• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    emission (58)
    emissie (49)09 (37)milieu (19)energy (18)View MoreAuthors
    LAE (58)
    Thomas R (8)ACT (7)Annema JA (7)Brink RMM van den (7)View MoreYear (Issue Date)1996 (16)1994 (15)1999 (9)1997 (8)1995 (6)Types
    Onderzoeksrapport (58)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 58

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 58CSV
    • 58RefMan
    • 58EndNote
    • 58BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    De invloed van de sectorstructuur van de Nederlandse economie op de milieubelasting van het goederenvervoer

    Feimann GP; Wee GP van (1999-04-01)
    Tussen economische sectoren bestaat een groot verschil in de totale CO2- en NOx-emissie per gulden toegevoegde waarde en in de verkeersgerelateerde emissie. In verband hiermee is niet alleen het totale niveau van economische groei van belang voor de milieubelasting, maar ook de sectorale verdeling ervan. Uitgaande van een economische groei van 3% per jaar is voor 2020 onderzocht wat het uitmaakt voor de verkeersemissie van het goederenvervoer als "gunstige" sectoren relatief sterk (5% per jaar) groeien en "ongunstige" sectoren relatief weinig (1%) of omgekeerd. Rondom het emissieniveau van het goederenvervoer bij 3% economische groei (voor alle sectoren) is de bandbreedte bij een "gunstige" of "ongunstige" verdeling plus of min 18% voor CO2-emissie en 20% voor NOx-emissie.
    Thumbnail

    Verkeer en vervoer in de Nationale Milieuverkenning 4

    Geurs KT; Brink RMM van den; Annema JA; Wee GP van (1998-03-31)
    Betreft achtergronddocument voor verkeer en vervoer bij de Nationale Milieuverkenning 4 (MV4), waarin verwachte toekomstige ontwikkelingen in de sector verkeer en vervoer voor de periode 1995-2020 worden beschreven, uitgaande van de drie nieuwe lange-termijn scenario's van het Centraal Planbureau en het huidige vastgestelde beleid. Verder worden mogelijke oplossingsrichtingen beschreven voor verwachte milieuknelpunten. Het rapport beoogt primair een verantwoording te geven van wat in de MV4 over de sector verkeer en vervoer is geschreven en geeft verder extra categorische informatie over de sector verkeer en vervoer. De belangrijkste conclusies zijn dat met het huidige vastgestelde beleid (a) de beleidsdoelstellingen voor het auto- en vrachtautogebruik voor 2010 niet zullen worden gehaald, (b) de CO2-emissiedoelstelling voor wegverkeer voor 2010 niet wordt gehaald, (c) de NOx-emissiedoelstelling voor personenauto's voor 2010 wel wordt gehaald, maar voor vrachtwagens niet, (d) de VOS-emissiedoelstelling voor personenauto's voor 2010 wel wordt gehaald, maar voor vrachtwagens niet, en (e) de geluidhinderdoelstellingen voor verkeer en luchtvaart voor 2010 niet worden gehaald. Uit de oplossingsrichtingen blijkt dat zelfs als vergaande aanvullende beleidsmaatregelen worden verondersteld, het bijzonder moeilijk zal zijn de CO2-emissiedoelstelling voor wegverkeer en de NOx-doelstelling voor vrachtwagens te halen.
    Thumbnail

    The use of disinfectants in livestock farming

    Montfoort JA; van der Poel P; Luttik R (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-02-29)
    In 1993 werd een beoordelingsmethode voor niet landbouwbestrijdingsmiddelen gepresenteerd. Deze beoordelingsmethode is ingebouwd in het Uniform Beoordelingsysteem voor Stoffen (UBS). Het UBS kan worden gebruikt voor het maken van snelle risico analyses en voor het stellen van prioriteiten bij de beoordeling van nieuwe- en bestaande stoffen, gewasbeschermings-middelen en biociden in het kader van de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Bestrijdingsmiddelenwet. In 1996 zal een tweede nationale versie van het UBS worden opgeleverd. In dit rapport worden modellen voor het gebruik van ontsmettingsmiddelen in de veeteelt beschreven in aanvulling op de reeds bestaande modellen voor de beoordeling van niet-landbouwbestrijdingsmiddelen. De gepresenteerde modellen zullen in de tweede versie van het UBS worden geimplementeerd en beschrijven de volgende emissie scenario's: ontsmetting van dierverblijven ; ontsmetting van schoeisel (van mensen) en klauwen van dieren ; desinfectie van melkwininstallaties ; onsmetting van transportmiddelen en desinfectie van kuikenbroederijen.<br>
    Thumbnail

