• Indicatief onderzoek naar het verloop van de kwaliteit van het in de provincie Gelderland geleverde drinkwater over de jaren 1968 t/m 1986

      Smit E; van den Eshof AJ; van Zijl J; Fonds AW (1987-05-31)
      Ter onderbouwing van het provinciale beleid m.b.t. de milieuhygienische bescherming van Gelderse waterwingebieden werd het verloop in de kwaliteit van het uit het grondwater verkregen drinkwater van 42 drinkwaterpompstations aan de hand van een beperkt aantal conservatieve bestanddelen over een tijdsduur van 19 jaar zichtbaar gemaakt. Hoewel in dit rapport geen rekening is gehouden met de bij de afzonderlijke pompstations behorende geohydrologische situatie, noch met eventuele tussentijdse vernieuwing van bronnenvelden, wordt met enige voorzichtigheid geconcludeerd dat de gehaltes van de bij het onderzoek betrokken bestanddelen geleidelijk zijn toegenomen. Opvallend is de stijging in de jaren 80 van het aantal tot het hoogste concentratieniveau behorende waarnemingen.
    • Onderzoek naar hypertensie onder invloed van glycyrrhizine bij de rat I

      van Velsen FL; Garbis-Berkvens JM; van Leeuwen FXR; Zandberg P; van den Eshof AJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1984-04-18)
      In een 10 weken durende voederproef is het bloeddrukverhogend vermogen van de aromastof glycyrrhizine onderzocht bij de rat. De effecten van orale opname van glycyrrhizine zijn vergeleken met die van subcutane implantatie van het mineralcorticoid desoxycortiosteronacetaat (DOCA). Tevens is onderzocht wat de bijdrage is van een verhoogde Na-opname via het drinkwater. Glycyrrhizine in combinatie met een verhoogde Na-opname veroorzaakt een duidelijke stijging van de bloeddruk. De stijging is dosis afhankelijk. De effecten van glycyrrhizine komen in veel opzichten overeen met die van DOCA.
    • Onderzoek naar hypertensie onder invloed van glycyrrhizine bij de rat II

      van Velsen FL; Franken MAM; Loeber JG; van den Eshof AJ; Hillen FC; Rauws AG; de Jong W (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1984-12-31)
      In een 8 weken durende voederproef met ratten is een aantal aspecten van het werkingsmechanisme van de aromastof glycyrrhizine onderzocht. Het doel van het onderzoek was het opsporen van criteria die gevoelig genoeg zouden zijn voor effecten van glycyrrhizine en tegelijkertijd zouden kunnen worden bepaald in toxiciteitsproeven. Geconcludeerd kan worden dat een dosering van 5 g glycyrrhizine/kg voer initieel een verhoogde natriumuitscheiding en een verlaagde plasma renine activiteit veroorzaakt. Gedurende de proef ontwikkelde zich bij de dieren die een verhoogde natriumopname hadden een bloeddrukstijging die met de staartmofmethode voldoende nauwkeurig vastgesteld kon worden. Gedurende de gehele proef - meetpunten na 2 en 4 weken en aan het einde - was de kaliumconcentratie in serum verlaagd. Ook werd een verhoogde incidentie van gecontraheerde zaadbuisjes in de testes waargenomen.<br>
    • Orienterend onderzoek naar de chemische samenstelling van ziekenhuisafvalwater

      Fonds AW; van den Eshof AJ; Wegman RCC; Reijnders HFR (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1984-10-26)
      Dit onderzoek is gericht op zuurstofbindende stoffen, pH, enkele organisch-chemische stoffen en stofgroepen, zware metalen, arseen en cyaniden in 2 ziekenhuizen. Het hangt samen met een onderzoek naar het chemicalien- en geneesmiddelenverbruik door Bureau Haskoning. Enkele "zwarte lijst stoffen" (kwik, cadmium, pentachloorfenol) zijn in meetbare concentraties aangetoond, maar de geschatte jaarlijkse lozing is gering (minder dan 10 kg of 1 kg). Grotere hoeveelheden (enkele 10- tallen c.q. 100-tallen kg) worden geloosd van xyleenhoudende oplosmiddelen, bariumzouten, koper- en zinkverbindingen, vluchtige organische chloorverbindingen (VOCl).<br>
    • Resultaten van het onderzoek van drinkwater in Nederland in 1986, vergeleken met het Drinkwaterbesluit

      van den Eshof AJ; Smit E; Fonds AW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1987-05-31)
      Van de 255 in 1986 eenmalig onderzochte pompstations werd bij 90 (ruim 35%) een of meer overschrijdingen geconstateerd van de drempelwaarden, genoemd in de tabellen I, III en IV van bijlage A van het Drinkwaterbesluit. Bij 2 bedrijven werden afwijkingen in bacteriologisch opzicht volgens tabel I geconstateerd. Deze waren bij een herhalingsonderzoek weer in orde. Andere bestanddelen van tabel I werden in 1986 niet onderzocht. Tabel II werd wegens het ontbreken van informatie over ontharding of ontzouting bij de bedrijven niet in het overzicht betrokken. De constateringen staan los van mogelijke ontheffingen.<br>
    • Resultaten van het onderzoek van drinkwater in Nederland in 1990, vergeleken met het Waterleidingbesluit

      Smit E; van den Eshof AJ; Versteegh JFM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1991-05-31)
      This report gives a review of non-compliance of drinking-water with quality regulations (Waterleidingbesluit) in the Netherlands in 1990. In this year samples were taken from 255 waterworks. The limiting concentrations under consideration are given in an annex (bijlage 1). The number of deviations is summarized on page vi (Tabel 1).<br>
    • Tijdreeksanalyse van de meetgegevens van het Landelijk Meetnet Regenwatersamenstelling

      Kempen GT; Buishand TA; Reijnders HFR; Frantzen AJ; van den Eshof AJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1986-07-31)
      De tijdsafhankelijke variaties in de maandelijkse gemiddelde concentraties en deposities in de periode van 1978 t/m 1984 van stoffen in regenwater, verzameld in een meetnet van twaalf stations, zijn beschreven a.d.h. van een multipele regressie model. Vooral is aandacht besteed aan de concentraties en deposities van hydronium, ammonium, nitraat en sulfaat, maar ook, doch minder grondig zijn natrium, kalium, calcium, magnesium, zink, fluoride en chloride bestudeerd. Het model blijkt voor sulfaat het best te voldoen en voor hydronium tamelijk slecht. Logaritmische transformatie leverde uitsluitend voor zink betere resultaten. Een groot deel van de tijdsafhankelijke variatie wordt verklaard uit de invloed van de neerslaghoeveelheid en het seizoen op de resultaten. Trends zijn voor de diverse stoffen berekend. Tevens is berekend welke trend met maandmonsters verzameld gedurende een vijfjaarlijkse periode bepaald kan worden met een waarschijnlijkheid van 80%.<br>