Resistentie-ontwikkeling bij Pseudomonas aeruginosa tegen quinolonen in vitro
dc.contributor.author | de Neeling AJ | |
dc.contributor.author | Schot C | |
dc.contributor.author | van Klingeren B | |
dc.date.accessioned | 2017-02-20T07:33:31 | |
dc.date.issued | 1985-12-31 | |
dc.identifier | 842071002 | |
dc.description.abstract | Een klinisch isolaat van Ps.aeruginosa werd in vitro geselecteerd op concentratiereeksen van twee nieuwe nalidixinezuur-analogen, nl. norfloxacine en ciprofloxacine in agar. De minimaal remmende concentraties (MRC) van de twee quinolonen bedroegen resp. 0,5 en 0,12 ug/ml. Voor beide verbindingen werden na eenmaal selecteren mutanten gevonden met een MRC die 8x zo hoog was als de oorspronkelijke MRC, in een frequentie van ca. 10-8. Deze frequentie komt overeen met vroeger gevonden mutantenfrequenties van nalidixinezuur en cinoxacine. Na tweemaal selecteren werden mutanten gevonden met een MRC van 16 ug/ml norfloxacine resp. 4 ug/ml ciprofloxacine. De conclusie is dat ook bij de nieuwe quinolonen in vitro trapsgewijze resistentie-ontwikkeling kan optreden.<br> | |
dc.description.sponsorship | GHI | |
dc.language.iso | nl | |
dc.publisher | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM | |
dc.relation.ispartof | RIVM Rapport 842071002 | |
dc.relation.url | http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/842071002.html | |
dc.subject | norfloxacine | nl |
dc.subject | ciprofloxacine | nl |
dc.subject | nalidixinezuur | nl |
dc.subject | vgz; | nl |
dc.title | Resistentie-ontwikkeling bij Pseudomonas aeruginosa tegen quinolonen in vitro | nl |
dc.title.alternative | Development of resistance against quinolones in Pseudomonas aeruginosa in vitro | en |
dc.type | Report | |
dc.date.updated | 2017-02-20T06:33:32Z | |
html.description.abstract | Een klinisch isolaat van Ps.aeruginosa werd in vitro geselecteerd op concentratiereeksen van twee nieuwe nalidixinezuur-analogen, nl. norfloxacine en ciprofloxacine in agar. De minimaal remmende concentraties (MRC) van de twee quinolonen bedroegen resp. 0,5 en 0,12 ug/ml. Voor beide verbindingen werden na eenmaal selecteren mutanten gevonden met een MRC die 8x zo hoog was als de oorspronkelijke MRC, in een frequentie van ca. 10-8. Deze frequentie komt overeen met vroeger gevonden mutantenfrequenties van nalidixinezuur en cinoxacine. Na tweemaal selecteren werden mutanten gevonden met een MRC van 16 ug/ml norfloxacine resp. 4 ug/ml ciprofloxacine. De conclusie is dat ook bij de nieuwe quinolonen in vitro trapsgewijze resistentie-ontwikkeling kan optreden.<br> |