Show simple item record

dc.contributor.authorOoik A van
dc.contributor.authorBurg-van Essen G van den
dc.contributor.authorRitsema R
dc.contributor.authorLoon JW van
dc.contributor.authorVaessen HAMG
dc.date.accessioned2012-12-12T20:22:48Z
dc.date.available2012-12-12T20:22:48Z
dc.date.issued1996-03-31
dc.identifier515004001
dc.identifier.urihttp://hdl.handle.net/10029/260402
dc.description.abstractBeschreven worden de resultaten van het onderzoek naar de dagelijkse ijzerinname met de voeding, inclusief drank en drinkwater. Hiervoor zijn 123 duplicaten van 24-uurs voedingen verzameld in de regio Utrecht waarbij twee groepen vrijwilligers zijn geselecteerd die, sociaal en qua leeftijd, een zo getrouw mogelijk beeld vormen van de Nederlandse volwassen bevolking. Een groep (n=62) bemonsterde hun voeding in maart 1994 en de tweede groep (n=61) in september 1994. De voedingen zijn verzameld en gehomogeniseerd waarna deelporties zijn gevriesdroogd. Het gehalte aan ijzer is bepaald in het gevriesdroogde materiaal door analyseporties te ontsluiten, het ijzer vervolgens te complexeren met bathofenanthroline en het complex te meten met molecuul absorptie spectrometrie. Herhaalde analyses van enkele monsters 24-uurs voeding alsmede analyse van porties referentiemateriaal 'Brown Bread' (BCR 191) bevestigden dat de resultaten van deze bepalingen voldeden aan de prestatiekenmerken van de methode. De voedingen verzameld in het voorjaar verschillen als bron voor de ijzervoorziening nauwelijks met de voedingen die in het najaar zijn verzameld. Derhalve zijn de voedingen samengevoegd tot een studie met 123 monsters. Ten opzichte van de vergelijkbare studie uit 1984/1985 is nu gemiddeld meer 24-uurs voeding geconsumeerd hetgeen heeft geleid tot een enigszins grotere ijzerinname door respondenten. De ijzerinname bedroeg in 1994 gemiddeld 9,6 mg per persoon en per dag met een bereik van 3,9 tot 24,5 mg. Ten opzichte van de aanbevolen hoeveelheden, zoals de Voedingsraad die heeft vastgesteld, is de dagelijkse ijzervoorziening voor volwassen mannen en voor vrouwen van 50 jaar en ouder gemiddeld voldoende. Voor volwassen vrouwen jonger dan 50 jaar is de ijzerinname aanzienlijk lager dan wordt aanbevolen. Voor deze groep bedraagt de ijzervoorziening gemiddeld zelfs minder dan 60% van de wenselijk geachte hoeveelheid. De relatie tussen de ijzerinname en de gezondheidstoestand verdient voor deze groep derhalve nadere bestudering.
dc.description.abstractResults are presented of a study on the daily dietery intake, including drinks and drinking water, of iron. For this purpose 123 duplicate portions of 24-hours diets were collected in the Utrecht region. Two groups of volunteers were selected which, socially and in age, reflect best the Dutch adult population. One group (n=62) sampled their diets in March 1994, the other group (n=61) in September 1994. The diets were collected and homogenised whereupon subsamples were lyophilised. The iron content of the lyophilised samples was determined after decomposition of organic matter, complexing the iron with bathophenanthroline and measuring the complex with molecular absorption spectrometry. Results of replicate analyses of samples and portions of the reference material 'Brown Bread' (BCR 191) confirmed that the determinations were in line with the performance characteristics of the method. The diets sampled in spring hardly differ in iron from the diets sampled in autumn. Thus, all diets are considered as one study with 123 samples. In comparison with the 24-hour diet study of 1984/1985 the amount of 24-hour diet consumed is, on average, higher in this study, resulting in a slight raise in the iron intake. The daily dietary intake of iron measured now ranged from 3.9 to 24.5 mg, with a mean value of 9.6 mg. In comparison with the recommended dietary allowance established by the Dutch Food and Nutrition Board the mean daily intake of iron is adequate for male and female adults older than 50 years. The iron intake for female adults younger than 50 years, is considerably below the recommendation. The average iron provision of this group is even less than 60% of the amount generally considered as adequate. Therefore the relation between the iron intake and the health status of this group needs further investigation.
