Vervolgonderzoek dioxinen in koemelk van melkveebedrijven bij Vlaardingen (Lickebaertgebied)
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Authors
de Jong APJMLiem AKD
den Boer AC
Marsman JA
den Hartog RS
Groenemeijer GS
Hoogerbrugge R
Kootstra PR
van 't Klooster HA
Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Vervolgonderzoek dioxinen in koemelk van melkveebedrijven bij Vlaardingen (Lickebaertgebied)Translated Title
Continued investigation dioxins in cow milk from dairy cattle industries naar Vlaardingen (Lickebaert area)Publiekssamenvatting
Dit rapport betreft een vervolgonderzoek naar het gehalte van de zeventien toxische congeneren van polychloor-dibenzo-p-dioxinen (PCDD's) en polychloor-dibenzofuranen (PCDF's) (kortheidshalve "dioxinen" genoemd) in monsters koemelk, genomen bij melkveebedrijven in het gebied dat wordt begrensd door de Nieuwe Waterweg, de Noordvliet en de Vlaardingervaart, hier aangeduid als het "Lickebaertgebeid". Het dioxinegehalte wordt uitgedrukt in picogram 2,3,7,8-TCDD-toxiciteits-equivalenten (TEQ) per gram melkvet. Van een vijftal melkveebedrijven in dit gebied zijn over een periode van drie weken in september/oktober 1989 per bedrijf tijdgemiddelde dioxinegehalten bepaald. Daarnaast zijn dioxinegehalten bepaald in monsters mengmelk, op drie data in de periode augustus- september '89 genomen uit tanks van de rijdende melkontvangst (RMO), waarmee de dagproduktie van de melkveebedrijven in dit gebied wordt verzameld. Uit de onderzoeksresultaten zijn de volgende conclusies getrokken. 1. De tijdgemiddelde dioxinegehalten van melk van vijf melkveebedrijven in het Lickebaertgebied, per bedrijf verzameld in de periode 19 september - 7 oktober 1989, liggen tussen 5,1 +- 0,3 en 10,3 +- 0,5 pg TEQ/g melkvet. Het gemiddelde gehalte bedraagt 7,2 pg TEQ/g melkvet. Met uitzondering van de waarde van 5,1 pg TEQ/g melkvet liggen deze gehalten derhalve boven de thans geldende Warenwet-norm van 6 pg TEQ/g melkvet. 2. Het thans gevonden gemiddelde dioxinegehalte van 7,2 pgTEQ/g melkvet ligt circa 27% lager dan het gemiddelde gehalte van de in mei 1989 bij dezelfde bedrijven genomen monsters (9,8 pg TEQ/g melkvet) en is ongeveer gelijk aan het nieveau in de melkmonsters van twee bedrijven, genomen in juni '89 (gemiddeld 7,0 pg TEQ/g melkvet). 3. In monsters mengmelk, genomen uit RMO-tanks op 17 augustus, 5 en 28 september 1989, zijn dioxinegehalten bepaald van respectievelijk 4,4 +- 0,2, 4,5 +- 0,2 en 4,5 +- 0,2 pg TEQ/g melkvet. De RMO-melk van 17 augustus en 28 september was afkomstig van 21 bedrijven, die van 5 september van 15 bedrijven in het Lickebaertgebied. Uit deze gegevens kan, in samenhang met conclusie 1, worden afgeleid dat op een zeker tijdstip er sprake kan zijn van aanmerkelijke locale verschillen in het dioxinegehalte van de melk in het Lickebaertgebied. 4. Uit de tot nu toe beschikbare onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd, dat in het Lickebaertgebied het dioxinegehalte van de melk per bedrijf op verschillende tijdstippen binnen een periode van enkele maanden significante verschillen kan vertonen.<br>Sponsors
HIMHHIL: VVP
Collections