Show simple item record

dc.contributor.authorMathijssen EAM
dc.contributor.authorErven R
dc.contributor.authorde Kruijf HAM
dc.date.accessioned2017-02-20T06:52:22
dc.date.issued1994-06-30
dc.identifier673710001
dc.description.abstractIn 1979 zijn op initiatief van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN-ECE) in de "Convention on Long-range Transboundary Air Pollution" (CLTAP) afspraken gemaakt met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van grootschalige luchtverontreiniging. Dit leidde tot een overleg- en onderzoekskader dat o.a. het opstellen van protocollen ondersteunt. Dit kader bestaat uit een Executive Body dat verschillende expert-, coordinatie- en werkgroepen in het leven heeft geroepen, o.a. de "Working Group on Effects". Deze omvat een aantal "International Co-operative Programmes" (ICP's) gericht op: bossen (ICP Forests), zoetwater (ICP Freshwaters), materialen en gewassen (ICP Materials, ICP Crops), alsmede het "Programme on Integrated Monitoring on Air Pollution Effects on Ecosystems" (ICP/IM) dat na intensief overleg over indicatoren en variabelen van start ging. Ook maken deel uit het "Coordination Centre for Effects" (RIVM-CCE) en de "Task Force Mapping". Het ICP/IM is een programma dat zowel biologische als fysisch-chemische indicatoren meet in een gebied. Een van de belangrijkste doelen van dit effectgerichte programma is de ondersteuning van de mathematische analyse ter bepaling van kritische niveau's en emissies (critical levels and loads) en om inzicht te verwerven in de mogelijke effecten van luchtverontreiniging op ecosystemen. Het programma ging in 1988 van start. In het ICP/IM zijn in Europa (en Canada) een 40-tal meetstations voor dit doel ingericht. De centrale opslag en verwerking van gegevens vindt plaats in het "Environment Data Centre" (EDC, National Board of Waters and the Environment, Helsinki, Finland). Jaarlijks brengt het EDC rapport(en) uit met de gegevens van alle deelnemende landen welke ook informatie kan bevatten over specifieke studies. In 1989 is een start gemaakt met het opzetten van een Nederlands meetpunt, gelegen in het "Lheebroekerzand", provincie Drenthe. Het gebied voldoet niet aan alle eisen die door ICP/IM aan monitoring gebieden worden gesteld. Het Lheebroekerzand is geclassificeerd als een B-site (biomonitoring site). De coordinatie van de monitoring activiteiten geschiedt door RIVM-ECO, dat binnen het programma als National Focal Point (NFP) voor Nederland functioneert. Op basis van de ICP/IM handleiding (Manual for Integrated Monitoring, ProgrammePhase 1993-1996) is een programma opgesteld. Daarnaast worden een aantal parameters gemeten die voor Nederland van belang zijn (aanvullend programma). Het Nederlandse monitoring programma uitgevoerd in het Lheebroekerzand bestaat uit regelmatige inventarisatie van vogels, vlinders, bladmineerders, nematoden, macrofauna van het ven Kliplo en de vegetatie ; meteorologische variabelen ; chemische analyse van lucht, neerslag, mossen, bladeren, naalden, water van het ven Kliplo, bodem en grondwater ; verschillende variabelen betreffende bosvitaliteit en decompositie-processen. Dit rapport bevat alle beschikbare resultaten van 1990, 1991 en 1992. Het is niet goed mogelijk om de meetgegevens te bespreken omdat de periode van drie jaar daarvoor te kort is. Nog niet alle indicatoren van de programma's, die gestart zijn 1993, zijn gemeten. Dit rapport bevat bovendien een aantal aanbevelingen om het programma en de communicatie met ICP/IM en het EDC te verbeteren. Het programma in Lheebroekerzand, zoals het wordt uitgevoerd vanaf begin 1993, is een omvangrijk en arbeidsintensief programma waarbij een groot aantal biologische en fysisch-chemische parameters worden gemeten. Dankzij de medewerking van vele instanties en vrijwilligers lijkt het een compleet programma dat eventueel nog wel uitgebreid kan worden. Het programma biedt, dankzij het netwerk van meetpunten, in ieder geval de mogelijkheid om massa balansen en integrale effecten van luchtverontreiniging te meten zowel op lokale schaal als op internationale schaal.<br>
