Prioritaire stoffen in het milieu. Analyse van de milieudruk en -kwaliteit in Nederland over de periode 1990 - 2005
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 607880005Type
OnderzoeksrapportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Prioritaire stoffen in het milieu. Analyse van de milieudruk en -kwaliteit in Nederland over de periode 1990 - 2005Translated Title
Priority pollutants in the environment. Pressure and state of the environment 1990 - 2005Publiekssamenvatting
De afgelopen vijftien jaar is de problematiek over de aanwezigheid van prioritaire stoffen in het Nederlandse milieu afgenomen. De milieudruk (emissies van schadelijke stoffen naar lucht, water en bodem) is afgenomen en de milieukwaliteit (concentraties van schadelijke stoffen in het milieu) is verbeterd. Voor een aantal stoffen is het verbetertempo echter te laag om de beleidsdoelstellingen in 2010 te kunnen halen.Prioritaire stoffen zijn milieuschadelijke stoffen, die in het milieubeleid met voorrang worden behandeld en waarvoor beleidsdoelstellingen voor het jaar 2010 zijn opgesteld. Er zijn nog steeds stoffen waarvan de emissies hoger zijn dan het voor 2010 gestelde maximum. Ook zijn concentraties nog vaak hoger dan de gestelde streefwaarden, die vanaf 2010 niet meer mogen worden overschreden.
Dit blijkt uit het verloop van berekende milieudruk- en milieukwaliteitsindicatoren. Met dergelijke indicatoren wordt getalsmatig uitgedrukt hoever de huidige milieudruk en milieukwaliteit afwijken van de beleidsdoelstellingen ('distance to target').
Wat betreft emissie blijkt dat vooral voor cadmium het emissieplafond naar lucht, water en bodem wordt overschreden. Voor de zware metalen koper en zink is vaak de uitstoot naar water en bodem te hoog.
Concentraties van zwaveldioxide, stikstofdioxiden, koolmonoxide, lood en ozon in lucht liggen vaak boven de streefwaarden. Dit geldt ook voor concentraties van koper in oppervlaktewater. In het grondwater liggen de concentraties van chroom, cadmium en nikkel regelmatig boven de streefwaarden.
In the past fifteen years, the problem of environmental pollution due to the presence of priority pollutants has decreased considerably in The Netherlands. The environmental pressure (emissions of substances to air, surface water and soil) has decreased and concomitantly the environmental state (concentrations of substances in the environment) has improved. However, for a number of substances the problem of environmental pollution by priority pollutants is not decreasing at a rate which ensures the achievement of policy goals formulated for 2010.
Priority substances are chemicals that are harmful to the environment and that are addressed with priority by the environmental policy. For these substances policy goals have been formulated for 2010. For some of these the emissions have remained higher than the maximum value set for 2010. Moreover, also the concentrations are still higher than the policy goals that must not be exceeded after 2010.
This appears from the course in time of the environmental pressure and state indicators that have been calculated from emission and concentration data. These indicators express numerically how far the present environmental pressure and environmental state differ from the policy goals ('distance to target').
With regards to the emissions, it has appeared that especially for cadmium the emission maximum to air, surface water and soil is still being exceeded. The heavy metals copper and zinc are often being emitted at too high amounts to the surface water and the soil.
The concentrations of sulfur dioxide, nitrous oxides, carbon monoxide, lead and ozone in the air are often found above the goal values. This also goes for the copper concentrations in the surface water. Regularly, chromium, cadmium and nickel are being found in the groundwater at concentrations above the goals for the environmental state
Sponsors
VROM-DGM-SASCollections
Related items
Showing items related by title, author, creator and subject.
