Permanent URI for this collection
Browse
Recent Submissions
Item Toekomstbestendige zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking. Plan van aanpak voor monitoring en evaluatie(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-28) de Bekker, A; van den Bogaard, C; van der Heide, J; Koopman, N; Plantinga, L; Verweij, AItem Werkenden in kwetsbare situaties en de toekomst: platformwerk uitgelicht(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-27) van de Ven, HA; Bekker, C; Oude Hengel, KM; Vooijs, M; van Oostrom, SHItem Nieuwe schatting aantal kinderen met leukemie bij bovengrondse hoogspanningslijnen(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-25) Kelfkens, G; Pruppers, MPublication De drinkwatervoorziening van de toekomst. Ontwikkeling bronnen, zuiveringstechnologie en klimaatrisico’s 2030 tot 2050(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-20) van Leerdam, RC; As, KS; van der Aa, NGFMIn Nederland zijn zoetwaterbronnen, zoals grote rivieren en grondwater, de basis voor drinkwater. De komende jaren zal in Nederland meer drinkwater nodig zijn, onder meer door de bevolkingsgroei en klimaatverandering. Om aan die vraag te kunnen voldoen, zal de komende jaren meer water uit deze bronnen worden gewonnen. Daarnaast zullen andere soorten bronnen nodig zijn, zoals brak grondwater. Gelijktijdig moet worden ingezet op drinkwaterbesparing. Het water uit deze nieuwe bronnen vraagt een grotere zuiveringsinspanning om drinkwater van een goede kwaliteit te krijgen. Om onnodige zuivering te voorkomen, is het belangrijk om alle bronnen voor drinkwater zo schoon mogelijk te houden. Dit blijkt uit een door het RIVM gemaakte analyse van ontwikkelingen die invloed hebben op de drinkwatervoorziening van de toekomst. Van brak grondwater kan drinkwater worden gemaakt door het teveel aan zout eruit te halen. In de toekomst kunnen misschien ook zeewater en gezuiverd huishoudelijk afvalwater worden gebruikt om drinkwater van te maken. De extra zuivering kost geld. Ook moet de wet- en regelgeving worden aangepast om dergelijke bronnen voor de drinkwaterproductie te mogen gebruiken. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW(Kaderrichtlijn Water)) wil dat bronnen voor drinkwater schoner worden, zodat drinkwaterbedrijven zo min mogelijk hoeven te zuiveren. Nederland houdt dat doel aan. Toch verwachten veel drinkwaterbedrijven dat ze in de toekomst meer moeten zuiveren voor een goede drinkwaterkwaliteit. Bijvoorbeeld met membraanfilters, die zeer schoon drinkwater kunnen maken. Dat heeft nadelen. Het kost meer energie en er blijft vuil water achter waarmee weer iets moet gebeuren. Veranderingen in het klimaat, zoals droogte en hevige regenbuien, hebben gevolgen voor de drinkwatervoorziening. Tijdens droge zomers zijn sommige effecten al te zien, zoals te zoute bronnen, te warm rivierwater waar meer ongewenste bacteriën in groeien, een slechtere waterkwaliteit, en natuurschade door lage grondwaterstanden. Ook kan door droogte minder water beschikbaar zijn voor drinkwater, of zijn extra maatregelen nodig om het drinkwater van goede kwaliteit te houden. De verwachting is dat deze klimaateffecten in de toekomst vaker optreden.Item Alternatieve toewijzing zorguitgaven wijkverpleging. Rapport bij de kosten-van-ziekten-studie(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-18) Kamphuis, MJM; Koopmanschap, MItem Radon op specifieke werkplekken. Onderzoek bij mergelgrotten en drinkwaterbedrijven(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-18) Velsma, M; van der Linden, MPublication Testresultaten van goedkope sensoren voor het meten van ammoniak in de buitenlucht(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-10) van Ratingen, S; Hendricx, W; Haaima, MHet is niet eenvoudig om ammoniak te meten in de buitenlucht. Hiervoor is geavanceerde meetapparatuur nodig. In dit onderzoek heeft het RIVM met diverse eenvoudige (goedkope) ammoniaksensoren meetboxen gebouwd en getest in de buitenlucht. De testresultaten van de inzet van diverse eenvoudige sensoren voor het meten van ammoniak in de buitenlucht staan in deze kennisnotitie.Item Advies regionaal meten en berekenen van stikstof (emissie, concentratie, en depositie) in de lucht(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-26) van Bergen, TJHM; Meijer, EW; Bleeker, A; Heederik, DJJ; Schaap, M; Vonk, J; Suèr, RA; Hensen, A; Migchels, G; Çelikkol, FBPublication