dc.description.abstractIn 1979 several monitoring programmes started within the UN/ECE Convention on Long-range Transboundary Air Pollution (CLTAP) with the purpose of monitoring and assessing effects from air pollutants in the environment and to support scientifically the development of protocols within this framework. These international cooperative programmes were directed towards: forests (ICP Forests), freshwaters (ICP Freshwaters), materials and crops (ICP Materials, ICP Crops). A programme on Integrated Monitoring on Air Pollution Effects" (ICP/IM) started later after intensive discussions on indicators and parameters. The ICP/IM is a programme that monitors biological as well as chemical indicators in one site. The programme came into effect since 1988. Around 40 monitoring sites in Europe and Canada are created. Since 1989 the Netherlands developed gradually its own monitoring site at Lheebroekerzand, in the province of Drenthe. This report presents results of all available data collected in 1990, 1991 and 1992. This report contains also a number of recommendations to improve the monitoring programme and communications within the ICP/IM and EDC.<br>
dc.description.sponsorshipDGM/LE
dc.format.extent59 p
dc.language.isoen
dc.publisherRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
dc.relation.ispartofRIVM Rapport 673710001
dc.relation.urlhttp://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/673710001.html
dc.subject04nl
dc.subjectluchtnl
dc.subjectverontreinigingnl
dc.subjecteffectennl
dc.subjectgrensoverschrijdingnl
dc.subjecteuropese commissienl
dc.subjectmonitoringnl
dc.subjectbio-monitoringnl
dc.subjectnetwerknl
dc.subjecteuropanl
dc.subjectgrenswaardenl
dc.subjectecosysteemnl
dc.subjectintegrale effectennl
dc.subjectintegrale effectennl
dc.subjectun-ecenl
dc.subjecticp/im;nl
dc.subjectairen
dc.subjectpollutionen
dc.subjecteffectsen
dc.subjecttransboundaryen
dc.subjectecen
dc.subjectprogramsen
dc.subjectmonitoring networksen
dc.subjectbiomonitoringen
dc.subjectcritical loadsen
dc.subjecteuropeen
dc.subjectecosystemsen
dc.subjecticp/imen
dc.subjectun-eceen
dc.subjectintegrated monitoringen
dc.titleDevelopment of the integrated monitoring area Lheebroekerzand - the Netherlands. Data of 1990, 1991 and 1992en
dc.title.alternativeHet opzetten en uitvoeren van een monitoring programma voor het integraal meetpunt Lheebroekerzand - Nederland. Gegevens over 1990, 1991 en 1992nl
dc.typeReport
dc.contributor.departmentECO
dc.date.updated2017-02-20T05:52:23Z
html.description.abstractIn 1979 zijn op initiatief van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN-ECE) in de &quot;Convention on Long-range Transboundary Air Pollution&quot; (CLTAP) afspraken gemaakt met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van grootschalige luchtverontreiniging. Dit leidde tot een overleg- en onderzoekskader dat o.a. het opstellen van protocollen ondersteunt. Dit kader bestaat uit een Executive Body dat verschillende expert-, coordinatie- en werkgroepen in het leven heeft geroepen, o.a. de &quot;Working Group on Effects&quot;. Deze omvat een aantal &quot;International Co-operative Programmes&quot; (ICP&apos;s) gericht op: bossen (ICP Forests), zoetwater (ICP Freshwaters), materialen en gewassen (ICP Materials, ICP Crops), alsmede het &quot;Programme on Integrated Monitoring on Air Pollution Effects on Ecosystems&quot; (ICP/IM) dat na intensief overleg over indicatoren en variabelen van start ging. Ook maken deel uit het &quot;Coordination Centre for Effects&quot; (RIVM-CCE) en de &quot;Task Force Mapping&quot;. Het ICP/IM is een programma dat zowel biologische als fysisch-chemische indicatoren meet in een gebied. Een van de belangrijkste doelen van dit effectgerichte programma is de ondersteuning van de mathematische analyse ter