-
FEAT - Flash Environmental Assessment Tool to identify acute environmental risks following disasters. The tool, the explanation and a case studyvan Dijk S; Brand E; de Zwart D; Posthuma L; Middelaar J van; IMG (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMDHV, 2009-07-16)Voor veldteams van de Verenigde Naties die bij (natuur)rampen worden ingezet is de methode Flash Environmental Assessment Tool (FEAT) ontwikkeld. Hiermee kan worden ingeschat in welk gebied effecten van vrijgekomen chemische stoffen voor mens en milieu te verwachten zijn. De methode geeft aan welke van de getroffen bedrijven het meeste gevaar voor mens en milieu vormen, zodat daar met prioriteit naar kan worden gehandeld. FEAT is bedoeld voor de eerste uren en dagen na de ramp, en is op locatie te gebruiken. Uitgangspunt is de maximale omvang van het gebied waarin risico's te verwachten zijn. Het instrument is ontwikkeld door het RIVM, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), en DHV-Raadgevend Ingenieurs. De methode vertaalt een grote hoeveelheid wetenschappelijke informatie over stoffen, hun milieugedrag, en hun toxiciteit naar drie soorten effecten. Dit zijn directe effecten op de mens, directe effecten op natuur en zogeheten life support functies (zoals drinkwater, landbouwgewassen en de visstand) en langetermijneffecten op mens en milieu. De mogelijke effecten worden weergegeven in een zone rond het bedrijf waarbinnen risico's kunnen worden verwacht. FEAT verwerkt de beschikbare informatie trapsgewijs. Hierdoor kan steeds gedetailleerdere informatie worden ingevoerd. Hoe minder details beschikbaar zijn, hoe 'ruimer' de indicatie van gevaren wordt (worstcase-inschatting). Op deze wijze geeft FEAT snel en betrouwbaar inzicht in welk gebied de te verwachten risico's hun weerslag hebben. Dit rapport bestaat ut drie secties. Sectie I beschrijft de onderbouwing van FEAT. Sectie II geeft een voorbeeldstudie van het gebruik van FEAT. Sectie III omvat de complete gebruikersversie (FEAT 1.0), zoals die door UNDAC-veldteams gebruikt wordt.
-
Guidance for the derivation of environmental risk limits within the framework of 'International and national environmental quality standards for substances in the Netherlands' (INS). Revision 2007van Vlaardingen PLA; Verbruggen EMJ; SEC (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2007-11-13)Dit rapport is de handleiding voor het afleiden van milieurisicogrenzen die worden gebruikt in het Nederlandse milieubeleid. Het rapport is een herziening van de INS-handleiding uit 2001. Nederland onderscheidt vier milieurisicogrenzen: het verwaarloosbaar risiconiveau (VR), het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR), het ernstig risiconiveau (ER) en de maximaal toelaatbare concentratie voor ecosystemen (MACeco). Welke basisgegevens zijn nodig voor het afleiden van een milieurisicogrens? De handleiding geeft dit overzicht en beschrijft hoe deze literatuurgegevens moeten worden geevalueerd op juistheid en bruikbaarheid. Vervolgens wordt de methodiek voor het afleiden van milieurisicogrenzen beschreven, inclusief de benodigde berekeningen. Voor water en sediment is deze gelijk aan de methodiek zoals voorgeschreven voor de Europese Kaderrichtlijn Water. Voor bodem is direct aangesloten op de technical guidance documenten (TGD) voor EU risicobeoordelingen van nieuwe en bestaande stoffen en biociden. De overige milieurisicogrenzen, bijvoorbeeld het VR en het ER, zijn onderdeel van het Nederlandse milieubeleid en voor de afleiding van deze risicogrenzen worden aparte procedures beschreven.
-
Environmental Forecasting, A tool for preventive environmental forecastingMaas RJM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1990-11-30)This report is prepared on request of the Directorate General for the Environment, Ministry of Housing, Physical Planning and Environment of the Netherlands. It presents some of the experiences that were gained during the preparation of the first national environmental survey "Zorgen voor Morgen" (Concern for Tomorrow - 1989) and the National Environment Policy plan (1989/1990). Furthermore it presents recommendations on environmental forecasting to other countries and to international institutions like EC and OECD.<br>