Vormgeving en inrichting van domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden voor de transformatie van zorg naar gezondheid. Tussenrapportage Lerende evaluatie Regionale Samenwerking
Series / Report no.
Open Access
Type
Language
Date
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Title
Translated Title
Published in
Abstract
De toegankelijkheid van de zorg in Nederland staat onder druk. De Nederlandse bevolking heeft de komende jaren meer zorg nodig die ook complexer is, omdat steeds meer mensen chronisch ziek zijn. Verder stijgen de kosten en wordt het tekort aan zorgpersoneel steeds groter.
Een manier om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden, is dat het medisch en sociaal domein regionaal samenwerken. Dat is in 2022 in het Integrale Zorgakkoord (IZA) afgesproken. Samen werken deze partijen aan passende zorg en ondersteuning, samen met de patiënten en met de nadruk op gezondheid. Een gedeelde visie en goede afspraken zijn daarvoor belangrijk. Het RIVM brengt daarom tot 2027 de ontwikkeling en de lessen van regionale domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden in kaart. Dit deelonderzoek richt zich op de manier waarop de samenwerkingsverbanden worden georganiseerd.
Sinds 2022 zijn veel domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden een onderdeel geworden van een grotere regio waarin partijen samen werken aan het IZA. Of ze overlappen helemaal met de IZA-regio's. Het RIVM ziet wel grote verschillen tussen de samenwerkingsverbanden. Sommige richten zich op één doelgroep, bijvoorbeeld op mensen met dementie of op kinderen. Andere richten zich op de gezondheid van inwoners van een hele gemeente of een IZA-regio. Daar zijn vaak meer organisaties bij betrokken, wat vraagt om meer afstemming.
In de samenwerkingsverbanden zijn vooral veranderingen gezien op het gebied van visie en strategie. Andere factoren die belangrijk zijn om de zorg samen anders vorm te geven, zijn nog weinig veranderd. Zoals afspraken over de verdeling van geld voor zorg en ondersteuning onder samenwerkende organisaties, en het betrekken van bewoners bij bestuurlijke beslissingen. Ook blijkt dat meer dan de helft van de samenwerkingsverbanden met een leerplan werkt, maar geleerde lessen niet altijd in de praktijk brengen.
Volgens managers van de samenwerkingsverbanden is het ingewikkeld om deze factoren te veranderen, omdat dat op verschillende 'lagen' moet worden geregeld: zowel in de organisaties zelf (uitvoering, management en bestuur) als op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Het is dan ook belangrijk om de veranderingen op al deze lagen in samenhang aan te pakken en waar nodig voorbij het eigen belang te kijken.
Accessibility of care is under pressure in the Netherlands. In the coming years, the Dutch population will need more care that is also more complex, because an increasing number of people are chronically ill. Moreover, costs are rising and the shortage of healthcare workers is increasing.
One way to maintain the quality of care and keep it accessible and affordable is for the medical and social domains to cooperate at regional level. This was agreed in the Integral Care Agreement (Integraal Zorgakkoord, or IZA) in 2022. Together, these parties work to ensure appropriate care and support, in cooperation with patients and with an emphasis on health. A shared vision and proper agreements are key in that regard. For this reason, in the period up to 2027, RIVM is mapping the development of and lessons learned from regional cross-sector partnerships. This sub-project focuses on the way in which the partnerships are being organised.
Since 2022, many cross-sector partnerships have become part of a greater region in which parties work together on the IZA. Or they completely overlap with the IZA regions. RIVM does see major differences between the partnerships. Some focus on a single target group, such as children or people suffering from dementia. Others focus on the health of residents of an entire municipality or an IZA region. This often involves more organisations, which requires more coordination.
In the partnerships, changes were mainly seen in the areas of vision and strategy. There has been little change in other factors that are key in shaping care together, such as agreements on allocating funds for integrated care among cooperating organisations and involving residents in administrative decisions. It also turns out that more than half of the partnerships work with a learning plan, but they do not always put lessons learned into practice.
According to managers of the partnerships, changing these factors is complicated because this must be done at different 'levels': both within the organisations themselves (implementation, management and governance) and at local, regional and national levels. It is therefore important to tackle change on all levels in cohesion and to look beyond parties' own interests where necessary.