RIVM Publications Repository
Each year the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) produces numerous reports and publications on all aspects of public health, nutrition and food, health care, disaster management, nature and the environment.
In addition, RIVM employees publish scientific articles in national and international journals.
Elk jaar brengt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) talloze rapporten en adviezen uit over volksgezondheid en gezondheidszorg, voeding, natuur en milieu en rampenbestrijding.
Daarnaast publiceren RIVM-medewerkers wetenschappelijke artikelen in (inter-)nationale tijdschriften.
We are constantly working to improve the Repository. Please contact our administrator if you have any further questions or remarks.
Recent Submissions
Publication Simulation of dispersion in a street canyon using the DALES model(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-06-16)Accurate assessment of air quality in urban environments, important for the health of many people, can be challenging. A relatively new development in the assessment is the use of numerical Large-Eddy Simulations. In the project discussed here, the Dutch Atmospheric Large-Eddy Simulation (DALES) model is used to calculate the concentrations due to traffic in street canyons. The DALES model can simulate the concentration at a high temporal and spatial resolution and was successfully used by us to model the flow and concentrations in a street canyon. The results of the calculations are quite similar to measurements found in literature. Some differences are observed and discussed in our analyses.Item Grootschalige concentratiekaarten Nederland. Rapportage 2025(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-06-16)Het RIVM maakt elk jaar kaarten van de luchtverontreiniging in Nederland. Dit gebeurt voor verschillende stoffen in de lucht, waaronder stikstofdioxide en fijnstof. Het RIVM gebruikt zowel modelberekeningen als metingen om deze GCN-kaarten te maken. Zo komen de concentraties het best overeen met de werkelijke situatie in het afgelopen jaar. Daarnaast zijn kaarten gemaakt van de concentraties die in de jaren 2025, 2030 en 2035 worden verwacht. De kaarten voor de toekomst worden gebruikt om de effecten van het beleid op de luchtkwaliteit in beeld te brengen.
De luchtkwaliteit was in 2024 beter dan in 2023, vooral omdat er minder stikstofoxiden en fijnstof is uitgestoten. Dit is goed nieuws. Deze verbetering past bij de gemiddelde daling die de afgelopen jaren te zien was. Naar verwachting dalen de concentraties stikstofdioxide en fijnstof tussen 2025 en 2035 verder door beleidsmaatregelen. In de berekeningen zijn de maatregelen verwerkt die op 1 mei 2024 bekend waren en de komende jaren worden uitgevoerd.
De gemiddelde concentraties stikstofdioxide in de lucht waren in 2024 ongeveer 2 procent lager dan in 2023. De gemiddelde concentraties fijnstof met deeltjesgrootte PM10 waren ongeveer 4 procent lager. De gemiddelde concentraties met deeltjesgrootte PM2,5 zijn ongeveer hetzelfde gebleven.
De verwachtingen voor de concentraties stikstofdioxide en fijnstof voor de toekomst zijn bijgesteld ten opzichte van de berekeningen die het RIVM twee jaar geleden maakte. Zo zullen de concentraties stikstofdioxide in 2030 11 procent lager zijn dan eerder werd verwacht. Het nu doorgerekende beleid streeft meer elektrisch vervoer na, waardoor verkeer minder luchtvervuilende stoffen zal uitstoten.
Voor fijnstof worden juist hogere concentraties verwacht dan de eerdere berekeningen aangaven. Dat komt onder andere doordat nieuwe inzichten over het weer worden gebruikt, waardoor het model beter aansluit bij de weersvoorspellingen voor de komende jaren (naar verwachting minder wind en meer regen).
Met de huidige luchtkwaliteit kunnen mensen nog steeds gezondheidsklachten hebben. Verschillende overheden (landelijk, provincies, gemeenten) gebruiken de GCN-kaarten om de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in Nederland te volgen en om beleid te maken voor een betere luchtkwaliteit. Berekeningen van concentraties zijn van veel factoren afhankelijk, waardoor er altijd onzekerheden in de resultaten zijn. De resultaten kunnen daarom afwijken van de werkelijke concentraties.Item Monitor Duurzaamheid en Gezondheid. Nulmeting(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-06-13)De zorgsector in Nederland zorgt voor 7 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. De rijksoverheid en betrokken partijen willen de zorg in Nederland duurzamer maken (Green Deal Duurzame Zorg 3.0) en zo het milieu minder belasten. Het RIVM heeft een monitor gemaakt, waarmee het ministerie van VWS kan volgen wat de zorgsector hieraan doet en hoeveel voortgang er is.
De 'nulmeting' beschrijft hoe de monitor is opgezet en met welke indicatoren de verduurzaming in beeld is te brengen. De monitor gebruikt hiervoor de vijf thema's van de Green Deal Duurzame Zorg 3.0: de gezondheid van patiënten en medewerkers verbeteren, meer kennis en bewustwording, minder CO2-uitstoten, grondstoffen hergebruiken (circulair), en minder medicijnen gebruiken.
