• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    07 (34)
    air (34)
    lucht (34)
    nederland (34)
    netherlands (34)
    View MoreAuthorsLLO (29)Swaan P (7)Bleeker A (6)Doesburg MJ van (6)Elzakker BG van (6)View MoreYear (Issue Date)1994 (11)1996 (9)1998 (6)1993 (3)1995 (3)Types
    Onderzoeksrapport (34)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 34

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 34CSV
    • 34RefMan
    • 34EndNote
    • 34BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Evaluatie van het functioneren van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in 1992

    Buijsman E; van Straalen D; Swaan P; de Vos PW; van Elzakker BG; Stolk AP (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-01-31)
    In this report the results of an evaluation of the technical performance of the Dutch National Air Quality Monitoring Network in 1992 are presented. The average brute component efficiencies, i.e. a measure for the availability of measuring data, are: - for the automatically measured components [CO, NOx, O3, SO2] 96% ; - for the meteorological parameters [global radiation, temperature, wind direction, wind speed] 97% ; - for aerosols etc. [black smoke, acidifying compounds, metals, tsp] 96% ; - for the chemical composition of precipitation [i.a. acidifying compounds, heavy metals] 96%. Current Dutch legislation requires the measurement of a number of components in such way that only a minimal loss of data is tolerated. The number of stations which did not meet the legal requirements in 1992 are: two for CO[8% of the total number of stations], seven for NO2 [35%], six for SO2 [7%], two for lead aerosol [50%] and 6 for black smoke [30%].<br>
    Thumbnail

    Rapportage besluiten luchtkwaliteit 1996

    Bleeker A; Hartog PR den; Zebregs M (Ministerie van Volkshuisvesting, 1997-11-30)
    Deze rapportage is gebaseerd op rapportages van provincies en gemeenten over overschrijding van de (uitzonderings) grenswaarden voor zwaveldioxide, fijn stof (zwarte rook), stikstofdioxide, koolstofmonoxide , lood en benzeen. Rond inrichtingen zijn geen overschrijdingen van grenswaarden gerapporteerd. Op 116 wegvakken werden overschrijdingen van (uitzonderings)grenswaarden gerapporteerd: 52 keer benzeen, 62 keer stikstofdioxide en 2 keer koolstofmonoxide.
    Thumbnail

    Meetresultaten van het LML-station Niehove-Heereburen rapportage periode: vierde kwartaal 1997

    Elzakker BG van (1998-07-16)
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van metingen van concentraties koolmonoxide, stikstofoxiden en zwarte rook te Niehove-Heereburen en omliggende meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Van de genoemde componenten betreft dit: Maximum en 24-uursgemiddelde concentraties, alsmede aantal uren uitval in het vierde kwartaal 1997; Grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in het vierde kwartaal 1997; Kentallen voor de periode oktober 1997 t/m december 1997. Daarnaast wordt in het kort een uiteenzetting gegeven van de meetlokatie Niehove-Heereburen, de gebruikte meetprincipes en procedures en de in dit rapport gehanteerde berekeningsmethoden.
    Thumbnail

    Rapportage besluiten luchtkwaliteit 1994

    Bleeker A; Zebregs M (Minsterie van Volkshuisvesting, 1996-06-30)
    Deze rapportage is gebaseerd op rapportages van provincies en gemeenten over overschrijding van de (uitzonderings) grenswaarden voor zwaveldioxide, fijn stof (zwarte rook), stikstofdioxide, koolstofmonoxide, lood en benzeen. In DUIV-kader (DGM, Unie van Waterschappen, IPO en VNG) is besloten dat gemeenten en provincies vierjaarlijks rapporteren over de luchtkwaliteit in relatie tot de (uitzonderings) grenswaarden en richtwaarden, alsmede over de beleidsmatige consequenties die daaruit getrokken worden en in tussenliggende jaren alleen te rapporteren over (dreigende) overschrijding van (uitzonderings) grenswaarden en (voorgenomen) maatregelen. Deze rapportage over 1994 is de eerste in deze nieuwe reeks jaarlijkse rapportages over de uitvoering van de besluiten luchtkwaliteit. Uit deze rapportage blijkt dat veel gemeenten en provincies niet, te laat en/of onvolledig rapporteren over de luchtkwaliteit en bijbehorende maatregelen in hun gebied. Hierdoor kan geen totaal overzicht voor Nederland worden gegeven.
    Thumbnail

