Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 680704020Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2011Translated Title
Air quality in the Netherlands in 2011Publiekssamenvatting
De concentraties van stoffen die door het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) in Nederland gemeten worden, zijn in 2011 weinig veranderd ten opzichte van voorgaande jaren. Dit komt mede doordat de gemiddelde weersomstandigheden, die van invloed zijn op de luchtkwaliteit, niet substantieel afweken. Wel zijn in de eerste maanden op meer dagen dan in voorgaande jaren hoge concentraties fijn stof gemeten, vooral tijdens droge perioden in het voorjaar.Metingen 2011
Nederland had tot 11 juni 2011 uitstel gekregen om te voldoen aan de twee Europese fijnstofnormen: de jaargemiddelde concentratie (40 microgram per kubieke meter), en het maximum aantal dagen (35) waarop de fijnstofconcentratie hoger is dan 50 microgram per kubieke meter. Daardoor golden tot die datum tijdelijk verhoogde normen, waarna de definitieve normen weer van kracht werden.
Met het oog op de doelstellingen voor de toekomst zijn de gemeten concentraties in dit jaaroverzicht zowel aan de tijdelijke als aan de definitieve normen getoetst. De jaargemiddelde concentratie fijn stof voldoet aan beide normen. Voor het maximaal toegestaan aantal dagen waarop de fijnstofconcentratie hoger is dan toegestaan, ligt dat anders. Deze norm is volgens de tijdelijk verhoogde norm niet overschreden. Als echter de definitieve Europese norm hiervoor het hele jaar zou hebben gegolden, was deze wel op een aantal LML-locaties overschreden. Dit is voor het laatste in 2007 voorgekomen.
Ook voor stikstofdioxide geldt tot 1 januari 2015 tijdelijk een verhoogde norm. Deze norm is op LML-meetlocaties niet overschreden. De definitieve Europese norm voor jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties werd op een deel van de verkeersbelaste meetlocaties in 2011 wel overschreden. Verkeer levert een belangrijke bijdrage aan de stikstofdioxideconcentratie. Op regionale en stadsachtergrondstations zijn geen overschrijdingen van deze norm geconstateerd.
Trendanalyses tot 2015
Ondanks de kleine verhoging van de jaargemiddelde fijnstofconcentraties ten opzichte van 2010 is de lange termijn trend nog steeds dalend. Voor stikstofdioxide waren de jaargemiddelde concentraties in 2011 iets lager dan in 2010, in lijn met de langjarige dalende trend. Als deze daling met dezelfde snelheid aanhoudt, is het niet zeker dat in 2015 op alle meetlocaties aan de stikstofdioxide grenswaarde wordt voldaan. Daarvoor is een sterkere afname nodig.
Vernieuwing
De concentratieniveaus van koolmonoxide en zwaveldioxide zijn in de afgelopen twintig jaar sterk gedaald. Hierdoor is de meetverplichting voor deze stoffen verminderd, en is de meetstrategie voor deze stoffen in de loop van 2011 in het LML aangepast. Daarnaast zijn in 2011 alle ozonmonitoren vervangen. De oude ozonmonitoren bleken de ozonconcentraties met circa 7 procent te laag te hebben gemeten; de historische ozonmeetreeks is daarom in 2011 gecorrigeerd.
The concentrations of atmospheric pollutants measured by the Dutch National Air Quality Monitoring Network (NAQMN) in 2011 do not differ greatly from those of preceding years. This is partly due to the absence in recent years of any extreme weather conditions that can affect air quality. However, during the first few months of 2011, there was an increase in particulate matter concentrations, especially during dry spells in the spring of 2011.
Measurements 2011
Up to June 11, 2011, the Netherlands had exemption from the European Union for complying with European particulate matter standards related to both the annual average concentration (40 micrograms per cubic meter) and the maximum number of days (35) with a maximum daily average of particulate matter concentration above 50 micrograms per cubic meter. During this period (early 2011) less stringent limit values were applicable. After this period the original limit values were reinstated.
In this annual overview, in view of the long-term objectives, both the less stringent and the original European limit values were applied to the measured particulate matter concentrations. The annual average concentration of particulate matter meets both these standards. The European limit value for the maximum number of days exceeding the less stringent daily limit was not exceeded. However, when the original daily limit was applied several exceedances at the NAQMN locations were found, something that has not occurred since 2007.
There is also a less stringent European limit value for nitrogen dioxide that is valid up to January 1, 2015. This level was not exceeded at any of the NAQMN locations. Similar to other years, exceedance of the EU standard for the annual average of nitrogen dioxide occurred at some traffic-related monitoring sites. Traffic contributes significantly to nitrogen dioxide concentrations. No exceedances were observed at rural and urban background stations.
There is also a less stringent European limit value for nitrogen dioxide that is valid up to January 1, 2015. This level was not exceeded at any of the NAQMN locations. Similar to other years, exceedance of the EU standard for the annual average of nitrogen dioxide occurred at some traffic-related monitoring sites. Traffic contributes significantly to nitrogen dioxide concentrations. No exceedances were observed at rural and urban background stations.
Trend analysis up to 2015
A trend analysis of the combined data set for particulate matter and nitrogen dioxide levels shows a decrease in concentrations over the long term, despite the slight increase in annual particulate matter levels for 2011. However, even if the decreasing trend in nitrogen dioxide concentrations continues at the same rate, compliance with the limit value at all monitoring sites by 2015 is uncertain. To guarantee such compliance requires a much stronger reduction than shown so far.
Renewal
During the past twenty years, the concentration levels of carbon monoxide and sulphur dioxide have decreased greatly. The monitoring obligations for these substances have subsequently been reduced and the NAQMN measurement strategy for these substances was adjusted in 2011. In addition, all ozone monitors were replaced in 2011. The old ozone monitors were found to underestimate ozone levels by about seven percent, therefore, a correction to the historical ozone data set was applied in 2011.
Sponsors
Directoraat-Generaal MilieubeheerCollections