luchtwegen. Verder dient te worden opgemerkt dat de hoeveelheid tryptamine, tyramine en fenylethylamine die via cacao wordt toegevoegd verwaarloosbaar is ten opzichte van de hoeveelheid die in tabak zelf aanwezig is. Tot slot is aandacht besteed aan de verbrandingsproducten van cacao. Amine verbindingen als serotonin, tryptofaan, tyramine, tryptamine en fenylethylamine vormen tijdens het roken stoffen die het enzym mono amine oxidase (MAO) remmen. MAO-remmers hebben een anti-depressieve werking en kunnen op die manier bijdragen aan rookverslaving. De conclusie van dit literatuur onderzoek is dat de afzonderlijke psychoactieve stoffen in tabak als gevolg van toevoeging van cacao niet direct bijdragen aan rookverslaving. De verbrandingsproducten van cacao doen dit, via remming van het enzym mono amine oxidase, mogelijk wel. Ook de smaak van cacao wordt geassocieerd met verslaving. De literatuur biedt geen inzicht in het effect op gezondheid en verslaving van het inhaleren van de combinatie van de 10 onderzochte stoffen uit cacao.<br>
    • The health- and addictive effectes due to exposure to aldehydes of cigarette smoke. Part 1; Acetaldehyde, Formaldehyde, Acrolein and Propionaldehyde

      van Andel I; Schenk E; Rambali B; Wolterink G; van de Werken G; Stevenson H; van Aerts LAGJM; Vleeming W; LEO; LGM; et al. (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-04-01)
      In deze literatuurstudie worden de gezondheids- en mogelijke verslavende effecten van blootstelling aan aldehyden ten gevolge van het roken van sigaretten beschreven. Dit literatuuronderzoek richt zich met name op acetaldehyde, formaldehyde, acrolein, en propionaldehyde. Alle aldehyden veroorzaken pathologische schade aan de luchtwegen en bereiken hoge piekconcentraties in de luchtwegen tijdens het roken. In ratten leidt een gecombineerde blootstelling aan de genoemde aldehyden tot een significante toename van de schade aan de luchtwegen en tot een afname van de ademfrequentie. Bij lage concentraties wordt als gevolg van combineren geen potentiering van de schade gezien. Onduidelijk is of tijdens het roken van sigaretten, waarbij hoge piek concentraties ontstaan, potentiering van de schade optreedt. Alhoewel er vanuit dierexperimenteel onderzoek aanwijzingen zijn dat met name acetaldehyde verslavende eigenschappen heeft, is in de geraadpleegde literatuur geen onderbouwing gevonden voor verslaving aan ge6nhaleerde aldehyden.<br>