• Adipocytolyse door subacute injectie van Lipostabil : Literatuurstudie

      van Aerts LAGJM; BMT (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-04-15)
      Op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft het RIVM een literatuurstudie uitgevoerd naar de preklinische veiligheidsaspecten van adipocytolyse door subcutane injectie van Lipostabil, vaak aangeduid als 'injectie lipolyse'. De hoofdbestanddelen van Lipostabil zijn fosfatidylcholine (PC) en natriumdeoxycholaat (DC). De werking van Lipostabil berust niet op bevordering van de lipolyse (enzymatische vetafbraak) door PC maar op cytolyse als gevolg van de detergerende eigenschappen van DC. Deze chemische eigenschap van DC is niet specifiek voor vetcellen. Ook andere celtypen lyseren door blootstelling aan DC. De weefselschade die ontstaat, leidt tot een acute ontstekingsreactie in het vetweefsel (panniculitis) en uiteindelijk tot vorming van bindweefsel (fibrose). Gewoonlijk blijven deze effecten beperkt tot het vetweefsel waar Lipostabil is geïnjecteerd. Echter wanneer DC in voldoende concentratie doordringt tot het omliggende spier- of huidweefsel, kunnen deze weefsels ook beschadigd raken.
    • Adverse health effects of cigarette smoke: aldehydes Crotonaldehyde, butyraldehyde, hexanal and malonaldehyde

      van Andel I; Sleijffers A; Schenk E; Rambali B; Wolterink G; van de Werken G; van Aerts LAGJM; Vleeming W; van Amsterdam JGC; TOX (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2006-07-28)
      Er zijn meer toxicologische gegevens nodig om een goede risicoschatting van de gezondheidseffecten van aldehyden te maken. Ook moet meer onderzoek verricht worden naar de combinaties van toegevoegde stoffen in tabak onderling en met tabak zelf. Aldehyden ontstaan in sigarettenrook door verbranding van tabak en de aan tabak toegevoegde ingredienten. Dit rapport beschrijft de gegevens van een literatuurinventarisatie over de gezondheidseffecten van blootstelling aan de volgende aldehyden: crotonaldehyde, butyraldehyde, hexanal en malonaldehyde. Uit de beschikbare gegevens komt naar voren, dat crotonaldehyde de trilhaarfunctie van het long-epitheel in vitro remt. Voorts geeft crotonaldehyde irritatie van de ogen, huid en luchtwegen. Butyraldehyde, hexanal en malonaldehyde lijken minder toxisch, hoewel er onvoldoende data beschikbaar zijn voor een afdoende humane risicoschatting. Gegevens over de verslavende effecten van en de effecten na gecombineerde blootstelling aan deze aldehyden zijn niet beschreven.
    • The health and addiction risk of the glycyrrhizic acid component of liquorice root used in tobacco products

      van Andel I; van de Werken G; Wolterink G; van Aerts LAGJM; Stevenson H; Vleeming W; LEO; BMT; CRV; LVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-10-24)
      In dit rapport worden de gezondheids- en mogelijke verslavende effecten van het gebruik van zoethoutpreparaten als conditionerings- en smaakstof in tabaksproducten geevalueerd. Gebaseerd op literatuuronderzoek worden de blootstelling, farmacologie, farmacokinetiek, toxicologie, als ook de verslavende aspecten van glycyrrhizinezuur beschreven, de belangrijkste biologisch actieve component in zoethoutpreparaten.De hoeveelheid glycyrrhizinezuur in sigarettenrook en tabak is onbekend. Het lijkt niet waarschijnlijk dat de opname van glycyrrhizinezuur door het roken van tabaksproducten groter zal zijn dan de dagelijkse oraal ingenomen hoeveelheid. De aard van de verbrandingsproducten die gevormd worden tijdens het roken van tabaksproducten zijn een reden voor bezorgdheid. Het is onwaarschijnlijk dat een aan roken gerelateerde blootstelling aan glycyrrhizinezuur zal leiden tot een verhoging van de mineralocorticoide activiteit en onder sommige omstandigheden tot hypertensie. De bewering dat glycyrrhizinezuur de bronchiaalboom verwijdt, kan niet worden bevestigd op basis van de huidig beschikbare literatuur. De mogelijkheid dat zoethoutpreparaten als smaakstof direct of indirect de verslaving aan sigaretten verhogen kan niet worden uitgesloten. Er is meer onderzoek nodig naar de gezondheids- en verslavingsrisico's van toevoeging van zouthout preparaten aan tabaksproducten<br>
    • The health- and addictive effectes due to exposure to aldehydes of cigarette smoke. Part 1; Acetaldehyde, Formaldehyde, Acrolein and Propionaldehyde

      van Andel I; Schenk E; Rambali B; Wolterink G; van de Werken G; Stevenson H; van Aerts LAGJM; Vleeming W; LEO; LGM; et al. (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-04-01)
      In deze literatuurstudie worden de gezondheids- en mogelijke verslavende effecten van blootstelling aan aldehyden ten gevolge van het roken van sigaretten beschreven. Dit literatuuronderzoek richt zich met name op acetaldehyde, formaldehyde, acrolein, en propionaldehyde. Alle aldehyden veroorzaken pathologische schade aan de luchtwegen en bereiken hoge piekconcentraties in de luchtwegen tijdens het roken. In ratten leidt een gecombineerde blootstelling aan de genoemde aldehyden tot een significante toename van de schade aan de luchtwegen en tot een afname van de ademfrequentie. Bij lage concentraties wordt als gevolg van combineren geen potentiering van de schade gezien. Onduidelijk is of tijdens het roken van sigaretten, waarbij hoge piek concentraties ontstaan, potentiering van de schade optreedt. Alhoewel er vanuit dierexperimenteel onderzoek aanwijzingen zijn dat met name acetaldehyde verslavende eigenschappen heeft, is in de geraadpleegde literatuur geen onderbouwing gevonden voor verslaving aan ge6nhaleerde aldehyden.<br>
    • Nicotine Addiction

      van Andel I; Rambali AB; van Amsterdam JGC; Wolterink G; van Aerts LAGJM; Vleeming W; TOX; SIR; BMT (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-07-15)
      In dit rapport wordt de huidige kennis op het gebied van nicotineverslaving bediscussieerd. Er is een speciaal hoofdstuk gewijd aan roken onder jongeren, omdat de meeste rokers op jeugdige leeftijd beginnen met roken. De overgangsjaren van basisschool naar middelbare school (13 tot en met 14 jaar oud) blijken een hoog-risico periode te zijn voor het beginnen met roken. Hoe eerder een kind begint met roken hoe waarschijnlijker het is dat hij of zij verslaafd raakt. Daarnaast correleert vroeg starten met veel roken op latere leeftijd. Omdat nicotine in staat lijkt te zijn om verslaving te veroorzaken in een korte tijdsperiode, is het belangrijk om te voorkomen dat kinderen met sigaretten gaan experimenteren. Studies hebben aangetoond dat zware rokers minder aversieve effecten hebben ervaren tijdens het roken van hun eerste sigaret dan lichte rokers. 'Light' sigaretten en smaakverbeterende additieven kunnen waarschijnlijk aversieve effecten verminderen tijdes het roken vergeleken met gewone sigaretten zonder zulke additieven. Daarom kan het verbieden van 'light' sigaretten en het verbieden van smaakverbeterende additieven, bijdragen aan het voorkomen dat kinderen een tweede sigaret proberen en zo uiteindelijk bijdragen aan het voorkomen van verslaving onder de jeugd.<br>