bepaling van kritische niveau&apos;s en emissies (critical levels and loads) en om inzicht te verwerven in de mogelijke effecten van luchtverontreiniging op ecosystemen. Het programma ging in 1988 van start. In het ICP/IM zijn in Europa (en Canada) een 40-tal meetstations voor dit doel ingericht. De centrale opslag en verwerking van gegevens vindt plaats in het &quot;Environment Data Centre&quot; (EDC, National Board of Waters and the Environment, Helsinki, Finland). Jaarlijks brengt het EDC rapport(en) uit met de gegevens van alle deelnemende landen welke ook informatie kan bevatten over specifieke studies. In 1989 is een start gemaakt met het opzetten van een Nederlands meetpunt, gelegen in het &quot;Lheebroekerzand&quot;, provincie Drenthe. Het gebied voldoet niet aan alle eisen die door ICP/IM aan monitoring gebieden worden gesteld. Het Lheebroekerzand is geclassificeerd als een B-site (biomonitoring site). De coordinatie van de monitoring activiteiten geschiedt door RIVM-ECO, dat binnen het programma als National Focal Point (NFP) voor Nederland functioneert. Op basis van de ICP/IM handleiding (Manual for Integrated Monitoring, ProgrammePhase 1993-1996) is een programma opgesteld. Daarnaast worden een aantal parameters gemeten die voor Nederland van belang zijn (aanvullend programma). Het Nederlandse monitoring programma uitgevoerd in het Lheebroekerzand bestaat uit regelmatige inventarisatie van vogels, vlinders, bladmineerders, nematoden, macrofauna van het ven Kliplo en de vegetatie ; meteorologische variabelen ; chemische analyse van lucht, neerslag, mossen, bladeren, naalden, water van het ven Kliplo, bodem en grondwater ; verschillende variabelen betreffende bosvitaliteit en decompositie-processen. Dit rapport bevat alle beschikbare resultaten van 1990, 1991 en 1992. Het is niet goed mogelijk om de meetgegevens te bespreken omdat de periode van drie jaar daarvoor te kort is. Nog niet alle indicatoren van de programma&apos;s, die gestart zijn 1993, zijn gemeten. Dit rapport bevat bovendien een aantal aanbevelingen om het programma en de communicatie met ICP/IM en het EDC te verbeteren. Het programma in Lheebroekerzand, zoals het wordt uitgevoerd vanaf begin 1993, is een omvangrijk en arbeidsintensief programma waarbij een groot aantal biologische en fysisch-chemische parameters worden gemeten. Dankzij de medewerking van vele instanties en vrijwilligers lijkt het een compleet programma dat eventueel nog wel uitgebreid kan worden. Het programma biedt, dankzij het netwerk van meetpunten, in ieder geval de mogelijkheid om massa balansen en integrale effecten van luchtverontreiniging te meten zowel op lokale schaal als op internationale schaal.&lt;br&gt;
html.description.abstractIn 1979 several monitoring programmes started within the UN/ECE Convention on Long-range Transboundary Air Pollution (CLTAP) with the purpose of monitoring and assessing effects from air pollutants in the environment and to support scientifically the development of protocols within this framework. These international cooperative programmes were directed towards: forests (ICP Forests), freshwaters (ICP Freshwaters), materials and crops (ICP Materials, ICP Crops). A programme on Integrated Monitoring on Air Pollution Effects&quot; (ICP/IM) started later after intensive discussions on indicators and parameters. The ICP/IM is a programme that monitors biological as well as chemical indicators in one site. The programme came into effect since 1988. Around 40 monitoring sites in Europe and Canada are created. Since 1989 the Netherlands developed gradually its own monitoring site at Lheebroekerzand, in the province of Drenthe. This report presents results of all available data collected in 1990, 1991 and 1992. This report contains also a number of recommendations to improve the monitoring programme and communications within the ICP/IM and EDC.&lt;br&gt;


This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record