EU Interlaboratory comparison study veterinary XIII (2010) : Detection of Salmonella in chicken faeces
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 330604018Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
EU Interlaboratory comparison study veterinary XIII (2010) : Detection of Salmonella in chicken faecesTranslated Title
EU Ringonderzoek veterinair XIII (2010) : Detectie van Salmonella in kippenmestPubliekssamenvatting
In 2010 waren 31 van de 33 Nationale Referentie Laboratoria (NRL's) in de Europese Unie in staat om hoge en lage concentraties Salmonella in kippenmest aan te tonen. Ze behaalden hiermee een goed resultaat. Twee laboratoria werden beoordeeld met een matig resultaat. Een van deze NRL's had moeite de lage concentraties Salmonella in kippenmest aan te tonen (een gevoeligheidsprobleem). Het andere NRL had problemen het voorgeschreven protocol te volgen, wat deze keer met behulp van een extra controle werd getoetst.Dit blijkt uit het dertiende veterinair ringonderzoek dat het Communautair Referentie Laboratorium (CRL) voor Salmonella in maart 2010 heeft georganiseerd. Deelname aan dit onderzoek is verplicht voor alle NRL's van de Europese lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de detectie van Salmonella. Het CRL-Salmonella is gevestigd bij het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Tijdens de studie wordt de internationaal voorgeschreven methode gebruikt om Salmonella aan te tonen in dierlijk mest. Deze methode toonde in meer dan 97 procent van de monsters Salmonella aan.
De laboratoria moesten de studie volgens voorschrift uitvoeren. Elk laboratorium kreeg een pakket toegestuurd met kippenmest (vrij van Salmonella) en 35 gelatine capsules met melkpoeder dat verschillende besmettingsniveaus van Salmonella bevatte. De laboratoria dienden de kippenmest en capsules samen te voegen en vervolgens te onderzoeken of er Salmonella aanwezig was. De extra controle was ingelast om te toetsen of de deelnemende laboratoria daadwerkelijk de kippenmest hadden toegevoegd aan de capsules, wat het protocol voorschrijft. Hiervoor werd een partij kippenmest gemengd met een antibioticum waarvoor de Salmonella die in dit ringonderzoek werden gebruikt, gevoelig zijn. Met als resultaat dat in deze monsters de Salmonella juist niet moest worden aangetroffen.
Thirty-three National Reference Laboratories (NRLs) for Salmonella in the European Union participated in an interlaboratory comparison study in 2010. Of these, thirty-one were able to detect both high and low levels of Salmonella in chicken faeces, thereby achieving the desired proficiency level of 'good performance' for the prescribed method. Two laboratories achieved an assessment of only 'moderate performance'. One of these NRLs had difficulty in detecting low levels of Salmonella (a sensitivity problem). The second experienced problems in following the prescribed protocol which, in this particular study, included an extra control measure.
These are the results of the thirteenth veterinary interlaboratory comparison study organized by the Community Reference Laboratory (CRL) for Salmonella. The study was conducted in March 2010. All NRLs responsible for Salmonella detection from all European Member States were required to participate in this study. The CRL for Salmonella is part of the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM).
The internationally prescribed method for demonstrating the presence of Salmonella in veterinary samples was used during the study. The application thereof resulted in more than 97 percent of the samples being found to be positive for Salmonella.
The laboratories were obligated to conduct the study according to the instructions given. Each laboratory received a package containing chicken faeces (free of Salmonella) and thirty-five gelatine capsules containing powdered milk infected with different levels of Salmonella. The laboratories were instructed to spike samples of chicken faeces with each of the capsules and then test all samples for the presence of Salmonella. The extra control measure was included to check whether all participating laboratories added the faeces to the capsules, which was expressly prescribed in the protocol. It consisted of one batch of chicken faeces mixed with an antibiotic to which the Salmonella used in this ring trial is susceptible. A negative test result for the presence of Salmonella must therefore be obtained in these samples.
Sponsors
European CommissionHealth and Consumer Protection Directorate-General
Collections
Related items
Showing items related by title, author, creator and subject.
-
Sixteenth EURL-Salmonella interlaboratory comparison study (2011) on typing of Salmonella spp. : Zestiende EURL-Salmonella ringonderzoek (2011) voor de typering van Salmonella spp.Jacobs-Reitsma WF; Pol-Hofstad IE; Maas HME; de Pinna E; Mooijman KA; LZO; cib (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-10-24)De 28 Nationale Referentie Laboratoria (NRL's) van de 27 Europese lidstaten scoorden in 2011 goed bij de kwaliteitscontrole om Salmonella te typeren. Twee laboratoria hadden hiervoor een herkansing nodig. Alle NRL's samen konden gemiddeld genomen aan 97 procent van de geteste stammen de juiste naam geven. Overige deelnemers ringonderzoek Salmonella Sinds 1992 zijn de NRL's van de Europese lidstaten verplicht om deel te nemen aan jaarlijkse kwaliteitstoetsen, de zogeheten ringonderzoeken voor Salmonella. Soms doen ook landen buiten de Europese Unie vrijwillig mee, zoals kandidaatlidstaten. Dit jaar deden er acht niet-lidstaten mee. Twee EU-kandidaat-lidstaten onder hen scoorden in de eerste ronde onvoldoende. Eén van hen behaalde ook in de herkansing niet het gewenste resultaat. De ander heeft de herkansing niet kunnen uitvoeren; voor niet-lidstaten is de herkansing niet verplicht. Voor de ringonderzoeken wijst elke lidstaat een laboratorium aan, het Nationale Referentie Laboratorium (NRL), dat binnen dat land verantwoordelijk is om Salmonella uit monsters van levensmiddelen of dieren aan te tonen en te typeren. Om te controleren of de laboratoria hun werk goed uitvoeren moeten zij onder andere 20 Salmonella-stammen op juiste wijze identificeren. Faagtyperingen Van de NRL's zijn er negen laboratoria die, behalve de standaardtoets (serotypering) op Salmonella, preciezere typeringen uitvoeren, de zogeheten faagtypering. Voor deze kwaliteitstoets moeten zij 20 extra stammen met deze methode typeren. De laboratoria ontvingen hiervoor tien Salmonella Enteritidisstammen en tien Salmonella Typhimurium-stammen. Deze NRL's typeerden 98 procent van de S. Typhimurium-stammen en 88 procent van de S. Enteritidis-stammen op de juiste wijze. De organisatie van het typeringsringonderzoek is in handen van het Europese Unie Referentie Laboratorium (EURL) voor Salmonella (EURL-Salmonella). Het EURL-Salmonella is ondergebracht bij het Nationaal Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Bilthoven, Nederland. De organisatie van dit ringonderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Health Protection Agency (HPA) in Londen, Engeland.
