Preventie van kanker, een rol voor anticarcinogene stoffen in de voeding
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Preventie van kanker, een rol voor anticarcinogene stoffen in de voedingTranslated Title
Cancer prevention, a role for anticarcinogenic substances in foodPubliekssamenvatting
Op basis van epidemiologisch en (dier)experimenteel onderzoek is reeds langer bekend dat de meest voorkomende vormen van humane kanker waarschijnlijk te wijten zijn aan levensstijl factoren (inclusief voedingsgewoontes), in combinatie met genetische factoren die verantwoordelijk zijn voor individuele verschillen in gevoeligheid. Daarnaast heeft dit onderzoek meer recent ook geleid tot de identificatie (of postulatie) van een aantal (klassen van) stoffen, met name in de voeding, waaraan een beschermende werking tegen kanker kan worden toegeschreven. Stoffen die kanker veroorzaken worden carcinogene stoffen genoemd terwijl de tegen kanker beschermende stoffen als anticarcinogeen worden aangeduid. Dit zijn bijvoorbeeld vitamine C, beta-caroteen en vezels, maar ook non-nutrienten zoals bijvoorbeeld flavonoiden. Ten aanzien van deze beschermende stoffen is tot op heden nog weinig bekend over de rol en het belang van de afzonderlijke componenten, over hun mogelijke werkingsmechanismen en over mogelijke synergistische of antagonistische effecten ervan. In dit rapport wordt een beknopt overzicht gegeven van het mechanisme van de tumorontwikkeling en de mogelijke werking van carcinogene stoffen en anticarcinogene stoffen hierop. Tevens wordt de epidemiologische kennis over voeding en kanker, met name de beschermende effecten van groenten en fruit, samengevat. Aan de hand hiervan worden voorstellen gedaan voor verder onderzoek in het RIVM op het gebied van de anticarcinogenese die nauw aansluiten bij de reeds lopende projecten en de aanwezige expertise. Gezien de huidige lacunes in de wetenschappelijke kennis op dit terrein omvat dit: (i) bepalen van de antimutagene werking (in vitro systemen ; AMES test), immunomodulerende effecten van potentiele anticarcinogene verbindingen (voorlopig o.a. flavonoiden), (ii) het uitvoeren van anticarcinogeniteits studies in proefdieren met specifieke aandacht voor colon- en huidtumoren (iii) op basis van het voorafgaande het ontwikkelen van biomerkers van blootstelling, biologisch effect en respons, subklinische aandoeningen en verschillen in individuele gevoeligheid die toepasbaar zijn in epidemiologisch onderzoek. Hiermee geintegreerd loopt het epidemiologisch onderzoek (o.a. EPIC-studie) dat een informatieinstrument vormt t.b.v. stofkeuzes in (i) en (ii) en dat gericht is op (a) het kwantitatief onderzoeken van de relatie tussen de hoge consumptie van groenten en fruit en het ontstaan van diverse vormen van kanker en (b) de verdere differentiatie hiervan naar typen groenten en fruit. Geconcludeerd wordt dat vanuit volksgezondheidsbeleid en specifiek de kankerpreventie-doelstelling het onderzoek naar beschermende factoren van belang is aangezien dit zou kunnen leiden tot aanbevelingen voor de consumptie van (a) voedingsmiddelen die rijk zijn aan anticarcinogene verbindingen en/of (b) afzonderlijke stoffen met kankerbeschermende werking. Gezien de aanwezige expertise in verschillende afdelingen (CCM, LCM, BFT, PAT) van het RIVM is het wenselijk om de thans lopende onderzoekslijnen op genoemde wijze op elkaar af te stemmen en te integreren in een bovensectoraal multidisciplinair onderzoekprogramma.<br>Epidemiologic studies and animal experiments have shown that the most common forms of human cancer are related to life-style factors (including dietary habits) in combination with genetic factors that influence the susceptibility of individuals to these life-style factors. Recent research has also led to the identification (or postulation) of a number of compounds or classes of compounds, largely of dietary origin, which may prevent the development of cancer. In contrast to the so-called carcinogens which enhance tumor development, these inhibitory compounds are referred to as anticarcinogens. Anticarcinogens comprise not only (micro)nutrients such as vitamin C, beta-carotene and dietary fibers, but also non-nutrients such as flavonoids. Only little is known about the importance and the function of specific compounds, their mechanisms of action and possible synergistic or antagonistic effects. In the present report a short overview on the mechanisms of tumor development and the potential enhancing effects of carcinogens and inhibitory effects of anticarcinogens will be presented. In addition the available epidemiologic evidence on diet and cancer, with emphasis on the protective effects of vegetables and fruits, will be briefly summarized. Based on these summaries, perspectives for future research on anticarcinogenesis will be discussed, which are closely related to ongoing projects at RIVM. In view of the gaps in our knowledge, this comprises the following aspects: (i) determination of the antimutagenic activities (in vitro tests ; AMES test), modulation of immune functions by specific potential anticarcinogens (e.g. flavonoids), (ii) in vivo animal experiments to determine anticarcinogenic activities, with special emphasis on skin and colonic tumors, (iii) development of different biomarkers that can be applied in epidemiologic studies. The RIVM is also involved in epidemiological research like the EPIC cohort study on diet and cancer which will provide information for the choice of compounds in (i) and (ii). EPIC is oriented at (a) quantifying the association between vegetables and fruit consumption and cancer risk and (b) identifying specific protective vegetable and fruit types. We conclude that, in view of public health policy and in particular in relation to cancer prevention, research on cancer protective factors in the human diet is of utmost importance. This research could lead to specific recommendations for the consumption of foods with a high content of anticarcinogens and/or specific food components with anticarcinogenic potential. Since the RIVM already has a number of projects and expertise in this area, it is eminent to integrate these different projects into a common multidisciplinary research programme.<br>
Sponsors
RIVMCollections