Eindrapport Ammoniak van Zee. Samenvatting van het onderzoek naar de onderschatting van de ammoniakconcentraties langs de kust(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-11) Wichink Kruit, R; Bleeker, A; Jacobs, C; Meijer, P; Poelhuis, M; Siteur, K; Stolk, A; van der Swaluw, E; Verweij, R; de Vries, W; van Pul, AHet RIVM geeft elk jaar op kaarten aan hoeveel stikstof in Nederland op de bodem neerslaat (depositie). Ongeveer driekwart van de stikstofdepositie komt van ammoniak. Het is bekend dat er langs de kust een verschil van ongeveer 50 procent is tussen de gemeten en berekende concentraties van ammoniak. De berekeningen worden daarom gecorrigeerd, zodat ze beter aansluiten bij de metingen. Van een deel van de stikstofdepositie langs de kust is bekend van welke bronnen het komt. Het deel dat ontbreekt, werd toegeschreven aan de uitstoot van ammoniak uit zee. Maar deze uitstoot werd te hoog ingeschat. Eerder toonde het RIVM al aan dat het verschil niet aan de metingen ligt en er geen grote bronnen ontbreken. Het RIVM onderzocht daarom of het rekenmodel de oorzaak kan zijn. Het heeft drie oorzaken gevonden, die een deel van het verschil verklaren. De oorzaken hebben te maken met de gegevens waarmee het rekenmodel werkt en niet zozeer met het model zelf. Het gaat hierbij om de hoogte van de achtergrondconcentraties van ammoniak. Deze zijn opnieuw bepaald met een betere correctie naar de metingen. Hierdoor geven de nieuwe achtergrondkaarten een realistischer beeld van de ammoniakconcentraties langs de kust. Verder gaat het om een inschatting van de uitstoot van ammoniak uit zee. Ook deze is nu realistischer. Ten slotte gaat het om het gebruik van KNMI(Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut)-meetstation Vlissingen, dat niet representatief blijkt te zijn voor de hele regio. Hiervoor zal een ander meetstation worden gebruikt (Westdorpe). Deze gegevens zijn inmiddels in het rekenmodel OPS(Operationele Prioritaire Stoffen) aangepast. Gemiddeld over de periode 2005-2021 wijken de modelberekeningen van de ammoniakconcentraties langs de kust nu ongeveer 40 procent af van de metingen. Landelijk is dit ongeveer 30 procent. Dit is vóór de correctie van de modelberekeningen naar de metingen. Het RIVM sluit hiermee het onderzoek naar ammoniak van zee af. In het Nationaal Kennisprogramma Stikstof onderzoekt het RIVM samen met andere onderzoeksorganisaties hoe de modelberekeningen verder kunnen worden verbeterd. Dit onderzoek is gedaan in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN(Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur )).Item Verkenning varianten voor het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid na 2025. Mogelijke opzet meetnet na vervallen derogatie(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-07) van Duijnen, R; Hoogeveen, MW; Vlaar, LE; Wismans, HGM; Roskam, JL; van der Veer, S; Buijs, S; Negash, A; van Leeuwen, TC; Wuijts, SItem Pyrolyse van kunststofafval. Zeer zorgwekkende stoffen in pyrolyse-olie voor de kunststofketen(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-04) Heens, FC; Bakker, J; de Boer, LM; Broekman, MH; Janssen, M; Sanders, MP; Lijzen, JPAPyrolyse is een manier om kunststoffen te recyclen en zal de komende jaren steeds meer worden gebruikt. Het houdt in dat afval van kunststof snel wordt verhit zonder zuurstof toe te voegen. Hieruit ontstaat een vloeibaar product, de pyrolyse-olie. Deze olie kan worden gebruikt om nieuwe kunststoffen te maken. Het is daarmee een aanvulling op mechanische recyclingstechnieken (versnipperen en omsmelten) van kunststoffen. Voordat bedrijven pyrolyse-olie uit afval kunnen gebruiken, moet wettelijk het etiket 'afval' van het materiaal wordt gehaald. Dan is het materiaal weer een grondstof. Om te kunnen bepalen of pyrolyse-olie geen afval meer is, moet onder andere worden gecontroleerd of het materiaal voldoet aan eisen over veiligheid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW(Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat )) heeft voor bedrijven en vergunningverleners een Handreiking gemaakt om deze 'check' te ondersteunen. Voor deze Handreiking onderzocht het RIVM welke stoffen in het afgedankte kunststofafval zitten en waar dit afval vandaan komt. Verder is onderzocht of er Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS(Zeer