Loading...
Registratie van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen bij GGD-en: jaarverslag 1996
Citations
Altmetric:
Series / Report no.
SOA Nederland
RIVM rapport 441500007
RIVM rapport 441500007
Open Access
Type
Report
Language
nl
Date
1998-06-30
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Title
Registratie van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen bij
GGD-en: jaarverslag 1996
Translated Title
Registration of Sexually Transmitted Diseases at
Municipal Health Services in the Netherlands: annual report 1996
Published in
Abstract
In 1996 the total number of consultations on STD and HIV-testing at STD
clinics and municipal health services was 13,226 and increased with 12.5%
compared with 1995 (women 18%; men 7%). The total number of diagnosed
STD was 4,976 and increased with 10.1% in 1996 compared with 1995 (women
16.9%; men 4.5%). In both men and women an infection with Chlamydia
trachomatis was the most common STD; in men followed by gonorrhoea and
genital warts; in women followed by candidiasis, bacterial vaginosis and
gonorrhoea. The dramatic increase in the number of chlamydial infections
(32.8%; women 43.8%; men 22.8%) could not be explained only by the
increase in the number of consultations but probably by increased
awareness and improved diagnostics as well. Chlamydial infection was
diagnosed six times as much as gonorrhoea among women; among men one and
a half times as much. However, an almost similar number of women and men
were diagnosed with chlamydial infection suggesting that chlamydial
infection is less restricted to specific risk groups like gonorrhoea.
The number of men with syphilis increased enormously and appeared to be
associated with ethnic groups and commercial sex. However, syphilis was
diagnosed less often than chlamydial infection and gonorrhoea. Over 6000
consultations concerning HIV antibody testing resulted in 54 seropositive
individuals (1% positive test results). Men having sex with men (MSM)
were overrepresented in this group. Although this registration is
suffering from some shortcomings, it will be the only surveillance system
at a national level for STD and HIV in near future. Hence, improvements
of the data collection are important for STD and HIV surveillance in
general.
In 1996 steeg het aantal consulten ten behoeve van een SOA-hulpvraag en HIV-testverzoek met 12,5% (vrouwen 18%; mannen 7%) tot 13.226. Het aantal gediagnostiseerde SOA steeg in 1996 met 10,1% (vrouwen 16,9%; 4,5% mannen) tot 4976. Voor zowel mannen als vrouwen is infectie met chlamydia trachomatis de meeste voorkomende SOA; voor mannen gevolgd door gonorroe en genitale wratten; voor vrouwen gevolgd door candidiasis, bacteriele vaginose en gonorroe. De forse stijging van chlamydia (32,8%; vrouwen 43,8%; mannen 22,8%) kon niet alleen worden verklaard door de toename in het aantal consulten maar waarschijnlijk ook door verbeterde diagnostiek en toegenomen alertheid. Chlamydia werd bij vrouwen zes keer zo vaak gesteld als gonorroe; bij mannen anderhalf keer. Er werden evenveel vrouwen als mannen met chlamydia geconstateerd hetgeen duidt dat chlamydia minder vaak lijkt voor te komen bij de klassieke risicogroepen, in tegenstelling tot gonorroe. Het aantal mannen met syfilis is flink gestegen en blijkt ook vaker voor te komen bij de etnische bevolkingsgroepen al dan niet gecombineerd met recente prostitutie-contacten. De diagnose syfilis wordt echter veel minder gesteld dan chlamydia en gonorroe. Bij ruim 6000 consulten was sprake van een HIV-testverzoek waarbij ongeveer 1% positief bleek te zijn. In deze groep waren de homo/biseksuele mannen het meest vertegenwoordigd. Ondanks de beperkingen van deze registratie, zal deze SOA/HIV-registratie in de toekomst de enige zijn op nationaal niveau. Verbeteringen in de gegevensverzameling zijn dientengevolge van belang voor de surveillance van SOA en HIV in het algemeen.
In 1996 steeg het aantal consulten ten behoeve van een SOA-hulpvraag en HIV-testverzoek met 12,5% (vrouwen 18%; mannen 7%) tot 13.226. Het aantal gediagnostiseerde SOA steeg in 1996 met 10,1% (vrouwen 16,9%; 4,5% mannen) tot 4976. Voor zowel mannen als vrouwen is infectie met chlamydia trachomatis de meeste voorkomende SOA; voor mannen gevolgd door gonorroe en genitale wratten; voor vrouwen gevolgd door candidiasis, bacteriele vaginose en gonorroe. De forse stijging van chlamydia (32,8%; vrouwen 43,8%; mannen 22,8%) kon niet alleen worden verklaard door de toename in het aantal consulten maar waarschijnlijk ook door verbeterde diagnostiek en toegenomen alertheid. Chlamydia werd bij vrouwen zes keer zo vaak gesteld als gonorroe; bij mannen anderhalf keer. Er werden evenveel vrouwen als mannen met chlamydia geconstateerd hetgeen duidt dat chlamydia minder vaak lijkt voor te komen bij de klassieke risicogroepen, in tegenstelling tot gonorroe. Het aantal mannen met syfilis is flink gestegen en blijkt ook vaker voor te komen bij de etnische bevolkingsgroepen al dan niet gecombineerd met recente prostitutie-contacten. De diagnose syfilis wordt echter veel minder gesteld dan chlamydia en gonorroe. Bij ruim 6000 consulten was sprake van een HIV-testverzoek waarbij ongeveer 1% positief bleek te zijn. In deze groep waren de homo/biseksuele mannen het meest vertegenwoordigd. Ondanks de beperkingen van deze registratie, zal deze SOA/HIV-registratie in de toekomst de enige zijn op nationaal niveau. Verbeteringen in de gegevensverzameling zijn dientengevolge van belang voor de surveillance van SOA en HIV in het algemeen.
Description
Publisher
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM