RIVM Publications Repository

On this website you will find articles and reports that are written by the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM).

We are constantly working to improve the Repository. Please contact our administrator if you have any further questions or remarks.

Select a community to browse its collections.

RIVM official reports
Articles and other publications by RIVM employees
Datafeed Community
  • Mogelijke blootstelling aan ioniserende straling uit uraniumtegels in Nederlandse woningen

    T van Dillen; YZ Szeto; JE Baarsma (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2023-12-08)
    In jarendertigwoningen kunnen keramische wandtegels zitten met uranium in de glazuurlaag. Ze zitten vooral op muren in entreehallen, trappenhuizen en portieken. Het uranium is aan de glazuurlaag toegevoegd om de tegels unieke kleuren te geven, bijvoorbeeld oranjerode tinten. Uranium is radioactief en zendt ioniserende straling uit. In de buurt van uraniumtegels ontstaat daardoor een hoger stralingsniveau. Mensen die dicht bij deze tegels verblijven of ze bewerken, lopen hierdoor een wat hogere stralingsdosis op. Uit verkennend onderzoek van het RIVM blijkt deze extra dosis klein te zijn. Iedereen staat dagelijks bloot aan ioniserende straling van natuurlijke stralingsbronnen, zoals bouwmaterialen, voedsel en kosmische straling. De gemiddelde dosis die een inwoner van Nederland aan al deze bronnen samen oploopt is ongeveer 1700 microsievert per jaar. De extra dosis door uraniumtegels (minder dan 100 microsievert) zou daar maximaal 6 procent aan toevoegen. Waarschijnlijk is de dosis in de praktijk nog lager dan uit dit onderzoek blijkt. Het RIVM heeft namelijk uit voorzorg de dosis berekend voor ongunstige scenario’s, bijvoorbeeld met lange verblijftijden in een hal. Aanleiding voor dit onderzoek was de melding van een bezorgde bewoner van een jarendertigwoning bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Deze persoon had zelf hogere stralingsniveaus in de hal en het trappenhuis gemeten. Het RIVM heeft de dosis berekend voor alleen deze woning met 44 uraniumtegels (elk van 15 cm bij 1 cm). In de scenario’s is ook gekeken naar het radioactieve stof dat kan vrijkomen bij verbouwingen of het boren van een gaatje in een uraniumtegel. Ondanks de lage stralingsdosis raadt het RIVM mensen aan om ervoor te zorgen zo min mogelijk van dat stof in te ademen. Dat kan door een stofmasker te gebruiken, voor goede ventilatie te zorgen, en een stofzuiger bij het boorgat te houden. De resultaten gelden voor woningen met het soort uraniumtegels uit de onderzochte woning. Voor Nederlandse woningen met andere soorten uraniumtegels zijn geen harde uitspraken te doen zonder verder onderzoek. Het RIVM verwacht niet dat de stralingsdoses daarin hoger zullen zijn. Het is niet bekend hoeveel woningen uraniumtegels hebben. Veel van deze tegels zijn vermoedelijk al tijdens verbouwingen verwijderd.
  • Opgaven voor volksgezondheid en zorg op weg naar 2050. Vooruitblik Volksgezondheid Toekomstverkenning 2024

    L den Broeder; C Couwenbergh; H Hilderink; J Polder (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2023-12-04)
    Het RIVM blikt elke vier jaar vooruit op ontwikkelingen in de volksgezondheid en zorg. Het doet dat op verzoek van het ministerie van VWS. Vanwege de vervroegde verkiezingen in november 2023 en de kabinetsformatie worden alvast de inzichten gegeven die er tot die tijd zijn. De volledige Volksgezondheid Toekomstverkenning verschijnt in juni 2024 (VTV-2024). Daarin staan resultaten die nu nog niet bekend zijn en worden mogelijke oplossingen gegeven. De inzichten gaan over de toekomst van onze gezondheid en zorg tot 2050 en beschrijven drie grote opgaven op weg daarheen. De eerste is hoe de gezondheid van alle Nederlanders kan worden verbeterd. Leefstijl, zoals bewegen en gezonde voeding, heeft veel invloed op onze gezondheid. Het gaat daar bij een flink deel van de Nederlanders niet goed mee. Nu hebben veel mensen al overgewicht en dat worden er in de toekomst nog meer. Ook zorgen de omstandigheden waarin sommige mensen wonen, werken en leven voor een slechtere gezondheid. Hoe dat zich uit, verschilt per situatie. Armoede heeft bijvoorbeeld andere gevolgen voor alleenstaande oudere mannen dan voor gezinnen met jonge kinderen. De tweede opgave is hoe goede zorg en ondersteuning mogelijk wordt gemaakt. De komende jaren stijgt de vraag naar zorg, vooral doordat steeds meer mensen heel oud worden. De zorgvragen worden ook ingewikkelder omdat mensen verschillende gezondheidsproblemen tegelijk hebben. En dat terwijl het tekort aan professionals en mantelzorgers alleen maar groter wordt. Het is daarom belangrijk om na te denken wat goede zorg inhoudt, en of we dat op een andere manier kunnen leveren dan nu. Een belangrijke vraag daarbij is wat kwaliteit van leven voor mensen betekent. De derde opgave is hoe de leefomgeving de gezondheid kan verbeteren. Een grote uitdaging hierbij is de klimaatverandering. Tegelijkertijd is gebleken dat aanpassingen aan een ander klimaat ook kansen bieden voor een gezondere leefomgeving. Koele plekken met groen en water helpen bijvoorbeeld om hitte op te vangen. Zo'n omgeving stimuleert tegelijkertijd dat mensen naar buiten gaan, gaan sporten en elkaar ontmoeten. Ook hier is het belangrijk dat dit voor alle Nederlanders mogelijk is.
  • Advies uitvoering monitoringsfunctie eerste 1000 dagen

