The Integrated Monitoring Area Lheebroekerzand-the Netherlands. Data of 1994
Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Type
ReportLanguage
en
Metadata
Show full item recordTitle
The Integrated Monitoring Area Lheebroekerzand-the Netherlands. Data of 1994Translated Title
Het integraal meetpunt Lheebroekerzand-Nederland. Gegevens van 1994Publiekssamenvatting
In dit rapport worden de resultaten van 1994 van het monitoringsprogramma uitgevoerd in het Lheebroekerzand te Drenthe, gepresenteerd. Het programma wordt uitgevoerd in het kader van de United Nations Economic Commission for Europe (UN/ECE) International Co-operative Programme on Integrated Monitoring of Air Pollution Effects on Ecosystems (ICP/IM). Het belangrijkste doel van dit rapport is om de gegevens van 1994, gevraagd voor de internationale database in Helsinki (Finland) te verzamelen en te presenteren en daarnaast ook additionele resultaten van onderzoek uitgevoerd in het Lheebroekerzand te publiceren. In 1994 bestond het biologische gedeelte van het monitoring programma uit een regelmatige inventarisatie van vogels, bladmineerders en vlinders evenals inventarisaties van de macrofauna aanwezig in het ven Kliplo en observaties aan naaldbomen ter bepaling van de vitaliteit. Het chemisch-fysische deel van het programma bestond uit meteorologische variabelen zoals temperatuur, luchtvochtigheid, hoeveelheid neerslag en instraling samen met chemische analyses van lucht, neerslag, mossen, bladeren, naalden en venwater. Er kan nog geen interpretatie van de resultaten van deze variabelen plaats vinden tot dat meer gegevens over een langere periode beschikbaar komen. De monitoring activiteiten die volgens de ICP/IM manual uitgevoerd dienen te worden en die mogelijk zijn in het Lheebroekerzand worden allen verricht met uitzondering van de programmas Trunk epiphytes, Aerial green algae en Soil water chemistry. Voor de ontwikkeling en uitvoering van deze programmas in het Lheebroekerzand was in 1994 geen capaciteit beschikbaar. Voortgang en conclusies die getrokken kunnen worden uit de Nederlandse bijdrage aan het UN/ECE-integrale monitoring programma zijn: 1) Meer capaciteit is noodzakelijk om het programma te continueren. 2) De inrichting en ontwikkeling van het meetgebied is nog niet afgerond, verbeteringen en toevoegingen als boven vermeld moeten nog plaats vinden. 3) Meerdere jaren van monitoring zijn nodig om uit de resultaten van monitoring van bladmineerders en vlinders duidelijke conclusies te kunnen trekken betreffende de toepasbaarheid van dit type onderzoek. 4) Meer capaciteit is noodzakelijk om de verzamelde data te interpreteren en evalueren. 5) Publicatie van dit rapport is in een te vroeg stadium gepland omdat gegevens van meerdere monitoring-programmas nog niet beschikbaar zijn.<br>In this report the results of the monitoring-programme of 1994 in the Lheebroekerzand carried out in the framework of the United Nations Economic Commission for Europe (UN/ECE) International Co-operative Programme on Integrated Monitoring of Air Pollution Effects on Ecosystems (ICP/IM) are presented. The main objective of this paper is to compile and present the 1994 monitoring data which are obliged to be forwarded to the international database in Helsinki, Finland, by the end of September 1995. Additional non-obligatory data are also reported. In 1994, the biological part of the integrated monitoring programme consisted of a regular inventory of birds, leafminers and butterflies in the monitoring area, as well as inventories of the aquatic macrofauna present in the moorland pool Kliplo and observations on the performance of pine trees. The chemical-physical part included meteorological variables like temperature, humidity, the amount of precipitation and irradiation, together with chemical analysis of air, precipitation, mosses, leaves, needles and pool water. The obligatory monitoring activities described in the ICP/IM-manual, which are possible to be performed in the Dutch area, are carried out with exception of the programmes on trunk epiphytes, aerial green algae and soil water chemistry. For the development of these programmes, capacity was lacking in 1994. Concerning progress and conclusiveness of the Netherlands contribution to the UN/ECE-Integrated Monitoring Programme it can be stated that: 1) For the continuity of the programme more manpower capacity is needed. 2) The development of the monitoring area is not yet completed and additions to the monitoring programme have to be performed as described above. 3) More years of sampling and analysis are required to draw firm conclusions on the applicability of the data on leafminers and butterflies and other recent additions. 4) More capacity is needed to pay adequate attention to the interpretation and evaluation of collected data. 5) Publication of this report is slightly premature, because the data of several monitoring-programmes are currently unavailable for publication.<br>
Sponsors
DGM/LECollections