-
Thirteenth CRL-Salmonella interlaboratory comparison study (2008) on typing of Salmonella spp. : Dertiende CRL-Salmonella ringonderzoek (2008) voor de typering van Salmonella spp.Berk PA; Maas HME; de Pinna E; Mooijman KA; LZO; cib (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVMHealth Protection Agency HPA, 2010-11-04)De Nationale Referentie Laboratoria (NRL's) van de 27 Europese lidstaten scoorden goed bij de kwaliteitscontrole op Salmonella-typering in 2008. Vier laboratoria hadden hiervoor een herkansing nodig. Daarnaast is een analyse van alle NRL's als groep uitgevoerd, waaruit bleek dat zij 97 % van de stammen de juiste naam konden geven. Aangezien een NRL de studie op een later tijdstip uitvoerde, konden deze data daar niet bij worden meegenomen. Sinds 1992 zijn deze laboratoria verplicht om deel te nemen aan deze kwaliteitstoets, het zogeheten ringonderzoek voor de typering van Salmonella. Elke lidstaat wijst een laboratorium aan, het Nationale Referentie Laboratorium (NRL), dat Salmonella afkomstig uit monsters van levensmiddelen of dieren aantoont en typeert. Jaarlijks wordt gecontroleerd of de laboratoria hun werk goed uitvoeren. Soms doen ook landen buiten de Europese Unie mee, zoals dit jaar twee landen die zijn aangesloten bij de European Free Trade Association (EFTA). De laboratoria krijgen 20 stammen Salmonella opgestuurd waarvan zij de juiste naam moeten achterhalen. Enkele NRL's zijn bovendien op hun expertise getoetst om een subtypering van soorten Salmonella te maken. Ze kregen 10 stammen voorgelegd van 2 soorten, te weten Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium. De NRL's hebben 97 % van de S. Typhimurium-stammen goed getypeerd. Het was iets lastiger de S. Enteritidis-stammen te typeren. De NRL's konden 94 % van deze stammen goed typeren. De organisatie van het ringonderzoek is in handen van het Communautair Referentie Laboratorium (CRL) voor Salmonella (CRL-Salmonella). Het CRL-Salmonella is ondergebracht bij het Nationaal Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Bilthoven, Nederland. De organisatie van dit ringonderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met de Health Protection Agency (HPA) in Londen, Engeland.
-
Test results of Salmonella typing by the NRLs-Salmonella in the Member States of the EU and the EnterNet Laboratories - Collaborative study VI (2001) on typing of SalmonellaKorver H; Raes M; Maas HME; Ward LR; Wannet WJB; Henken AM; MGB; LIS (PHLS-Colindale/London, 2002-09-06)Test resultaten van Salmonella sero- en faagtypering en antimicrobiele gevoeligheidsbepalingen door de Nationale Referentie Laboratoria voor Salmonella in de Lidstaten van de Europese Unie en EnterNet Laboratoria: Ringonderzoek VI (2001) voor Salmonella. Een zesde ringonderzoek betreffende de typering van Salmonella werd georganiseerd door het Communautair Referentie Laboratorium voor Salmonella (CRL-Salmonella, Bilthoven, Nederland) in samenwerking met Public Health Laboratory Services (PHLS), London, Verenigd Koninkrijk. Zeventien Nationale Referentie Laboratoria voor Salmonella (NRLs-Salmonella) en 15 EnterNet Laboratoria (ENLs) namen deel aan deze studie. Drie van de NRLs zijn eveneens ENLs. De resultaten van deze drie NRL-ENL laboratoria zullen alleen geevalueerd worden bij de NRLs voor Salmonella. In totaal, werden 19 stammen van het species Salmonella enteritica subsp. enterica en 1 stam van het species Salmonella enterica subsp. arizonae geselecteerd voor serotypering en antimicrobiele gevoeligheids bepalingen, terwijl 10 stammen van Salmonella Typhimurium (STM) en 10 stammen van Salmonella Enteritidis (SE) werden geselecteerd voor faagtypering. In het algemeen waren er geen problemen met het typeren van de O-antigenen. Sommige laboratoria hadden echter problemen met het typeren van de H-antigenen. Antimicrobiele gevoeligheids bepalingen vertoonden data die lieten zien dat de standaardisatie van deze techniek nodig is om vergelijkingen te kunnen maken tussen laboratoria. Het merendeel van de EnterNet Laboratoria en Nationale Referentie Laboratoria voor Salmonella hadden geen grote problemen met het faagtyperen van de STM en SE stammen.