De monitor gebruikt bestaande gegevens. Deze nulmeting laat zien dat niet voor alle indicatoren gegevens beschikbaar zijn. De gegevens die er wel zijn, geven een eerste indruk en laten zien dat acties in gang zijn gezet om de zorgsector in Nederland te verduurzamen.
Bij alle thema's zijn vooral plannen en strategieën te zien om organisaties duurzamer te maken. Zo steeg het geregistreerde aantal green teams, waarin zorgprofessionals de zorg in hun organisatie vergroenen, van 140 in 2023 naar 180 in 2024. Concrete resultaten van duurzamere zorg zijn bij de meeste thema's nog niet of weinig zichtbaar, of er waren geen gegevens over. Een uitzondering daarop is de verminderde uitstoot van CO2 door gebouwen in de zorg, zoals ziekenhuizen.
Het kost veel tijd om dit soort grote veranderingsprocessen op te zetten en de effecten ervan te zien. Het RIVM vindt het daarom belangrijk de inspanningen om de zorg te verduurzamen de komende jaren te blijven monitoren. Het RIVM adviseert te onderzoeken of de monitor kan worden aangescherpt, door bijvoorbeeld indicatoren toe te voegen of concreter te formuleren. Ook adviseert het RIVM te onderzoeken hoe meer gegevens zijn te verzamelen.Publication Swine influenza virus surveillance programme pilot to assess the risk for animal and public health, the Netherlands, 2022 to 2023.(2025-06-01)Background Swine influenza has a considerable impact on pig populations and poses a pandemic threat to humans. However, little is known about the influenza A viruses circulating among pigs in the Netherlands. Aim We piloted a surveillance programme aimed at enabling swine influenza A virus (swIAV) surveillance in the Netherlands: investigated prevalence, genomic characteristics and recent evolution of circulating swIAV variants and compared them with relevant human and swine influenza viruses from the Netherlands and other European countries. Methods We collected and tested respiratory samples from pigs (2019-2023) for swIAV, characterised the viruses with molecular and virological methods and shared molecular data of swine and relevant human influenza A viruses in a national platform. Results We detected swIAV throughout the year in 342 (42%) of 824 respiratory samples from 90 farms. Complete genome sequencing identified 73 H1N1, 51 H1N2 and one H3N2 viruses. Phylogenetic analyses identified viruses from each of the three H1 swine lineages (1A/B/C) and four subclades. Viruses from the 1A lineage clustered into three subgroups with distinct antigenic properties, which seemed descendent from separate introductions of human seasonal A(H1N1)pdm09 viruses. Phenotypically, no reduced susceptibility to existing antiviral drugs oseltamivir and zanamivir was found. Conclusion We provided insights into swIAVs in pigs in the Netherlands, including antiviral susceptibility and antigenic differences. It highlighted occasional virus transmission between humans and pigs. Sharing swIAV data at a national level will be continued to reduce influenza burden in swine and support identification and characterisation of emerging swIAVs with zoonotic potential.Item Fires caused by heat radiation - a method of determining fire focus areas(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-06-12)Door de hitte van een brand kunnen ook gebouwen in de omgeving in brand komen te staan. Rond activiteiten met grote hoeveelheden ontvlambare stoffen wordt daarom een zogeheten brandaandachtsgebied bepaald. Binnen dit gebied kunnen mensen in een gebouw of woning mogelijk niet genoeg beschermd zijn als er geen extra maatregelen worden genomen.
De grootte van een brandaandachtsgebied wordt berekend. Hiermee kan de overheid afwegen of de risico's acceptabel zijn of dat maatregelen nodig zijn. Deze informatie is bijvoorbeeld belangrijk voor de aanvraag van vergunningen om een fabriek of een woonwijk uit te breiden.
Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat een andere methode het aandachtsgebied realistischer kan berekenen. Deze nieuwe methode houdt rekening met zowel de intensiteit van de hitte van een brand als de duur ervan. Hiermee krijgt de overheid een beter beeld van de mogelijke gevaren van branden met ontvlambare stoffen.
De grens van een brandaandachtsgebied wordt bepaald door de afstand waarop gebouwen door een brand vlam kunnen vatten. Dat wordt berekend met de 'warmtestraling'. De warmtestraling is het hoogst bij de brand zelf en neemt af naarmate je er verder weg van staat. Het duurt wel even voordat een brand ontstaat. Hoe hoger de warmtestraling, hoe sneller de brand verderop zal ontstaan. Als een brand kort duurt, ontstaan er verderop geen branden. Daarom is het belangrijk ook de duur van de brand mee te nemen in de berekening.
De nieuwe methode maakt een groot verschil bij situaties waar de warmtestraling van een brand eerst heel hoog is, maar al snel daalt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een breuk van een hogedruk aardgasleiding. De brandaandachtsgebieden die daar tot nu toe voor zijn berekend waren te groot, waardoor onnodig veel maatregelen nodig waren. Bij branden waar de verschillen in de warmtestraling minder groot zijn, blijven de brandaandachtsgebieden ongeveer hetzelfde.
Communities in RIVM Publications Repository
Select a community to browse its collections.