• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    07 (81)
    nederland (81)
    netherlands (81)
    monitoring networks (51)measurements (47)View MoreAuthorsLLO (64)Stolk AP (32)Boschloo DJ (17)Elzakker BG van (12)Bleeker A (10)View MoreYear (Issue Date)2000 - 2005 (33)1993 - 1999 (48)Types
    Onderzoeksrapport (81)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 81

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 81CSV
    • 81RefMan
    • 81EndNote
    • 81BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Evaluatie van het functioneren van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in 1992

    Buijsman E; van Straalen D; Swaan P; de Vos PW; van Elzakker BG; Stolk AP (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-01-31)
    In this report the results of an evaluation of the technical performance of the Dutch National Air Quality Monitoring Network in 1992 are presented. The average brute component efficiencies, i.e. a measure for the availability of measuring data, are: - for the automatically measured components [CO, NOx, O3, SO2] 96% ; - for the meteorological parameters [global radiation, temperature, wind direction, wind speed] 97% ; - for aerosols etc. [black smoke, acidifying compounds, metals, tsp] 96% ; - for the chemical composition of precipitation [i.a. acidifying compounds, heavy metals] 96%. Current Dutch legislation requires the measurement of a number of components in such way that only a minimal loss of data is tolerated. The number of stations which did not meet the legal requirements in 1992 are: two for CO[8% of the total number of stations], seven for NO2 [35%], six for SO2 [7%], two for lead aerosol [50%] and 6 for black smoke [30%].<br>
    Thumbnail

    Fijn stof nader bekeken

    Buijsman E; Beck JP; van Bree L; Cassee FR; Koelemeijer RBA; Matthijsen J; Thomas R; Wieringa K (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-08-08)
    Het Milieu- en Natuurplanbureau en de sector Milieu en Veiligheid van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu presenteren met het boekje 'Fijn stof nader bekeken' de feiten over fijn stof in samenhang. Deze uitgave laat zien wat de stand van zaken is in het fijnstofdossier: wat weten we wel, wat weten we niet, waar zitten de onzekerheden? Aanleiding voor deze uitgave is het huidige maatschappelijke en politieke debat over de gevolgen van de implementatie van het Nederlandse Besluit Luchtkwaliteit, dat gestoeld is op richtlijnen van de Europese Unie. Overschrijdingen van de grenswaarden voor fijn stof komen op grote schaal voor in Nederland. De maatschappelijke gevolgen hiervan zijn ingrijpend, doordat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zoals woningbouw en infrastructuurprojecten, in het gedrang komen. Aan de andere kant zijn er belangrijke gezondheidseffecten door fijn stof. Het dossier fijn stof is complex en omvat bestuurlijke dilemma's, juridisch bindende grenswaarden, zorgen van burgers, wetenschappelijke onzekerheden en ruimtelijk-economische gevolgen. De vele vragen en de huidige discussies zijn redenen geweest om een wetenschappelijk overzichtsrapport op te stellen over het fijnstofdossier. Deze uitgave bevat geen nieuwe informatie, maar is een samenvatting van bestaande rapporten op het gebied van fijn stof.
    Thumbnail

    Meetresultaten van het LML-station Niehove-Heereburen rapportage periode:4e kwartaal 1999

    Venema J; Elzakker BG van (2002-04-24)
    De resultaten worden gepresenteerd van metingen van concentraties koolmonoxide, stikstofoxiden en zwarte rook te Niehove-Heereburen en omliggende meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Van de genoemde componenten betreft dit: Maximum en 24-uursgemiddelde concentraties, alsmede aantal uren uitval in het 4e kwartaal 1999; Grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in het 4e kwartaal 1999; Grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in 1999; Kentallen voor 1999. Daarnaast wordt in het kort een uiteenzetting gegeven van de meetlokatie Niehove-Heereburen, de gebruikte meetprincipes en procedures en de in het rapport gehanteerde berekeningsmethoden.
    Thumbnail

    Rapportage besluiten luchtkwaliteit 1996

    Bleeker A; Hartog PR den; Zebregs M (Ministerie van Volkshuisvesting, 1997-11-30)
    Deze rapportage is gebaseerd op rapportages van provincies en gemeenten over overschrijding van de (uitzonderings) grenswaarden voor zwaveldioxide, fijn stof (zwarte rook), stikstofdioxide, koolstofmonoxide , lood en benzeen. Rond inrichtingen zijn geen overschrijdingen van grenswaarden gerapporteerd. Op 116 wegvakken werden overschrijdingen van (uitzonderings)grenswaarden gerapporteerd: 52 keer benzeen, 62 keer stikstofdioxide en 2 keer koolstofmonoxide.
    Thumbnail

