Laboratoriumsurveillance van HIV-infecties, Regio Arnhem, 1989-1998
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Laboratoriumsurveillance van HIV-infecties, Regio Arnhem, 1989-1998Translated Title
Laboratory surveillance of HIV-infection, Arhem area, 1989-1998Publiekssamenvatting
Van april 1989 tot en met december 1998 zijn 33.003 HIV-testen verricht bij 31.682 personen in het verzorgingsgebied van het Streeklaboratorium te onder de aanvragende artsen zijn gegevens verzameld over de indicatie voor de testaanvraag. Het jaarlijks aantal nieuw-positieven is in de periode 1990-1998 continu laag (0,6% - 1%). Het jaarlijks aantal aangevraagde testen is gestegen (1990: 2761, 1998: 3923). Deze stijging betreft met name testen bij mensen met heteroseksueel risicogedrag. Bij homo-/biseksuele mannen is het percentage nieuw-positieven het hoogst (6,9%), gevolgd door druggebruikers (4,2%). Het percentage nieuw-positieven onder personen die heteroseksueel risico liepen blijft laag: 0,2%. Deze cijfers wijzen erop dat de verspreiding van HIV nog steeds beperkt is tot de bekende risicogroepen; er waren geen aanwijzingen voor verspreiding naar de algemene populatie. Het testgedrag van personen in bepaalde (risico)groepen loopt niet parallel met het risico dat zij lopen. Een groot deel van de HIV-testen wordt aangevraagd door mensen die heteroseksueel risico hebben gelopen, met name mensen met veel wisselende partners. Het voorkomen van HIV-infecties onder deze groep is echter laag. De groep homo-/biseksuele mannen en druggebruikers laten zich juist relatief weinig testen, terwijl onder hen nog steeds de meeste HIV-seropositieven voorkomen. Al met al mogen we concluderen dat de laboratorium-surveillance in de regio Arnhem een waardevolle aanvulling op de HIV-surveillance in Nederland vormt en dat moet worden nagegaan of implementatie van deze surveillance ook in andere regio's te realiseren is.Between April 1989 and December 1998 33,003 HIV-tests were performed in 31,682 individuals living in the service area of the Regional Public Health Laboratory Arnhem/Rijnstate Hospital. By means of a questionnaire among requesting physicians information was gathered on the indication for the test. No increase in number of new infections was observed over time, although the number of requested tests increased (1990: n=2761, 1998: n=3923). The increase was mainly caused by a sharp increase in the number of tests for "changing heterosexual contacts". Most infections occurred among homo/bisexuals (6.9%), followed by drug users (4.2%). In individuals tested in connection with heterosexual risk behavior the prevalence was low: 0.2%. It appears that the spread of HIV is still restricted to known risk groups; signs for considerable spread in the general population could not be found. Remarkably the test behavior of individuals in certain (risk)groups does not match their risk of a HIV-infection. The subgroup of tests for heterosexual risk behavior constitutes a considerable amount of the HIV-testing population, while their risk on a HIV-infection is low. While homo-/bisexuals and drugusers are most at risk for a HIV-infection, they make up only a small part of the HIV-testing population. All in all we may conclude that with these features the laboratorysurveillance in the Arnhem area is a valuable supplement to the HIV-surveillance in the Netherlands.
Sponsors
Inpectie voor de GezondheidszorgCollections