Afleiding maximumtemperatuurnorm goede ecologische toestand (GET) voor Nederlandse grote rivieren
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 607800003Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Afleiding maximumtemperatuurnorm goede ecologische toestand (GET) voor Nederlandse grote rivierenTranslated Title
Derivation of a standard for maximum temperature for the Good Ecological Status for Dutch large riversPubliekssamenvatting
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) adviseert een maximumtemperatuurnorm voor de goede ecologische toestand in grote rivieren van 25 graden C. Voor het voorjaar is een lagere maximumtemperatuur vastgesteld, namelijk 20 graden C, om de voortplanting en groei van planten en dieren niet in gevaar te brengen.De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) eist dat lidstaten hun natuurlijke oppervlaktewateren in een goede ecologische toestand (GET) brengen of houden. Dat is de vereiste situatie voor de aanwezigheid van planten- en diersoorten. De biologische normen voor GET zijn al eerder vastgelegd. Daarnaast moeten normen voor ondersteunende fysisch-chemische parameters worden vastgesteld, waaronder normen voor temperatuur. Deze norm was voor grote rivieren nog niet bepaald. De maximumtemperatuur in dit advies is lager dan de 28 graden C die vooralsnog in Nederland wordt aangehouden.
Als basis van het advies zijn literatuurgegevens en meetgegevens gebruikt van macrofauna en vissen. Daarmee is uitgerekend bij welke temperatuur de grens ligt tussen een goede en een matige ecologische toestand.
De KRW onderscheidt ook zogeheten beschermde gebieden die specifieke eisen stellen. Oppervlaktewater dat ingenomen wordt voor drinkwaterproductie mag niet warmer zijn dan 25 graden C. Het RIVM adviseert de maximale verhoging uit de Viswaterrichtlijn van 3 graden C voor karperachtigen en 1,5 graden C voor zalmachtigen intact te laten, maar adviseert nader onderzoek te doen naar de maximale verhoging. Ook andere kennishiaten zijn in kaart gebracht.
De hier geadviseerde maximumtemperatuurnorm geldt voor de GET behorende bij natuurlijke wateren. Deze zal als basis gaan dienen voor het afleiden van een norm voor de niet-natuurlijke wateren (zoals de huidige Nederlandse grote rivieren).
RIVM recommends a standard maximum temperature for the Good Ecological Status for Dutch rivers of 25 degrees C. For springtime a lower maximum temperature is recommended, viz. 20 degrees C, to ensure reproduction and growth of plants and animals.
The European Water Framework Directive (WFD) requires member states to bring or keep their natural waters in Good Ecological Status (GES), being the status required in terms of plant and animal species. The biological standards for the GES have already been determined. In addition, standards for supporting physico-chemical parameters have to be derived, including for temperature. A standard for temperature in the Dutch large rivers was not determined yet. The maximum temperature recommended here is lower than the current standard of 28 degrees C, which does not take into account the demands of the WFD.
The current advice is based on literature and measurement data for benthic invertebrate fauna and fish. This data was used to calculate the boundary between Good and Moderate Ecological Status.
The WFD also distinguishes protected areas with specific demands. Surface water used for drinking water production should not be warmer than 25 degrees C. RIVM recommends that the maximum temperature increase of 3 degrees C for cyprinid waters and 1.5 degreees C for salmonid waters, which stems from the Fish Water Directive, remains in use, but further investigation of the maximum increase in temperature is recommended. Other research recommendations were identified.
The maximum temperature standard recommended here, applies to the GES for natural waters. A standard for non-natural waters (such as the Dutch large rivers) will be derived, using the recommendation for GES as a starting point.
Description
Dit rapport is vervangen door rapport <a href=607800004.html>607800004</a>.<br>Sponsors
VROMCollections
Related items
Showing items related by title, author, creator and subject.
-
Nanodeeltjes in waterStruijs J; van de Meent D; Peijnenburg WJGM; Heugens E; de Jong W; Hagens W; de Heer C; Hofman J; Roex E; LER (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMKiwa Water ResearchRijkswaterstaat Waterdienst, 2007-11-06)De komende jaren krijgen we steeds vaker te maken met nanotechnologie. Nanodeeltjes bieden nieuwe mogelijkheden, omdat ze klein zijn. Nanotechnologie wordt nu al gebruikt in bijvoorbeeld autolak, autobanden, schoenspray en zonnebrandcreme. De markt voor nanotechnologie groeit dan ook razendsnel. Onderzoekers en gebruikers zijn het met elkaar eens: deze nieuwe technologie gaat veel betekenen. Maar bij nieuwe technologieen horen onzekerheden. Wat precies de voor- en nadelen zijn, kan niemand nog volledig inschatten. Het toenemende gebruik en de groeiende (maatschappelijke) aandacht voor de risico's van nanotechnologieen vormden de aanleiding voor een uitgebreide literatuurstudie naar de mogelijke toepassingen en risico's. Deze studie richt zich daarbij specifiek op het watermilieu en drinkwater. Het rapport 'Nanodeeltjes in water' is een gezamenlijk project van Rijkswaterstaat, Kiwa Water Research, Vewin en het RIVM; laatstgenoemde is door de regering aangewezen als 'observatiepost nanotechnologie'. De studie geeft een overzicht van de beschikbare informatie over kansen en bedreigingen van nanotechnologie in relatie tot water . Het beschrijft de tot nu toe bekende effecten van nanodeeltjes voor het watermilieu en voor de mens en de mogelijkheden voor toepassing in de (drink)waterzuivering. Er zijn echter nog diverse kennislacunes, waardoor het moeilijk is de risico's in te schatten. Daarom geeft het rapport ook aan welke zaken nog moeten worden onderzocht om beter zicht op de risico's te krijgen. Daarnaast geeft het rapport inzicht in de nationale en Europese regelgeving die betrekking heeft op nanodeeltjes. Kortom: een overzichtsrapport dat inzicht geeft in wetenschappelijke stand van zaken rond nanotechnologie in relatie tot water. Het is daarmee een aanzet voor verder onderzoek en kan als basis dienen voor beleid en regelgeving.