Zorgwekkende Stoffen )) in de pyrolyse-olie zitten. Uit het onderzoek blijkt dat verwerkers vooral het afval van kunststof verpakkingen van huishoudens en bedrijven gebruiken om pyrolyse-olie van te maken. Deze verpakkingen zijn het meest geschikt voor pyrolyse vanwege het type plastic waarvan ze zijn gemaakt. Volgens de wetenschappelijke literatuur zijn er Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in de pyrolyse-olie te verwachten. Deze stoffen kunnen ook ontstaan tijdens het pyrolyseproces. Het RIVM heeft een overzicht gemaakt van de chemische stoffen die in dit afval zitten, inclusief de ZZS. Het overzicht van ZZS in pyrolyse-olie kan veranderen als er meer data beschikbaar komen. Om pyrolyse-olie geschikt te maken als vervanger van fossiele grondstoffen wordt het nabehandeld. Dat is nodig om stoffen die het productieproces kunnen verstoren te verwijderen, zoals verschillende stoffen waar chloor in zit. Het onderzoek laat zien dat de nabehandeling ook belangrijk is om de aanwezige ZZS te verwijderen. Welke concentraties van ZZS daarna nog in de pyrolyse-olie achterblijven, is niet bekend. Het RIVM adviseert dat bedrijven meer metingen gaan doen naar ZZS in de pyrolyse-olie en deze openbaar te maken. Als bepaalde concentraties chloor worden overschreden, is verder onderzoek nodig om te bepalen om welke chloorhoudende ZZS het gaat.Publication Should biocides that control Legionella (pneumophila) in engineered water systems be effective against biofilm?(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-06) Bartels, AAItem EURL-Salmonella Proficiency Test Typing 2023(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-03-03) Jacobs-Reitsma, WF; Verbruggen, A; Diddens, RE; van Hoek, AHAM; Mooijman, KAItem Onderzoek Beleving Woonomgeving (OBW). Vierjarige rapportage (2019-2022)(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-02-28) van Poll, R; Simon, SNItem Onderzoek Beleving Woonomgeving (OBW) Hinder en slaapverstoring in 2023(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-02-28) van Poll, R; Simon, SNPublication Varianten voor herziening meetstrategie Integrale Milieumonitoring in Natuur(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-02-24) Vlaar, LE; Bleeker, AIn 2024 gaf het RIVM in het onderzoek over het meetnet Integrale Milieumonitoring in Natuur (IMN) de aanbeveling om de huidige meetstrategie te herzien. Deze meetstrategie is namelijk ontoereikend om de kwaliteit van ecosystemen en de invloed van luchtverontreinigende stoffen daarop te beoordelen, terwijl dat wel het doel ervan is. In deze kennisnotitie worden drie varianten (en een 0-variant) voor een nieuwe meetstrategie omschreven en onderbouwd. Deze notitie dient ter overweging voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).Item Tekortenbesluiten en het effect op de beschikbaarheid van geneesmiddelen(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-02-20) Kannegieter, N; van Vliet, E; Meneses Leonardo Alves, T; Kemp, C; Hoeve, C; Hoebert, JItem COVID-19-vaccination. Evidence update for the Health Council of the Netherlands(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-02-18) Lanooij, S; Hahne, SItem Mogelijke langetermijneffecten van elektromagnetische velden op de gezondheid van werknemers - update 2024(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-02-18) Rijs, K; Stam, RPublication Selectie van onderwerpen en indicatoren voor een Dashboard Seksuele Gezondheid(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2025-02-14) Savelkoul, M; Brouwer-Prusak, A; Verweij, AIn 2024 adviseerde het RIVM het ministerie van VWS(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) om de cijfers over seksuele gezondheid op één plek te bundelen. Bijvoorbeeld op een dashboard met cijfers over seksuele gezondheid op hoofdpunten. Zo’n dashboard biedt een overzichtelijk, samenhangend en breed inzicht in de seksuele gezondheid in Nederland en hoe deze zich ontwikkelt. De informatie over seksuele gezondheid is nu nog over verschillende plekken verspreid. Het RIVM heeft deskundigen gevraagd welke onderwerpen met welke metingen voor welke groepen mensen op een eventueel dashboard zouden moeten komen. Dat zijn bijvoorbeeld positieve aspecten van seksuele gezondheid, weerbaarheid, seksueel geweld (offline/online) en grensoverschrijdend gedrag. Deze selectie kan de komende jaren worden uitgebreid.