• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects09 (145)emission (80)04 (74)emissie (53)afval (52)View MoreAuthors
    LAE (260)
    Annema JA (21)LLO (19)Wee GP van (18)Ros JPM (17)View MoreYear (Issue Date)2000 - 2004 (71)1990 - 1999 (185)1985 - 1989 (4)Types
    Onderzoeksrapport (260)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 260

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 260CSV
    • 260RefMan
    • 260EndNote
    • 260BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Minas en Milieu. Balans en Verkenning

    Alterra, 2002-05-30
    Abstract not available
    Thumbnail

    Raamprogramma 1984-1988 Nationaal onderzoeksprogramma hergebruik van afvalstoffen

    Stichting Projectbeheerbureau Energieonderzoek (PEO), 1985-08-31
    Abstract not available
    Thumbnail

    Woningbouw, milieu-effecten van technische voorzieningen uit het plan van aanpak Duurzaam Bouwen

    Smit JRK (1997-10-31)
    In deze model studie worden de milieu-effecten van een aantal technische maatregelen uit het plan van aanpak Duurzaam Bouwen beschouwd, over de periode 1995-2020. Het betreffen maatregelen voor de reductie van energie-, water- en materiaalverbruik in de woningbouw. Het model berekent de milieu-effecten uit een fysisch-causale beschrijving van woningen. De maatregelen worden geinstrumenteerd door regelgeving (op het vlak van de energieprestatie van nieuwbouwwoningen), convenanten en voorlichting, naast de instrumenten die vanuit het beleid worden ingezet waarmee Duurzaam Bouwen een raakvlak heeft. Voor elk van de maatregelen is een scenario opgesteld dat zowel de autonome ontwikkelingen weergeeft als de impuls die daaraan door Duurzaam Bouwen wordt gegeven. Het instrumentarium zal waarschijnlijk tot het jaar 2005 in gebruik zijn. Aangenomen is dat na dit jaar het instrumentarium zal blijven voortbestaan, zodat er sprake is van een voortdurende penetratie van de betrokken maatregelen.
    Thumbnail

    BET-3: economische gevolgen van het Bouwstoffenbesluit voor kleine bedrijven in de baksteenbranche en de beton- en metselmortelbranche

    Aalbers ThG; Ruiten LHAM (Van Ruiten Adviesbureau, 2000-10-30)
    De milieuhygienische kwaliteit van bouwmaterialen en het inzicht in kwaliteit is en zal naar verwachting verder toenemen en de afnemers zullen meer vertrouwen krijgen in het milieuaspect van bouwmaterialen. Met uitzondering van de metselmortelsector en mogelijk enkele hele kleine aanbieders zal het Bouwstoffenbesluit (BsB) geen grote negatieve economische gevolgen hebben voor kleine bedrijven. Mogelijk zal bij enkele kleine bedrijven de natuurlijke sanering worden versneld. Voorwaarde is echter een adequate handhaving, goede communicatie en afronden van lopende onderhandelingen over knelpunten. Het overleg dat de Minister heeft gevoerd, mede als gevolg van de motie Udo, heeft geresulteerd in een zeer aanzienlijke reductie van de certificeringkosten. De kosten zijn in de Bedrijfseffectentoets BET-3 gemiddeld meer dan een factor 3 lager i.v.m. eerdere studies.
    Thumbnail

    Milieubalans en Milieuverkenning: Ontwerp van de Informatie- Infrastructuur

    Braat LC; Bruinsma PH; Fischer JC; Haan BJ de; Kuijpers-Linde MAJ; Roozendaal R; Steinberger PE; Tissing O (1994-04-30)
    Abstract niet beschikbaar
    Thumbnail

    Health Risks in relation to air quality, especially particulate matter. Interim report