    MM Harbers; M Mollers; CA Baan (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2023-12-04)
    Een goede start in het leven begint al voor de geboorte, zelfs nog voor de bevruchting en de zwangerschap. Kinderen die in de eerste 1000 dagen van hun leven blootstaan aan bijvoorbeeld stress, slechte voeding, rook of mishandeling, beginnen met een achterstand. Hierdoor kunnen zij zich op fysiek, mentaal en sociaal gebied minder goed ontwikkelen. Het ministerie van VWS wil daarom meer inzicht krijgen hoe de zorg voor en gezondheid van (aanstaande) zwangeren en kinderen zich ontwikkelen in de eerste 1000 dagen. Het heeft het RIVM gevraagd een werkwijze voor te stellen om informatie hierover uit bestaande databronnen te halen. Denk aan gegevens over zwangerschappen van Perined en gegevens over sociale omstandigheden van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De bedoeling is om deze gegevens via een monitor met elkaar in verband te brengen en in samenhang te duiden. Voor dit advies heeft het RVIM het veld rond de eerste 1000 dagen betrokken, van vertegenwoordigers van zorgprofessionals en patiënten, tot beleidsmakers en onderzoekers. Het RIVM adviseert om de monitor stapsgewijs te ontwikkelen in een learning community. Daarin werken vertegenwoordigers van zorgprofessionals en patiënten, beleidsmakers en onderzoekers samen en leren ze van elkaar. Door stapsgewijs te werken, transparant te zijn en open te staan voor reflectie, kan de monitor tussentijds worden aangepast en steeds beter vormkrijgen. Ook kan de monitor zo meebewegen met de ontwikkelingen in het veld, bijvoorbeeld wat de beschikbaarheid van data betreft. Verder kan hij hierdoor goed aansluiten bij de behoeften van het veld en bij andere monitors van het RIVM over de geboortezorg. Het advies is om in 2024 eerst met alle betrokken partijen te bepalen welke onderwerpen of onderzoeksvragen met voorrang een antwoord moeten krijgen (werkagenda). Daarna werkt een kerngroep het eerste onderwerp stapsgewijs en ‘lerend’ uit. De kerngroep bepaalt ook welke data en analysemethoden worden gebruikt en hoe de data samen met het veld worden geduid. Daarna komen andere onderwerpen aan bod.
  • The 28th EURL-Salmonella workshop. 22 and 23 May 2023, Online

    KA Mooijman (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2023-12-04)
    In May 2023, the EU Reference Laboratory (EURL) for Salmonella organised the workshop for the European National Reference Laboratories (NRLs) for the 28th year. The aim of the workshop is to exchange information between the EURL and the NRLs. The workshop was held online for the fourth time. Among other things, the results of four ring trials were presented. The EURL had organised three of these ring trials to monitor the quality of the NRLs. The NRLs scored well for the detection of Salmonella in hygiene swabs and in flaxseed. In the ring trial for Salmonella typing, the NRLs also achieved a good performance. The aim of the fourth ring trial was to determine the quality of a method for identification of a Salmonella type. This method uses DNA techniques and will be published as an International Standard method (ISO). The ring trial results are summarised in an annex to this new ISO and will give information on the application and quality of the ISO method. Another presentation provided information on the developments in the area of international and European standardisation of microbiological methods. Several standard methods lack quality information, which is also the case for the ISO culture method for detection of Salmonella in food products and other product types. An ISO working group will investigate how to assess this quality information. The NRL-Salmonella from Germany presented a study on the application of Whole Genome Sequencing (WGS). WGS is a DNA technique that enables very precise typing of micro-organisms. The NRL showed that this relatively new technique met the quality standards of the laboratory. Every year, some NRLs-Salmonella give a presentation on how they fulfil their statutory duties. This year, these were the NRLs-Salmonella from Bosnia and Herzegovina, Germany, Lithuania and Luxembourg. The EURL-Salmonella forms part of the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and organises this workshop every year. One important task of the EURL-Salmonella is to monitor the performance of the European NRLs for this bacterium.

View more