Exposure assessment of food additives with use levels provided by industry : A pilot study
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 320026002Type
ReportLanguage
en
Metadata
Show full item recordTitle
Exposure assessment of food additives with use levels provided by industry : A pilot studyPubliekssamenvatting
Door gebruik te maken van door de voedingsindustrie aangeleverde gegevens kan de blootstelling aan kleurstoffen nauwkeuriger worden geschat. Het RIVM concludeert dit na een pilotstudy waarin de blootstelling van Nederlandse kinderen aan twee kleurstoffen geschat wordt met behulp van door fabrikanten opgegeven gebruikte hoeveelheden in voedingsproducten. De aanleiding voor deze studie was dat blootstelling aan additieven vaak wordt overschat. Voorheen werden voor de schatting van inname van additieven vaak de maximaal toegestane hoeveelheden voor een product gebruikt, die meestal hoger zijn dan de door de fabrikanten gebruikte hoeveelheden. Daarnaast was vaak een uitgangspunt dat deze hoeveelheden voor de gehele voedselcategorie (zoals alle soepen) gelden, in plaats van voor bepaalde typen producten (zoals tomatensoep). In het huidige onderzoek zijn de specifieke gegevens van de producttypen gebruikt. De nieuwe data van de hoeveelheden kleurstoffen zijn vervolgens gekoppeld aan de mate waarin mensen kleurstofbevattende producten consumeren. Deze laatste gegevens zijn ontleend aan de consumptiedata uit de Voedselconsumptiepeiling onder jonge kinderen (2005/2006). Met deze methode worden de blootstellingschattingen naar verwachting lager en realistischer.Dit onderzoek is in samenwerking met de industrie uitgevoerd op initiatief van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hiervoor heeft de industrie data aangeleverd van het gebruik van de kleurstoffen E120 (karmijnrood) en E133 (briljantblauw) in voedselproducten. Deze data blijken geschikt te zijn om de blootstelling te monitoren, op voorwaarde dat ze de in Nederland veel geconsumeerde voedselproducten goed vertegenwoordigen. Daarnaast is een goede communicatie tussen het RIVM en de industrie belangrijk om eventuele onduidelijkheden in de verkregen data op te helderen. De methode lijkt bruikbaar om uiteenlopende additieven te kunnen monitoren en kan in principe door alle Europese lidstaten worden gebruikt.
Dit onderzoek is uitgevoerd in een publiek-private samenwerking.
The exposure levels to food colourings can be assessed more accurately by using data forthcoming from the food industry. This is the conclusion made by the RIVM from a pilot study in which the dietary intake of two food colourings was estimated using the used levels as provided by manufacturers. The reason for initiating this study was the frequent overestimation of exposure to additives in food. Previously, maximum permitted levels (MPLs) were used in the assessment, but these are often higher than the actual levels used. In addition, it was assumed that the amounts of food colouring used covered an entire food category (e.g. all soups) instead of one specific product (e.g. tomato soup). In the present study, data on specific products were used. These data were subsequently linked to the consumption of foods containing the food colouring. Food consumption information was derived from the Dutch National Food Consumption Survey (DNFCS)- Young Children 2005/2006. It is expected that this new assessment method will result in lower and more realistic exposure estimates.
This pilot study was carried out on the initiative of the Federation of the Dutch Food and Grocery Industry (FNLI) and the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport (VWS). The industry reported used levels of the food colourings E120 (Carmine red) and E133 (Brilliant blue). The reported data were considered suitable for the assessment of exposure levels provided that they were sufficiently representative for the foods consumed in the Netherlands. Furthermore, the possibility of communicating with food manufacturers is a prerequisite for success as questions on the details of the levels used are likely to arise. The monitoring system could also be used to assess levels of other groups of additives and can be adapted for use in other European Member States.
This study was carried out in a public private partnership.
Sponsors
VWSCollections