    Greenhouse gas emissions in the Netherlands 1990-1996: Updated methodology

    Spakman J; Olivier JGJ; van Loon MMJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1997-12-31)
    Met deze rapportage van Nederlandse broeikasgasemissies, gemaakt op basis van de IPCC richtlijnen, wordt voldaan aan de verplichtingen van het monitoring mechanisme van de Europese Unie inzake broeikasgasemissies en van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties. Indien ozonlaagaantastende stoffen buiten beschouwing worden gelaten, nam de totale Nederlandse emissies van broeikasgassen met 7% toe tussen 1990 en 1996, voornamelijk doordat de emissie van kooldioxyde (CO2) toenam. In 1996 was de CO2 emissie 7,6% hoger dan in 1990. Ook de emissie van lachgas (N2O) nam toe tussen 1990 en 1996 (+9%) terwijl de uitstoot van methaan (CH4) in deze periode juist afnam (-13%). De CO2-equivalente emissies van de drie nieuwe broeikasgassen, HFK's, PFK's en SF6,, nam tussen 1990 en 1996 toe met 25% , vooral doordat de HFK-emissie met 47% steeg. In 1996 had kooldioxyde een aandeel van 75% in de Nederlandse broeikasgasemissies, methaan 11%, lachgas 9% en de drie nieuwe broeikasgassen samen 5%. Het rapport geeft een korte beschrijving van de toepassing van de IPCC richtlijnen in Nederland. Verschillen in nationale emissiegetallen tussen IPCC-sectoren en Nederlandse doelgroepen worden verklaard.<br>
    Thumbnail

    Milieudrukindicator Verspreiding

    Bovekamp A van de; Sterkenburg A; Wesselink LG (1999-12-10)
    Het rapport beschrijft de ontwikkeling van een Milieudrukindicator Verspreiding, die gebruikt kan worden in beleids- en beleidsondersteunende documenten om inzicht te geven in de ontwikkeling van de milieubelasting van het milieu door emissies van stoffen met een mogelijk ongewenst effect op het milieu. Om praktische redenen is dit alleen voor de prioritaire stoffen gedaan; bestrijdingsmiddelen en radioactieve stoffen zijn in het onderzoek niet beschouwd. Deze rapportage bevat primair de beschrijving van de ontwikkeling van de Milieudrukindicator; de conclusies en de analyse van de bijdragen per stof worden hier niet beschreven. Dit zal gedaan worden in de interdepartementale notitie "Prioritaire Stoffen". Dit rapport bevat daarom de essenti6le gegevens die de rekenkundige basis vormen van deze notitie.
    Thumbnail

    AKZO Delfzijl

    Huizinga K; Hoogenkamp AWHM (1994-03-31)
    Abstract niet beschikbaar
    Thumbnail

    Verspreiding van emissies uit secundaire grondstoffen in bodems. Deel 1. Kolomexperimenten

    Dekker PM; Wesselink LG; Wilde PGM de (1996-03-31)
    Onderzoek is verricht naar de verspreiding in de bodem van emissies uit secundaire grondstoffen. Hiertoe zijn in het laboratorium 3 kolomproeven uitgevoerd. Per proef is een alkalische secundaire grondstof uitgeloogd met pH4 water ; vervolgens is dit percolaat over verschillende typen bodems geleid. Als secundaire grondstoffen zijn fosforslak, staalslak respectievelijk AVI-bodemas onderzocht. In totaal zijn een 7-tal gronden met varierend organisch koolstof-, klei-, en oxide-gehalte in het onderzoek meegenomen. Uit het onderzoek bleek dat stoffen die sterk uitlogen uit secundaire grondstoffen (Ba uit staalslak, F uit fosforslak en F, Mo, Sb en Cu uit AVI-bodemas, Ca uit alle alkalische secundaire grondstoffen) in meer of minder mate worden gebonden in de onderliggende bodem. De mate van binding bleek linear gecorreleerd met het organisch koolstof gehalte danwel het oxalaat extraheerbaar ijzer en aluminium gehalte van de onderzochte gronden. Alkalisch reststofpercolaat mobiliseerde de 'bodem-eigen' chemische componenten Zn, As en Sb sterker dan pH4 water (referentie experiment), terwijl voor Cu het omgekeerde gold. De resultaten van dit onderzoek worden in deelrapport-2 verder uitgewerkt tot bindings(sorptie)vergelijkingen waarmee de verspreiding van reststof-componenten in de bodem modelmatig kan worden berekend.
    Thumbnail