dc.description.sponsorshipHIGB
dc.format.extent27 p
dc.language.isonl
dc.relation.ispartofRIVM Rapport 515004001
dc.relation.urlhttp://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/515004001.html
dc.subject02nl
dc.subjectduplicaat 24-uurs voedingennl
dc.subjectdietary intakeen
dc.subjectironen
dc.subjectnetherlandsen
dc.titleDuplicaat 24-uurs voedingen 1994 - ijzerinname -nl
dc.title.alternative24-hours total diet study 1994 - intake of iron -en
dc.typeReport
dc.contributor.departmentLAC
dc.date.updated2012-12-12T20:22:48Z
html.description.abstractBeschreven worden de resultaten van het onderzoek naar de dagelijkse ijzerinname met de voeding, inclusief drank en drinkwater. Hiervoor zijn 123 duplicaten van 24-uurs voedingen verzameld in de regio Utrecht waarbij twee groepen vrijwilligers zijn geselecteerd die, sociaal en qua leeftijd, een zo getrouw mogelijk beeld vormen van de Nederlandse volwassen bevolking. Een groep (n=62) bemonsterde hun voeding in maart 1994 en de tweede groep (n=61) in september 1994. De voedingen zijn verzameld en gehomogeniseerd waarna deelporties zijn gevriesdroogd. Het gehalte aan ijzer is bepaald in het gevriesdroogde materiaal door analyseporties te ontsluiten, het ijzer vervolgens te complexeren met bathofenanthroline en het complex te meten met molecuul absorptie spectrometrie. Herhaalde analyses van enkele monsters 24-uurs voeding alsmede analyse van porties referentiemateriaal 'Brown Bread' (BCR 191) bevestigden dat de resultaten van deze bepalingen voldeden aan de prestatiekenmerken van de methode. De voedingen verzameld in het voorjaar verschillen als bron voor de ijzervoorziening nauwelijks met de voedingen die in het najaar zijn verzameld. Derhalve zijn de voedingen samengevoegd tot een studie met 123 monsters. Ten opzichte van de vergelijkbare studie uit 1984/1985 is nu gemiddeld meer 24-uurs voeding geconsumeerd hetgeen heeft geleid tot een enigszins grotere ijzerinname door respondenten. De ijzerinname bedroeg in 1994 gemiddeld 9,6 mg per persoon en per dag met een bereik van 3,9 tot 24,5 mg. Ten opzichte van de aanbevolen hoeveelheden, zoals de Voedingsraad die heeft vastgesteld, is de dagelijkse ijzervoorziening voor volwassen mannen en voor vrouwen van 50 jaar en ouder gemiddeld voldoende. Voor volwassen vrouwen jonger dan 50 jaar is de ijzerinname aanzienlijk lager dan wordt aanbevolen. Voor deze groep bedraagt de ijzervoorziening gemiddeld zelfs minder dan 60% van de wenselijk geachte hoeveelheid. De relatie tussen de ijzerinname en de gezondheidstoestand verdient voor deze groep derhalve nadere bestudering.
html.description.abstractResults are presented of a study on the daily dietery intake, including drinks and drinking water, of iron. For this purpose 123 duplicate portions of 24-hours diets were collected in the Utrecht region. Two groups of volunteers were selected which, socially and in age, reflect best the Dutch adult population. One group (n=62) sampled their diets in March 1994, the other group (n=61) in September 1994. The diets were collected and homogenised whereupon subsamples were lyophilised. The iron content of the lyophilised samples was determined after decomposition of organic matter, complexing the iron with bathophenanthroline and measuring the complex with molecular absorption spectrometry. Results of replicate analyses of samples and portions of the reference material 'Brown Bread' (BCR 191) confirmed that the determinations were in line with the performance characteristics of the method. The diets sampled in spring hardly differ in iron from the diets sampled in autumn. Thus, all diets are considered as one study with 123 samples. In comparison with the 24-hour diet study of 1984/1985 the amount of 24-hour diet consumed is, on average, higher in this study, resulting in a slight raise in the iron intake. The daily dietary intake of iron measured now ranged from 3.9 to 24.5 mg, with a mean value of 9.6 mg. In comparison with the recommended dietary allowance established by the Dutch Food and Nutrition Board the mean daily intake of iron is adequate for male and female adults older than 50 years. The iron intake for female adults younger than 50 years, is considerably below the recommendation. The average iron provision of this group is even less than 60% of the amount generally considered as adequate. Therefore the relation between the iron intake and the health status of this group needs further investigation.


This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record