In 2023 zijn in Nederland in totaal 6,8 procent minder broeikasgassen naar de lucht uitgestoten dan in 2022. Deze daling komt vooral doordat de elektriciteitssector minder steenkool en aardgas gebruikte. In 2023 zijn ook meer hernieuwbare energiebronnen gebruikt, zoals zonne- en windenergie. In totaal is dit 17 procent van het energieverbruik in Nederland. In 2022 was dit 15 procent.

De totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen wordt uitgedrukt in CO2-equivalenten en vergeleken met het basisjaar 1990. De uitstoot wordt omgerekend naar CO2-equivalenten om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen. De totale uitstoot van broeikasgassen in CO2-equivalenten was in 2023 146,4 megaton. De uitstoot daalde met 35,6 procent ten opzichte van het basisjaar, waarin de uitstoot van 227,5 megaton CO2-equivalenten was. Met deze daling is het zogeheten Urgenda-doel ruim gehaald. Volgens dit doel moet de uitstoot van broeikasgassen minimaal 25 procent lager zijn dan in 1990.

De uitstoot van het broeikasgas CO2 is 28,1 procent lager dan die in het basisjaar. De uitstoot van de andere broeikasgassen (methaan, distikstofoxide en gefluoreerde gassen) is sinds 1990 met 56,8 procent gedaald.

Deze gegevens komen uit de definitieve inventarisatie van broeikasgasemissies in 2023 die het RIVM elk jaar op verzoek van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) maakt. Hiermee voldoet
Nederland aan de nationale rapportageverplichtingen voor 2025 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC), van het Akkoord van Parijs en van de Europese verordening (2018/1999) over de governance van de energie-unie en de klimaatactie. In het najaar van 2024 zijn de voorlopige emissiecijfers over 2023 gepubliceerd.

De inventarisatie geeft ook inzicht in ontwikkelingen in de uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2023. Verder is er een analyse van de belangrijkste bronnen die broeikasgassen uitstoten. Ook is de
onzekerheid in de berekening van deze uitstoot beschreven. Daarnaast zijn de gebruikte berekeningsmethoden en databronnen beschreven. Ten slotte geeft de inventarisatie een overzicht van het
kwaliteitssysteem en de manier waarop de Nederlandse Emissieregistratie de berekeningen controleert.

Total greenhouse gas (GHG) emissions in the Netherlands decreased by 6.8 per cent in 2023, compared to the 2022 emissions. This decrease was mainly the result of lower coal and natural gas consumption in the electricity sector. In addition, more renewable energy resources were used in 2023, such as solar and wind energy. In total this share was 17 per cent of the total energy consumption in the Netherlands. In 2022, this share was 15 per cent.

The total amount of GHG emissions is expressed in CO2-equivalents and are compared with emissions in the base year 1990. Emissions are converted into CO2-equivalents to be able to add up the impact of the various greenhouse gases. The total GHG emissions expressed in CO2-equivalents amounted to 146.4 Mton CO2-eq in 2023. Emissions decreased by 35.6 percent compared to the base year, in which the emissions were 227.5 Mton CO2-eq. Thanks to this emission reduction, the Netherlands amply met the Urgenda target. According to this target, greenhouse gas emissions must be at least 25 percent less than in 1990.

The CO2 emissions were 28.1 per cent less than the level in the base year. The emissions of the other greenhouse gases (methane, nitrous oxide and fluorinated gases) were reduced by 56.8 per cent since 1990. These figures are derived from the final inventory of greenhouse gas emissions in 2023, which is yearly reported by RIVM at the request of the Ministry of Climate Policy and Green Growth (KGG). With this, the Netherlands complies with the national reporting obligations for 2025 set out by the United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), the Paris Agreement and the Governance Regulation of the Energy Union (EU 2018/1999) and implementing regulations. In the autumn of 2024, the preliminary emission figures for 2023 were published.

The report also contains an analysis on GHG emission trends between 1990 and 2023. It also includes an assessment of the main sources of GHGs (key sources) and a description of the uncertainty in the emissions estimates. In addition, the inventory sets out the calculation methods and data sources used. Finally, the inventory contains a general description of the quality assurance system and the way verification activities are performed on the data by the Dutch Emission Inventory.