    Gevoeligheidsanalyse berekening ammoniakemissie. Effect van variatie in penetratiegraden en emissiefactoren op de ammoniakemissie

    Leneman H; Oudendag DA; Hoek KW van der; Janssen PHM (LEI-DLO, 1997-12-31)
    Bij de berekening van de ammoniakemissie uit de landbouw spelen emissiefactoren en penetratiegraden van staltypen, mestaanwendingsmethoden, enz. een belangrijke rol. In deze studie is nagegaan wat het kwantitatieve effect is van onzekerheden rond emissiefactoren en penetratiegraden op de totale ammoniakemissie. Deze effecten zijn bestudeerd voor zowel Nederland als geheel, alswel voor Friesland (met veel melkveehouderij) en Noord-Brabant (met relatief veel intensieve veehouderij). De uitkomsten laten zien dat op nationaal niveau de emissiefactor voor mestaanwending op bouwland en grasland de belangrijkste bepalende factor is. Daaropvolgend in belangrijkheid is de emissiefactor voor melkveestallen, zowel nationaal als op provinciaal niveau.
    Thumbnail

    Openbare zwembaden

    Loos B; Quarles van Ufford CHA; Guis B (Werkgroep Emissies Servicebedrijven en Produktgebruik WESP, 1996-06-30)
    In dit rapport is informatie verzameld over de milieuaspecten van "Openbare zwembaden". Het is gepubliceerd binnen het samenwerkingsproject WESP: de Werkgroep Emissies Servicebedrijven en Productgebruik. In dit project wordt informatie verzameld over processen in de doelgroepen van consumenten, bouw, handel en dienstverlening om tot overeenstemming te komen over de gegevens die gebruikt worden bij verschillende instituten en levert ondersteunende informatie voor het regeringsbeleid over emissiereductie. Dit document bevat informatie over processen, emissiebronnen, emissies naar lucht en water, afval, emissiefactoren, gebruik van energie en energiefactoren, emissiereductie, energiebehoud, onderzoek naar schone technologie normstelling en vergunningen.
    Thumbnail

    Integrated Criteria Document Mercury

    Slooff W; van Beelen P; Annema JA; Janus JA (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-01-31)
    Onderhavig document omvat gegevens over kwik inzake de bronnen en verspreiding en de risico's op basis van afweging van blootstellingsniveaus en schadelijke concentraties. Tevens worden de autonome ontwikkelingen in de emissies geschetst en inzicht gegeven in de mogelijke aanvullende technische maatregelen voor verdere emissiereductie. De emissie naar het milieu door Nederlandse bronnen bedraagt enkele tonnen per jaar. De bijdrage aan de kwikbelasting vanuit het buitenland is groot. Voor het oppervlakte-water wordt deze geschat op 75%. Ook de depositie wordt vooral bepaald door het achtergrondniveau en vormt de belangrijkste belasting van de bodem in Nederland. Op basis van de gegevens in dit document wordt geconcludeerd dat de huidige en toekomstige blootstellingsniveaus voor de mens op een toelaatbaar risiconiveau liggen. Met betrekking tot de water- en (water)bodemecosystemen en de daarvan afhankelijke hogere predatoren zijn er aanwijzingen dat de bestaande risico's beperkt zijn, met de kanttekening dat de risicoschatting grote onzekerheden kent. De afgeleide MTR-waarden liggen op een vergelijkbaar niveau als de grenswaarden. De grenswaarden worden in het aquatisch milieu op veel plaatsen overschreden ; terugdringen van het risico zal door emissie-reducties weliswaar plaatsvinden, maar het is onzeker of de gestelde emissie-doelstellingen worden gehaald. In het terrestrisch milieu is normoverschrijding minder evident ; hier geldt echter het probleem dat de emissiedoelstelling niet zal worden gehaald en er sprake blijft van accumulatie van kwik in de bodem.<br>
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    • . . .
    • 6
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.