• Quality control of antacid preparations: Up-dating the RIGO-method using standard USP dissolution test apparatus

      van Riet-Nales DA; van Aalst P; de Kaste D; Derks HJGM; LGO (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-10-09)
      In 1976 bleek uit de literatuur, dat de werkzaamheid van een antacidum werd bepaald door de neutralizatiesnelheid, de maximaal bereikte pH en de werkingsduur. Een pharmacopee methode die met deze drie criteria rekening hield, ontbrak. Het RIGO ontwikkelde daarom een methode voor de in-vitro bepaling van de activiteit van antacida, inclusief specificaties, die met deze criteria rekening hield. De effectiviteit van een antacidum werd in Nederland voldoende geacht door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), als dit voldeed aan de RIGO specificaties bij testen met de RIGO methode. Dit beleid is nog steeds van toepassing, ondermeer omdat een pharmacopee methode die met deze drie criteria rekening houdt, nog steeds ontbreekt. De RIGO methode dient echter geevalueerd te worden in het licht van het huidige stand van de wetenschap. Door de introductie van de decentrale en centrale procedures is er een groeiende behoefte aan een Europees draagvlak voor het CBG-beleid. Omdat de RIGO methode gebruik maakt van niet commercieel verkrijgbare apparatuur, is tevens onderzocht of de methode gestandaardiseerd kon worden door gebruik te maken van de USP dissolutie test apparatuur. De USP apparatuur bleek een goed alternatief te zijn. De nieuw ontwikkelde (en gevalideerde) methode wordt beschouwd als een een goed uitgangspunt voor een geharmoniseerde Europese monografie voor de kwaliteit van antacida.<br>