    Evaluatie van de smogsituatie in de winterperioden &apos;92/&apos;93, &apos;93/&apos;94 en &apos;94/&apos;95

    Anker IM van de (1996-11-30)
    In Nederland bestaat sinds 20 juni 1991 een nieuwe smogregeling, het zogenaamde Modeldraaiboek Smog 1991. In dit modeldraaiboek zijn procedures, maatregelen, handelingen, signaleringsschema's en aanbevelingen vastgelegd welke betrekking hebben op perioden met verhoogde luchtverontreiniging ofwel zomer- en wintersmog. In dit rapport wordt een overzicht en evaluatie gegeven van de in de winters van 1992/1993, 1993/1994 en 1994/1995 in Nederland opgetreden wintersmog. Op basis van meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), meteorologische gegevens van het KNMI en een tweetal statistische modellen wordt een smogprognose berekend. Eventueel worden aanvullende modellen en gegevens gebruikt om twee maal per dag een smogverwachting te publiceren. Tijdens de winterperiode '92/'93 is gedurende 12 dagen de signaleringswaarde voor geringe smog (SO2 >= 125 mug m-3 ; 24-uurgem.) op een of meerdere stations overschreden. Vanaf de winterperiode '93/'94 geldt als geringe smog een somparameter (SO2+fijnstof) die groter of gelijk aan 250 mug m-3 is. Alleen tijdens de episode in februari 1994 werd deze somparameter overschreden door 'opwaaiend stof'. De smogverwachting heeft beperkte kwaliteit, ofwel de onzekerheid is groot. In de praktijk is de relevantie van deze onzekerheid in de huidige smogregeling beperkt. Vanaf matige smog (>= 350 mug m-3) moet volgens de smogregeling attendering van provincie en bevolking plaatsvinden. Deze niveaus kwamen in beide winters niet voor. Op een enkele uitzondering na lagen alle niveaus zelfs in de klasse 'geen smog'(0 - 250 mug m-3).
    Thumbnail

    De herziening van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in 1993/94

    Buijsman E (1994-01-31)
    Abstract niet beschikbaar
    Thumbnail

    Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Meetresultaten 1993. Deel 4: Stadsstations Straatstations

    Doesburg MJ van; Rentinck ECM; Swaan P (1994-10-31)
    In dit rapport worden de meetresultaten van de stads- en straatstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in alle regio's in samengevatte vorm gepresenteerd. De rapportage vindt plaats over het kalenderjaar 1993 de zomer van 1993, de winter van 1992-1993 en over de periode van 1 april 1992 t/m 31 maart 1993 (meteorologisch jaar: EG-referentieperiode). Er wordt gerapporteerd over de componenten fijn stof (PM10), CO, Ox (=NO2+O3), O3, NO2, NO, NOx (=NO2+NO), zwarte rook (= zwevende deeltjes gemeten volgens de zwarte rook-methode) en SO2. In dit rapport worden resultaten van metingen van fijn stof (PM10) gepresenteerd. In dit rapport worden de resultaten van fijn stof weergegeven zonder een correctie voor een mogelijk systematische onderschatting veroorzaakt door de monsternemer. Een uitzondering wordt gemaakt bij het toetsen aan de kwaliteitsdoelstellingen. Tevens is voor elk station in het meetnet nagegaan of de Nederlandse grenswaarden voor deze componenten zijn overschreden. Op landelijk niveau zijn overschrijdingen van de grenswaarden voor zwarte rook en fijn stof waargenomen. De (ontwerp)grenswaarden voor SO2, NO2, CO en O3 zijn niet overschreden.
    Thumbnail

    The assessment and control of the implementation of Articles 3 and 7 of EC Directive 80/779/EEC (sulphur dioxide and suspended particulates) and EC Directive 85/203/EEC (nitrogen dioxide) in the Netherlands