-
Uitvoering van maatregelen bij winningen drinkwater : Implementation of measures at drinking water extraction sitesWuijts S; van den Brink C; DDB; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMRoyal Haskoning DHV, 2015-08-25)Sinds enkele jaren worden in Nederland programma's opgesteld met afspraken over maatregelen die nodig zijn om de risico's voor de kwaliteit van bronnen van drinkwater weg te nemen of te voorkomen. Of met deze maatregelen Nederland ook zal kunnen voldoen aan de concrete kwaliteitsdoelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) voor bronnen van drinkwater, is nog niet duidelijk. Uit een inventarisatie van het RIVM blijkt dat hierover zorg bestaat bij de betrokken partijen (provincies, drinkwaterbedrijven en waterbeheerders). Wel is de bewustwording van de kwetsbaarheid van de waterwinningen bij deze partijen vergroot, evenals de betrokkenheid om mee te werken aan oplossingen. De programma's zijn onder regie van provincies en waterbeheerders opgesteld. Een van de problemen die bij de bescherming van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen speelt is dat verschillende kaders, zoals de Drinkwaterwet en de Wet bodembescherming, van toepassing zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor historische bodemverontreinigingen en het gebruik van mest. Hierdoor kan het voorkomen dat betrokken partijen voldoen aan hun wettelijke verplichtingen voor de bodem maar er toch een probleem blijft bestaan voor de kwaliteit van het water dat bestemd is voor de drinkwatervoorziening. Daarnaast zijn lozingen van vervuilende stoffen op oppervlaktewater lastig aan te pakken. Dat komt doordat veel partijen, zowel binnen Nederland als daarbuiten, betrokken zijn en ieders verantwoordelijkheid hierin niet helemaal duidelijk is. De Drinkwaterwet biedt hiervoor wel allerlei handvaten, maar die moeten wel nader worden uitgewerkt en in de praktijk gebracht.
-
Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen, uitwerking van risico's en ontwikkeling van maatregelenWuijts S; van Rijswick HFMW; Dik HHJ; IMD (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMUniversiteit UtrechtDepartement RechtsgeleerdheidDisciplinegroep Staats- en BestuursrechtCentrum voor Omgevingsrecht en -beleid/NILOS, 2008-02-19)Om de waterwinning voor drinkwater te kunnen beschermen blijken zogeheten gebiedsdossiers een nuttig instrument om informatie te bundelen die van invloed is op de waterkwaliteit van de winning. Op basis van deze informatie kunnen effectieve beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, worden ontwikkeld. Het gebiedsdossier vult het bestaande beschermingsbeleid aan. In opdracht van het ministerie van VROM heeft het RIVM een protocol opgesteld om een gebiedsdossier te ontwikkelen. Dit protocol is uitgewerkt voor drie typen waterwinning (grondwater, oevergrondwater en oppervlaktewater). Het instituut beveelt aan het instrument juridisch te verankeren in de Drinkwaterwet, zo nodig ook in de Wet Milieubeheer, en een centrale regierol bij een overheidsinstantie neer te leggen. Bij de uitvoering van maatregelen zijn verschillende overheden betrokken. Daarom is het belangrijk om bij de bestuurlijke besluitvorming over gebiedsdossiers de regierol bij een overheidsinstantie neer te leggen. Omdat provincies een verantwoordelijkheid hebben op het gebied van milieu, water en ruimtelijke ordening lijkt deze rol daar het beste te passen. Dit is de uitkomst van een workshop over gebiedsdossiers die in november 2007 plaatsvond bij het RIVM. Bij de workshop waren vertegenwoordigers van het Rijk, provincies, gemeenten, waterbeheerders en waterleidingbedrijven aanwezig. Tijdens de workshop werden de resultaten van het project gebiedsdossiers bediscussieerd. Gebiedsdossiers kunnen ook voor andere waterwinningen voor menselijke consumptie van toepassing zijn. Bijvoorbeeld om beschermingsbeleid te formuleren voor industriele grondwaterwinningen voor de productie van bier en frisdrank. Hiermee geeft Nederland invulling aan de verplichtingen van de Kaderrichtlijn Water voor industriele waterwinningen.