Loading...
Een eerste verkennende literatuurstudie over het effect van bodembeheer op het behalen van bodem-, water- en luchtdoelstellingen
Citations
Altmetric:
Series / Report no.
RIVM rapport 2020-0033
Open Access
Type
Report
Language
nl
Date
2020-05-13
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Title
Een eerste verkennende literatuurstudie over het effect van bodembeheer op het behalen van bodem-, water- en luchtdoelstellingen
Translated Title
A preliminary literature study on the effect of soil management on achieving air, water and soil targets
Published in
Abstract
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wil de kwaliteit van de Nederlandse landbouwbodems verbeteren. Daarom wil het ministerie dat alle landbouwbodems in 2030 duurzaam worden beheerd. Dit is belangrijk om voldoende gewassen te blijven produceren en minder vervuilende stoffen, zoals CO2 en stikstof, naar lucht en water uit te stoten.
Het RIVM heeft hiervoor op een rij gezet of maatregelen voor bodembeheer alleen positieve of ook negatieve effecten hebben. Maatregelen kunnen bijvoorbeeld de uitstoot van vervuilende stoffen verminderen of de bodemfuncties verbeteren. Onbedoeld kunnen maatregelen ook de uitstoot van andere stoffen vergroten of andere bodemfuncties slechter maken. Het RIVM beveelt aan om zowel de positieve als de negatieve effecten mee te laten wegen in de keuze voor beleidsmaatregelen (systeembenadering).
Een voorbeeld van een maatregel die alleen positieve effecten heeft, is begroeide stroken land langs de akker aanleggen (akkerranden). Doordat de begroeiing stikstof en fosfor opneemt, stromen deze stoffen minder weg naar de omliggende sloten. Een voorbeeld van een maatregel met positieve en negatieve effecten is bekalken. Door deze maatregel verdwijnt er minder stikstof vanuit de bodem naar het grondwater, maar komt er wel meer CO2 vrij. Ook mest onder de grond inspuiten heeft goede en slechte gevolgen. Door deze maatregel komt minder ammoniak in de lucht terecht, maar lekt er meer stikstof in het grondwater.
Deze studie is een verkenning van de wetenschappelijke literatuur. Sommige effecten zijn nog niet helemaal onderzocht. Vervolgonderzoek zou duidelijk moeten maken hoe goed een maatregel werkt vergeleken met een andere om de kwaliteit van de lucht, het water en de bodem te verbeteren. Ook moet duidelijk worden of een maatregel in de praktijk uit te voeren is.
The Dutch Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality (LNV) is committed to improving the quality of the agricultural soils in the Netherlands and aims to have all these soils under sustainable management by 2030. This is crucial if we are to continue to produce sufficient crops and emit less pollutants, such as CO2 and nitrogen, to the air and water. To this end, RIVM has determined whether soil management measures only have positive effects or negative effects, too. Measures can, for example, reduce the emission of pollutants or improve soil functions. However, measures can also, unintentionally, increase the emission of other substances or reduce the effectiveness of other soil functions. RIVM recommends taking both the positive and negative effects into account when opting for policy measures (systems approach). An example of a measure that only has positive effects is the cultivation of strips of vegetation on field margins. The vegetation takes up nitrogen and phosphorus, thus reducing the leaching of these substances to the surrounding ditches. An example of a measure that has both positive and negative effects is the application of lime. It reduces the nitrogen leaching out of the soil into the groundwater, but causes the release of more CO2. Injecting fertilizer below the soil surface also has both good and bad effects. As a result of this measure, less ammonia is released into the air but more nitrogen leaches into the groundwater. This information was obtained from an exploratory study of the scientific literature. Some effects have not yet been fully investigated. Future research should clarify how well a measure compares with others in terms of improving the quality of the air, water and soil. It should also define whether a particular measure is feasible in practice.
The Dutch Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality (LNV) is committed to improving the quality of the agricultural soils in the Netherlands and aims to have all these soils under sustainable management by 2030. This is crucial if we are to continue to produce sufficient crops and emit less pollutants, such as CO2 and nitrogen, to the air and water. To this end, RIVM has determined whether soil management measures only have positive effects or negative effects, too. Measures can, for example, reduce the emission of pollutants or improve soil functions. However, measures can also, unintentionally, increase the emission of other substances or reduce the effectiveness of other soil functions. RIVM recommends taking both the positive and negative effects into account when opting for policy measures (systems approach). An example of a measure that only has positive effects is the cultivation of strips of vegetation on field margins. The vegetation takes up nitrogen and phosphorus, thus reducing the leaching of these substances to the surrounding ditches. An example of a measure that has both positive and negative effects is the application of lime. It reduces the nitrogen leaching out of the soil into the groundwater, but causes the release of more CO2. Injecting fertilizer below the soil surface also has both good and bad effects. As a result of this measure, less ammonia is released into the air but more nitrogen leaches into the groundwater. This information was obtained from an exploratory study of the scientific literature. Some effects have not yet been fully investigated. Future research should clarify how well a measure compares with others in terms of improving the quality of the air, water and soil. It should also define whether a particular measure is feasible in practice.
Description
Publisher
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Sponsors
Strategisch Onderzoeksprogramma van het RIVM