Environmental risk limits for octamethylcyclotetrasiloxane in water : A proposal for water quality standards in accordance with the Water Framework Directive
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM letter report 601714020Type
ReportLanguage
en
Metadata
Show full item recordTitle
Environmental risk limits for octamethylcyclotetrasiloxane in water : A proposal for water quality standards in accordance with the Water Framework DirectiveTranslated Title
Milieurisicogrenzen voor octamethylcyclotetrasiloxaan : Een voorstel voor waterkwaliteitsnormen volgens de Kaderrichtlijn WaterPubliekssamenvatting
Het RIVM heeft in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), milieurisicogrenzen in water bepaald voor octamethylcyclotetrasiloxaan (meestal aangeduid als D4). Deze stof wordt gebruikt in de chemische industrie, in cosmetica, huid- en haarverzorgingsproducten en in schoonmaakmiddelen. De stof is opgenomen in de Regeling Monitoring Kaderrichtlijn water, waarin staat aan welke eisen oppervlaktewater in Nederland moet voldoen. De huidige norm voor D4 is niet afgeleid volgens de meest recente methodiek, daarom moeten nieuwe waterkwaliteitsnormen worden vastgesteld. De Stuurgroep Stoffen stelt deze nieuwe normen vast op basis van de wetenschappelijke advieswaarden in dit rapport.Stapeling in de voedselketen onderzocht
D4 heeft bij langdurige blootstelling effecten op de groei en voortplanting van waterorganismen. Vanuit het water komt de stof ook terecht in vissen en dieren die 'hoger' in de voedselketen zitten. Daarom houdt de voorgestelde norm voor langdurige blootstelling (0,19 microgram per liter) rekening met de mate waarin mensen en/of vogels en zoogdieren aan de stof worden blootgesteld via het eten van vis.
Analyseprobleem
Het is lastig om D4 nauwkeurig te meten in water. De stof bindt sterk aan organische stof in het water en verdampt tegelijkertijd snel uit water. Omdat D4 in zoveel producten voor persoonlijke verzorging zit, is er bovendien een risico dat de degenen die met de monsters werken per ongeluk het monster in aanraking brengen met de stof. Daarnaast kunnen de resultaten worden beïnvloed, omdat onderdelen van de meetapparatuur soms soortgelijke stoffen bevatten. Om de voorgestelde norm te kunnen aantonen, zou de analysetechniek daarom moeten worden verbeterd.
RIVM has derived environmental risk limits for octamethylcyclotetrasiloxane (D4) in water. D4 is used as an intermediate in the chemical industry, in cosmetics, skin- and hair-care products, and cleaning products. The compound is listed in Dutch legislation on monitoring and quality objectives in the context of the Water Framework Directive (WFD). The current water quality standard for D4 has to be updated according to the WFD-methodology. The ERLs derived in this report are advisory values that serve as a scientific background for the Dutch Steering Committee for Substances, which is responsible for setting those standards.
Food chain accumulation
Long-term exposure to D4 affects growth and reproduction of water organisms. The compound also accumulates from water into fish and predators. The proposed standard for long-term exposure (0.19 microgram per liter) therefore also considers exposure of humans and/or predatory birds and mammals via consumption of fish.
Improved analytics needed
It is hard to accurately measure concentrations of D4 in water. The compound strongly binds to organic matter, and is volatile as well. The use of D4 in personal care products poses a risk for accidental contamination of samples by the staff during collection and handling of samples. In addition, siloxane-like materials are sometimes applied in analytical equipment, thereby interfering with the analysis. Improved analytical methods are needed for compliance check.
Description
Alleen digitaal verschenen<br>Sponsors
Ministerie van Infrastructuur en MilieuCollections
Related items
Showing items related by title, author, creator and subject.
-
Nanodeeltjes in waterStruijs J; van de Meent D; Peijnenburg WJGM; Heugens E; de Jong W; Hagens W; de Heer C; Hofman J; Roex E; LER (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMKiwa Water ResearchRijkswaterstaat Waterdienst, 2007-11-06)De komende jaren krijgen we steeds vaker te maken met nanotechnologie. Nanodeeltjes bieden nieuwe mogelijkheden, omdat ze klein zijn. Nanotechnologie wordt nu al gebruikt in bijvoorbeeld autolak, autobanden, schoenspray en zonnebrandcreme. De markt voor nanotechnologie groeit dan ook razendsnel. Onderzoekers en gebruikers zijn het met elkaar eens: deze nieuwe technologie gaat veel betekenen. Maar bij nieuwe technologieen horen onzekerheden. Wat precies de voor- en nadelen zijn, kan niemand nog volledig inschatten. Het toenemende gebruik en de groeiende (maatschappelijke) aandacht voor de risico's van nanotechnologieen vormden de aanleiding voor een uitgebreide literatuurstudie naar de mogelijke toepassingen en risico's. Deze studie richt zich daarbij specifiek op het watermilieu en drinkwater. Het rapport 'Nanodeeltjes in water' is een gezamenlijk project van Rijkswaterstaat, Kiwa Water Research, Vewin en het RIVM; laatstgenoemde is door de regering aangewezen als 'observatiepost nanotechnologie'. De studie geeft een overzicht van de beschikbare informatie over kansen en bedreigingen van nanotechnologie in relatie tot water . Het beschrijft de tot nu toe bekende effecten van nanodeeltjes voor het watermilieu en voor de mens en de mogelijkheden voor toepassing in de (drink)waterzuivering. Er zijn echter nog diverse kennislacunes, waardoor het moeilijk is de risico's in te schatten. Daarom geeft het rapport ook aan welke zaken nog moeten worden onderzocht om beter zicht op de risico's te krijgen. Daarnaast geeft het rapport inzicht in de nationale en Europese regelgeving die betrekking heeft op nanodeeltjes. Kortom: een overzichtsrapport dat inzicht geeft in wetenschappelijke stand van zaken rond nanotechnologie in relatie tot water. Het is daarmee een aanzet voor verder onderzoek en kan als basis dienen voor beleid en regelgeving.
