Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM report 601714002Type
ReportLanguage
en
Metadata
Show full item recordTitle
Environmental risk limits for monochloroanilinesTranslated Title
Milieurisicogrenzen voor monochlooranilinesPubliekssamenvatting
Het RIVM heeft milieurisicogrenzen afgeleid voor drie monochlooranilines in zoet en zout water, en grondwater. Monochlooranilines zijn stoffen die vrijkomen bij de productie van bijvoorbeeld (azo)verf, pigmenten, bestrijdingsmiddelen en farmaceutische en cosmetische producten. De stoffen zijn in verband met de Kaderrichtlijn Water door de Internationale Commissie voor Bescherming van de Rijn (ICBR) geselecteerd als Rijnrelevante stof (4-chlooraniline) of door Nederland als 'overig relevante stof' (2- en 3-chlooraniline) op grond van de concentraties waarin ze worden aangetroffen in het oppervlaktewater.Voor de afleiding van de milieurisicogrenzen heeft het RIVM de meest actuele toxicologische gegevens gebruikt, gecombineerd met de meest recente methodiek. Deze methodiek is voorgeschreven door de Europese Kaderrichtlijn Water. Voor het sediment, de waterbodem, zijn geen milieurisicogrenzen afgeleid. Dat komt doordat de mate waarin de stoffen aan sediment binden, verwaarloosbaar wordt geacht.
Milieurisicogrenzen, zoals afgeleid in dit rapport, zijn wetenschappelijk afgeleide waarden, gebaseerd op (eco)toxicologische, milieuchemische en fysisch-chemische gegevens. Milieurisicogrenzen dienen als advieswaarden voor de Nederlandse interdepartementale Stuurgroep Stoffen, die de uiteindelijke milieukwaliteitsnormen vaststelt. Milieurisicogrenzen zijn dus voorlopige waarden zonder enige officiele status. Er bestaan vier verschillende niveaus voor milieurisicogrenzen: een verwaarloosbaar risiconiveau (VR), een niveau waarbij geen schadelijke effecten zijn te verwachten (MTR), het maximaal aanvaardbare niveau voor ecosystemen, specifiek voor kortdurende blootstelling (MACeco) en een niveau waarbij mogelijk ernstige effecten voor ecosystemen zijn te verwachten (EReco).
Monitoring data uit 1990 en 2000 laten zien dat op alle vijf meetlocaties het VRwater werd overschreden wanneer de detectielimiet werd gehaald. Wanneer echter wordt gekeken naar jaargemiddelde concentraties, dan werd het MTRwater niet overschreden en de MTRdw voor drinkwater op een locatie. Maximumconcentraties waren altijd beneden de MACeco, water.
The RIVM has derived environmental risk limits (ERLs) for three monochloroanilines in water and groundwater. This group of substances contains 2-, 3-, and 4-chloroaniline. Monochloroanilines are used for the production of azo dyes, pigments, pharmaceutical and cosmetic products, and pesticides. 4-Chloroaniline was selected by the International Commission for the Protection of the Rhine (ICPR) as a Rhine relevant substance within the Water Framework Directive. The other substances, 2- and 3-chloroaniline, are selected for environmental risk limit derivation in the scope of the 'other relevant substances' for the Water Framework Directive because of their concentrations in surface water.
For deriving the environmental risk limits, RIVM used the most up-to-date ecotoxicological data in combination with the most recent methodology, as required by the European Water Framework Directive. No risk limits were derived for the sediment compartment, because sorption to sediment is assumed to be negligible.
Environmental risk limits, as derived in this report, are scientifically derived values, based on (eco)toxicological, fate and physico-chemical data. They serve as advisory values for the Dutch Steering Committee for Substances, which is appointed to set the Environmental Quality Standards (EQSs). ERLs are thus preliminary values that do not have any official status. Four different ERLs are distinguished: negligible concentrations (NC); the concentration at which no harmful effects are to be expected (maximum permissible concentration, MPC); the maximum acceptable concentration for ecosystems specifically for short-term exposure (MACeco), and the concentration at which possible serious effects are to be expected (serious risk concentration, SRCeco, water).
Monitoring data from surface waters, from 1990 and for one location also from 2000, revealed that average concentrations measured in the field always exceeded the NCwater when the detection limit was exceeded. The annual average and maximum concentrations did not exceed MPCwater and MACeco,water for all three compounds at any location. At one location (Schaar van Ouden Doel), the annual average concentration exceeded the MPCdw.
Sponsors
VROMCollections