Loading...
Thumbnail Image
Publication

Het belang van EU-klimaatbeleid voor Nederland

Citations
Altmetric:
Series / Report no.
RIVM Rapport 773001021
Open Access
Type
Report
Language
nl
Date
2002-06-28
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Title
Het belang van EU-klimaatbeleid voor Nederland
Translated Title
[Current EU climate policy and the Netherlands]
Published in
Abstract

This report supplies an overview of current EU climate policy, and analyses its added value to Dutch climate policy. A distiction is made between current policy (already implemented) and future policy (nearly implemented). Future policy is divided in categories 'mature' and 'in the pipeline', representing the more or less nearly implementation. The conclusion of this study is that already implemented EU-policy does not have much added value to Dutch policy according to direct emission reduction in the period to 2010. The nearly implementated policy however contains some policy instruments that could lead to significant additionel emission reductions compared to implemented Dutch policy: the Biofuel directive, the Renewables directive and the European energy tax. For some proposals (e.g. the biofuel- and CHP-directives) additional effects depend on the distribution of the poposed EU-target over the individual member states. Most policy instruments can be implemented on a member state leveld also, therefore EU-policy offers little instrumental benefits for the Netherlands. However, policy implementation on EU-level can improve feasibility and acceptation of national policy instruments, can laed to cost reductions or contribute to realization of a level playing field. The Nederlands can achieve interesting cost benefits when the following policy is implemented on EU-level: international emission trading, biofuel directive (obligation) and international trade in renewable energy certificates. For some measures it is not allowed to implement them on an individual EU member state basis: stimulating CHP and efficiency-constraints for electric appliances.


Een overzicht naar de stand van zaken op het gebied van het EU-klimaatbeleid wordt gegeven en een analyse over de toegevoegde waarde daarvan voor het Nederlandse klimaatbeleid. Er wordt onderscheid gemaakt in huidig en toekomstig EU-klimaatbeleid. Het huidige beleid is reeds geimplementeerd, het toekomstige beleid zit tegen implementatie aan, waarbij de categorieen 'mature' en 'in the pipeline' worden gehanteerd als twee gradaties van 'tegen implementatie aan' zitten. De conclusie van dit rapport is dat het reeds ge6mplementeerde EU-beleid niet van groot aanvullend belang is voor het Nederlandse klimaatbeleid voor wat betreft de additionele emissiereducties in de periode tot 2010. Het beleid dat tegen implementatie aan zit biedt echter enkele EU-beleidsinstrumenten die naar verwachting wel kunnen leiden tot significante additionele emissiereducties ten opzichte van het beleid ingezet in de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid deel 1, namelijk de Biofuel directive, de Renewables directive en de Europese energieheffing. Voor een aantal voorstellen (bijvoorbeeld de richtlijnen voor bio-fuels en voor WKK) is de verdeling van de voorgestelde Europese doelstelling over de individuele lidstaten van groot belang voor mogelijke additionele effecten. Voor wat betreft het instrumenteel belang lijkt het directe effect voor Nederland gering: de meeste van de genoemde maatregelen kunnen en mogen ook uitsluitend op Nederlands niveau worden ingesteld. Echter, implementatie van beleid op Europees niveau kan de haalbaarheid en acceptatie van de nationale beleidsmaatregelen mogelijk vergroten, kan in een aantal gevallen leiden tot interessante kostenbesparingen dan wel bijdragen aan totstandkoming van eerlijke concurrentieverhoudingen (een 'level playing field'). Nederland kan belangrijke kostenvoordelen halen wanneer de volgende maatregelen op Europees niveau worden ingesteld: internationale emissiehandel, verplichte inzet van bio-fuels en internationale handel in groencertificaten als onderdeel van de afspraken voor promotie van duurzame energie. Een aantal maatregelen mogen niet door een EU-lidstaat op individuele basis worden geimplementeerd, namelijk stimulering van WKK en efficiency-eisen aan apparatuur.

Description
Publisher
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Sponsors
DOI
PMID
Embedded videos