-
Uitvoering van maatregelen bij winningen drinkwater : Implementation of measures at drinking water extraction sitesWuijts S; van den Brink C; DDB; M&V (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMRoyal Haskoning DHV, 2015-08-25)Sinds enkele jaren worden in Nederland programma's opgesteld met afspraken over maatregelen die nodig zijn om de risico's voor de kwaliteit van bronnen van drinkwater weg te nemen of te voorkomen. Of met deze maatregelen Nederland ook zal kunnen voldoen aan de concrete kwaliteitsdoelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) voor bronnen van drinkwater, is nog niet duidelijk. Uit een inventarisatie van het RIVM blijkt dat hierover zorg bestaat bij de betrokken partijen (provincies, drinkwaterbedrijven en waterbeheerders). Wel is de bewustwording van de kwetsbaarheid van de waterwinningen bij deze partijen vergroot, evenals de betrokkenheid om mee te werken aan oplossingen. De programma's zijn onder regie van provincies en waterbeheerders opgesteld. Een van de problemen die bij de bescherming van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen speelt is dat verschillende kaders, zoals de Drinkwaterwet en de Wet bodembescherming, van toepassing zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor historische bodemverontreinigingen en het gebruik van mest. Hierdoor kan het voorkomen dat betrokken partijen voldoen aan hun wettelijke verplichtingen voor de bodem maar er toch een probleem blijft bestaan voor de kwaliteit van het water dat bestemd is voor de drinkwatervoorziening. Daarnaast zijn lozingen van vervuilende stoffen op oppervlaktewater lastig aan te pakken. Dat komt doordat veel partijen, zowel binnen Nederland als daarbuiten, betrokken zijn en ieders verantwoordelijkheid hierin niet helemaal duidelijk is. De Drinkwaterwet biedt hiervoor wel allerlei handvaten, maar die moeten wel nader worden uitgewerkt en in de praktijk gebracht.
-
Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen, uitwerking van risico's en ontwikkeling van maatregelenWuijts S; van Rijswick HFMW; Dik HHJ; IMD (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMUniversiteit UtrechtDepartement RechtsgeleerdheidDisciplinegroep Staats- en BestuursrechtCentrum voor Omgevingsrecht en -beleid/NILOS, 2008-02-19)Om de waterwinning voor drinkwater te kunnen beschermen blijken zogeheten gebiedsdossiers een nuttig instrument om informatie te bundelen die van invloed is op de waterkwaliteit van de winning. Op basis van deze informatie kunnen effectieve beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, worden ontwikkeld. Het gebiedsdossier vult het bestaande beschermingsbeleid aan. In opdracht van het ministerie van VROM heeft het RIVM een protocol opgesteld om een gebiedsdossier te ontwikkelen. Dit protocol is uitgewerkt voor drie typen waterwinning (grondwater, oevergrondwater en oppervlaktewater). Het instituut beveelt aan het instrument juridisch te verankeren in de Drinkwaterwet, zo nodig ook in de Wet Milieubeheer, en een centrale regierol bij een overheidsinstantie neer te leggen. Bij de uitvoering van maatregelen zijn verschillende overheden betrokken. Daarom is het belangrijk om bij de bestuurlijke besluitvorming over gebiedsdossiers de regierol bij een overheidsinstantie neer te leggen. Omdat provincies een verantwoordelijkheid hebben op het gebied van milieu, water en ruimtelijke ordening lijkt deze rol daar het beste te passen. Dit is de uitkomst van een workshop over gebiedsdossiers die in november 2007 plaatsvond bij het RIVM. Bij de workshop waren vertegenwoordigers van het Rijk, provincies, gemeenten, waterbeheerders en waterleidingbedrijven aanwezig. Tijdens de workshop werden de resultaten van het project gebiedsdossiers bediscussieerd. Gebiedsdossiers kunnen ook voor andere waterwinningen voor menselijke consumptie van toepassing zijn. Bijvoorbeeld om beschermingsbeleid te formuleren voor industriele grondwaterwinningen voor de productie van bier en frisdrank. Hiermee geeft Nederland invulling aan de verplichtingen van de Kaderrichtlijn Water voor industriele waterwinningen.