    Rombout PJA; Bloemen HJTh; van Bree L; Buring E; Cassee FR; Fischer PH; Freijer JL; Kruize H; Marra M; Opperhuizen (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2000-07-31)
    Een kwantitatieve risicoschatting leverde op dat een voortijdige strefte van duizend mensen in Nederland geassocieerd is met de huidige PM10 niveaus. Lokale informatie (over het mengsel aan luchtverontreiniging en gegevens over de gezondheidstoestand van de bevolking) blijken essentieel te zijn voor het uitvoeren van een adequate risicoschatting. Een van de overblijvende vragen is bijvoorbeeld of kleinere deeltjes (PM2.5) nu gevaarlijker zijn dan PM10. Longdosimetrie modellen voor deeltjes die voor het programma zijn ontwikkeld, laten zien dat de lokale depositie en dosis in de longen van een COPD patient behoorlijk kunnen verschillen met die van een gezonde volwassene. Verontreiniging op grond van de Nederlandse en buitenlandse emissies van PM10 en precursor gassen bleek dat een deel (bijna de helft) van de Nederlandse jaargemiddelde niveaus vooralsnog niet verklaard wordt. Er is een meetprogramma gestart om de samenstelling van de ontbrekende massa en bronnen op te sporen. Er is een experimenteel inhalatie toxicologisch programma met een mobiele fijn stof concentrator ontwikkeld om de epidemiologische associaties te bevestigd te krijgen en zo meer aan de weet te komen over de causale stof fracties en hun bronnen. In-vitro testen van deeltjes op longweefsel van humane patienten laat zien dat er een grote inter-individuele variatie is in de reactie op deeltjes verzameld in verschillende groottefracties en op verschillende plaatsen in Nederland. Om de resultaten een wijdere verspreiding te geven is in het midden van 2001 een wetenschappelijke workshop gepland. De verwachte antwoorden kunnen begin 2002 tegemoet worden gezien.<br>
    Thumbnail

    Milieuhygienische kwaliteit en beoordeling van vormgegeven afvalstoffen in relatie tot storten

    Wilde PGM de; Aalbers ThG (1999-08-30)
    In de visie van het ministerie van VROM op stortplaatscategorieen is een nieuwe stortplaatscategorie geintroduceerd, nl. de stortplaats voor geconditioneerd afval. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is door het ministerie van VROM gevraagd om een beoordelingsmethode te ontwikkelen en aparte grenswaarden te formuleren voor de beoordeling van immobilisaten, die gestort worden op een dergelijke stortplaats voor geconditioneerd afval. Het onderhavige rapport beschrijft enerzijds de milieuhygienische kwaliteit van een aantal geimmobiliseerde afvalstoffen en anderzijds voorstellen ten aanzien van grenswaarden voor de beoordeling van geimmobiliseerde afvalstoffen. Op grond van het uitgevoerde onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: 1) Bij het hanteren van de voorgestelde emissienormen en de daarbij behorende eisen voor te storten immobilisaten kan de bodem (vaste en vloeibare fase) worden beschermd op het niveau van de streefwaarde bodemkwaliteit. 2) Geen van de onderzochte immobilisaten voldoet aan de normen, die het Bouwstoffenbesluit stelt voor categorie-1 bouwstoffen. Slechts enkele immobilisaten voldoen als niet-vormgegeven en/of vormgegeven bouwstof aan de normen voor een categorie-2 toepassing. 3) Een beoordeling van immobilisaten met de diffusieproef, waarbij het immobilisaat intakt blijft, en de voorgestelde maximaal toelaatbare emissies zal voor een aantal afvalstoffen resulteren in een lichter stortregime (van C2 naar Cgecond.afval).
    Thumbnail

    Fysisch onderzoek naar de samenstelling van het Nederlandse huishoudelijk afval ; Resultaten 1995