    Sluyter RJCF (1994-11-30)
    De implementatie in de Nederlandse wetgeving van de EG richtlijnen 80/799 (zwaveldioxide en zwevende deeltjes) en 85/203 (stikstofdioxide) is beschreven in dit rapport. De nadruk hierbij is gelegd op de monitoring van zwaveldioxide, zwevende deeltjes en stikstofdioxide in overeenstemming met de richtlijnen en de controle van de luchtkwaliteit. Informatie over emissies en concentraties van voornoemde stoffen wordt gegeven. Overschrijdingen van de EG en nationale grens- en richtwaarden zijn samengevat. Het beleid van Nederland inzake de vermindering van luchtverontreiniging is samengevat. De overschrijding van de EG grenswaarde voor zwaveldioxide op het station Born in 1987 is op gedetailleerde wijze beschreven met behulp van een speciaal voor dit doel ontworpen beoordelingsformulier. Hetzelfde is gedaan met de overschrijding van de EG grenswaarde voor stikstofdioxide op het station Utrecht-Wittevrouwenstraat in 1989.
    Thumbnail

    Description and analysis of ambient fine particle concentrations in the Netherlands

    Wal JT van der; Janssen LHJM (1996-09-30)
    De ruimtelijke variatie en de variabiliteit in de tijd van PM10-concentraties in Nederland, zoals gemeten in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in de periode 1993-1994, zijn geanalyseerd. De concentratiegradienten zijn klein en de concentratieverschillen tussen diverse meetstations bedragen maximaal 20%. Diverse bronnen, zoals verkeers- en stedelijke emissies naast industriele, landbouw- en natuurlijke bronnen, kunnen PM10-concentraties lokaal verhogen. Deze bijdrage is ca. 10% t.o.v. de regionale achtergrondconcentratie. Omdat PM10 een somparameter is voor fijn stof, kan de samenstelling meer variatie vertonen dan het concentratiepatroon in Nederland. Dat voornamelijk bepaald wordt door grootschalige weerpatronen. De meerderheid van waargenomen PM10-concentraties ligt tussen 20 en 50 mug/m3 jaargemiddeld, met slechts kleine verschillen tussen de zomer en de winter. Tijdens episodes kan de PM10 concentratie oplopen tot vier- a vijfmaal het jaargemiddelde (>200 mug/m3). Het Kalman-filter is een tijdsvariable lineaire regressie methode. Het is een geschikte methode gebleken voor het modelleren van de dagelijkse variaties van PM10. In het uiteindelijke model worden de windrichting, de temperatuur en de neerslagduur als verklarende variabelen gebruikt.
    Thumbnail

    Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Meetresultaten 1993. Deel 2: Regio 4 Zuid-Holland, Regio 5 Noord-Holland

    Doesburg MJ van; Rentinck ECM; Swaan P (1994-10-31)
    In dit rapport worden de meetresultaten van de stations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in de regio's 4 (Zuid-Holland) en 5 (Noord-Holland) in samengevatte vorm gepresenteerd. De rapportage vindt plaats over het kalenderjaar 1993 de zomer van 1993, de winter van 1992-1993 en over de periode van 1 april 1992 t/m 31 maart 1993 (meteorologisch jaar: EG-referentieperiode). Er wordt gerapporteerd over de componenten fijn stof (PM10), CO, Ox (=NO2+O3), O3, NO2, NO, NOx (=NO2+NO), zwarte rook (= zwevende deeltjes gemeten volgens de zwarte rook-methode) en SO2. In dit rapport worden resultaten van metingen van fijn stof (PM10) gepresenteerd. In dit rapport worden de resultaten van fijn stof weergegeven zonder een correctie voor een mogelijk systematische onderschatting veroorzaakt door de monsternemer. Een uitzondering wordt gemaakt bij het toetsen aan de kwaliteitsdoelstellingen. Tevens is voor elk station in het meetnet nagegaan of de Nederlandse grenswaarden voor deze componenten zijn overschreden. Op landelijk niveau zijn overschrijdingen van de grenswaarden voor zwarte rook en fijn stof waargenomen. De (ontwerp)grenswaarden voor SO2, NO2, CO en O3 zijn niet overschreden.
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.