Show simple item record

dc.contributor.authorMattern
dc.contributor.authorF.C.M.
dc.date.accessioned2012-12-12T17:18:17Z
dc.date.available2012-12-12T17:18:17Z
dc.date.issued1984-03-26
dc.identifier247904001
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/10029/258551
dc.description.abstractN.a.v. een soortgelijk onderzoek in West-Berlijn [1] werden in de periode maart-september 1979 metingen uitgevoerd naar het 131-I-gehalte van het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie te Utrecht. De gemiddelde concentratie is gering en bedroeg ca. 1 pCi/l bij een gemiddelde afvoer van 2 mCi/maand. Het 131-I-gehalte is vrijwel uitsluitend een gevolg van medische toepassing in het Academisch Ziekenhuis (AZU). Het gebruik van 131-I per hoofd van de bevolking bedraagt in Utrecht 0,2 muCi/jaar voor diagnostiek en 2 muCi/jaar voor therapie. De gemiddelde lozingsbijdrage a.g.v. diagnostiek kan worden geschat op 25% van de aangeschafte hoeveelheid en bedraagt voor Utrecht ca. 0,06 mu Ci/jaar. De gemiddelde lozingsbijdrage als gevolg van therapie wordt geschat op ca. 2% van de aanschaf ofwel 0,04 muCi/jaar. Vergeleken met schattingen voor West-Berlijn steken de hier gevonden resultaten gunstig af, hetgeen toegeschreven kan worden aan een lager hoofdelijk 131-I-verbruik, alsmede de lage procentuele lozingsbijdrage.
dc.description.abstractAbstract not available
dc.description.sponsorshipRIVM
dc.format.extent0 p
dc.language.isonl
dc.relation.ispartofRIVM Rapport 247904001
dc.relation.urlhttp://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/247904001.html
dc.subjectmg vgznl
dc.titleHet 131-I-gehalte van het rioolwater in Utrechtnl
dc.title.alternativeI-131 in sewage of the city of Utrechten
dc.typeReport
dc.date.updated2012-12-12T17:18:18Z
html.description.abstractN.a.v. een soortgelijk onderzoek in West-Berlijn [1] werden in de periode maart-september 1979 metingen uitgevoerd naar het 131-I-gehalte van het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie te Utrecht. De gemiddelde concentratie is gering en bedroeg ca. 1 pCi/l bij een gemiddelde afvoer van 2 mCi/maand. Het 131-I-gehalte is vrijwel uitsluitend een gevolg van medische toepassing in het Academisch Ziekenhuis (AZU). Het gebruik van 131-I per hoofd van de bevolking bedraagt in Utrecht 0,2 muCi/jaar voor diagnostiek en 2 muCi/jaar voor therapie. De gemiddelde lozingsbijdrage a.g.v. diagnostiek kan worden geschat op 25% van de aangeschafte hoeveelheid en bedraagt voor Utrecht ca. 0,06 mu Ci/jaar. De gemiddelde lozingsbijdrage als gevolg van therapie wordt geschat op ca. 2% van de aanschaf ofwel 0,04 muCi/jaar. Vergeleken met schattingen voor West-Berlijn steken de hier gevonden resultaten gunstig af, hetgeen toegeschreven kan worden aan een lager hoofdelijk 131-I-verbruik, alsmede de lage procentuele lozingsbijdrage.
html.description.abstractAbstract not available


This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record