    Cornelissen AAJ; Otte PF (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-10-31)
    Huishoudelijk afval, afkomstig van 1000 geselecteerde huishoudens, werd geanalyseerd voor de bepaling van de fysische samenstelling. Dit afval vormt een afspiegeling van het totale Nederlands huishoudelijke restafval (exclusief de gescheiden ingezamelde afvalstromen). Het rapport geeft gedetailleerde informatie over 15 hoofdcomponenten en een groot aantal subcomponenten aanwezig in het huishoudelijk afval, de hoeveelheid verpakkingsmateriaal, de calorische waarde en de concentratie van een aantal elementen. De belangrijkste componenten in het huishoudelijk restafval zijn: GFT en ongedefinieerde rest (34,8%), papier en karton (33,6%), kunststof (10,8%), glas (3,5%, ferro (3,8%), non-ferro (0,5%), textiel (2,6%), brood (2,0%), dierlijk afval (1,5%), keramiek (2,7%), tapijten/matten (0,6%), leer/rubber (1,5%), hout (1,6%), bijzonder afval (0,4%) en klein chemisch afval (0,2%). De hoeveelheid verpakkingsafval is vastgesteld op 24,8% van de totale hoeveelheid huishoudelijk restafval.<br>
    Thumbnail

    Definitierapport Graadmeters Water in de Milieubalans/Milieuverkenningen. Discussiestuk

    van Liere L; Beurkens JEM; Leewis RJ; Medema GJ; de Nijs ACM; van Puijenbroek PJTM; Quarles van Ufford CHA; Wortelboer FG (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-09-30)
    In dit rapport worden de graadmeters voorgesteld voor het compartiment water ten behoeve van de Milieubalans/Milieuverkenningen. Graadmeters worden behandeld voor zowel zoute als zoete oppervlaktewateren. Het zoete oppervlaktewater is onderverdeeld in Rijkswateren (rivieren, grote kanalen en meren in beheer bij Rijkswaterstaat) en regionale wateren (beheerd door lokale waterbeheerders). De regionale wateren zijn onderverdeeld in meren, sloten, kanalen en vaarten, en stromende wateren. De graadmeters voor de Rijkswateren en een aantal regionale wateren worden behandeld volgens de thema's verzuring, vermesting en verspreiding. M.b.t. alle regionale wateren wordt een classificering naar ecologisch niveau gebruikt. De nadruk bij de keuze van de graadmeters ligt op de chemische randvoorwaarden voor een duurzame ecosysteem ontwikkeling. Enige zeer kenmerkende biologische graadmeters voor de genoemde thema's worden eveneens gebruikt. Een speciaal hoofdstuk is gewijd aan waterbodems. Sommige effecten worden niet veroorzaakt door een bepaald thema, maar komen tot stand door meerdere actoren. Zij worden besproken in het hoofdstuk over multiple stress. Volksgezondheidseffecten van het oppervlaktewater worden als apart thema behandeld.<br>
    Thumbnail

    Onderzoek naar de samenstelling van gescheiden ingezameld glas uit de glasbak; Resultaten 1994

    Buijze A (1997-06-30)
    Voor de uitvoering van het Convenant Verpakkingen is onderzoek naar de samenstelling van de inhoud van glasbakken verricht. Daartoe is begin 1995 de fysische samenstelling van gescheiden ingezameld glas afkomstig van 10 locaties onderzocht. De aandacht was gericht op het aandeel (eenmalig) verpakkingsglas, de kleursamenstelling en de verontreiniging. Het percentage verpakkingsglas is vastgesteld op gemiddeld 97%. Het percentage wit, groen en bruin glas bedraagt repectievelijk 45,3%, 43,3% en 10,1% van de totale monsterhoeveelheid. Het gemiddelde percentage aangetroffen restmateriaal (niet-glas), wat als verontreiniging wordt beschouwd, bedraagt 1,3%. De maximale hoeveelheid verontreiniging gemeten in een monster is 2,7%. De kleurzuiverheid van op kleur gescheiden ingezameld glas is voor wit glas op 95,5% vastgesteld, voor groen glas op 95,6% en voor bruin glas op 71%. Door het RIVM is berekend dat 74% van de totale hoeveelheid in huishoudens gebruikt eenmalig verpakkingsglas gescheiden is ingezameld. Hiervan is 39% op kleur gescheiden ingezameld.
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    • . . .
    • 26
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.