    Evaluatie van de zomersmogsituatie in 1994

    Doesburg MJ van (1995-09-30)
    In Nederland bestaat sinds 20 juni 1991 een smogregeling, het zogenaamde Modeldraaiboek Smog 1991. In dit modeldraaiboek zijn afspraken gemaakt voor de onderlinge informatievoorziening en de te volgen procedures, maatregelen en aanbevelingen tijdens perioden met verhoogde luchtverontreiniging (zomer- en wintersmog). Verder wordt melding gemaakt van welke partijen (ministerie van VROM, provincies en RIVM) waar verantwoordelijk voor zijn. Dit rapport geeft een overzicht van de in de zomer van 1994 in Nederland opgetreden zomersmog. Zomersmog bestaat uit een mengsel van een aantal luchtverontreinigende stoffen. Hiervan is ozon de meest bepalende component voor effecten op de gezondheid van de mens. De ozonconcentraties, die gemeten zijn in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), zijn getoetst aan de Nederlandse ontwerpnorm voor ozon en aan de normen vastgelegd in de Europese ozonrichtlijn. Fotochemische luchtverontreiniging is in de zomermaanden van 1994 frequent opgetreden. In totaal zijn 26 smogdagen voorgekomen. Onder een smogdag wordt verstaan: een dag waarop ergens in Nederland een uurgemiddelde ozonconcentratie hoger dan 180 mug m-3 (matige smog) wordt gemeten. De smogdagen zijn eind juni, en bijna de hele maand juli en begin augustus opgetreden. Op 9 dagen is het niveau ernstige smog (ozonconcentratie hoger dan 240 mug m-3) bereikt. In de zuidelijke/zuidoostelijke helft van Nederland is vaker een verhoogd ozonniveau opgetreden dan in de rest van Nederland. In 1994 zijn overschrijdingen van zowel grens-, richt- en streefwaarden van de Nederlandse ontwerpnorm geconstateerd. De grenswaarden voor het 1-uur- en 8-uurgemiddelde zijn overschreden op respectievelijk 1 en 16 stations van het LML. De richtwaarden voor het 1-uur- en 8-uurgemiddelde zijn in veel gevallen overschreden. Bij de toetsing van de vijf drempelwaarden uit de EU-richtlijn zijn in 1994 overschrijdingen geconstateerd. De drempelwaarde ter bescherming van de volksgezondheid is in heel Nederland in ruime mate overschreden, het meest in het zuidoosten van Nederland. Beide drempelwaarden ter bescherming van de vegetatie zijn in 1994 ook op ruime schaal overschreden. De drempelwaarde voor het informeren van de bevolking is op diverse plaatsen (op 26 verschillende dagen) overschreden. De drempelwaarde ter alarmering van de bevolking is in Nederland niet overschreden. Twee maal per dag wordt door het RIVM een smogbericht gepubliceerd. In dit smogbericht, waarin Nederland is onderverdeeld in 5 regios, wordt een smogverwachting voor een en twee dagen vooruit in de tijd gegeven. Het beeld van de presentaties van de smogverwachting van 1994 sluit aan op dat van 1993. Bij lage ozonniveaus blijkt het smogbericht gemiddeld een beperkte overschatting (circa 10 mug m-3) te geven ten opzichte van de gemeten ozonconcentraties, bij hogere ozonconcentratie vindt gemiddeld een onderschatting plaats van vergelijkbare omvang. De spreiding in de smogverwachting ten opzichte van de gemeten waarden is verscheidene tientallen mug m-3. Bij de smogverwachtingen per regio zorgt deze spreiding, in 60% van de gevallen, voor een onterechte melding van matige smog. Daarentegen wordt het optreden van matige smog in een regio in 65% van de gevallen correct vooraf gesignaleerd. Bij een beschouwing van Nederland als geheel blijkt in 1994 dat 5 keer van de 24 keer in het smogbericht sprake is geweest van matige smog terwijl dat nergens in Nederland is opgetreden. Op 19 dagen (80%) was de verwachting dus terecht. Van de 26 dagen dat er ergens in Nederland matige smog is opgetreden, zijn deze 19 keer (70%) ook van te voren verwacht.
    Thumbnail

    Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Meetresultaten 1997. Deel 4. Stadsstations, Straatstations

    Boschloo DJ; Stolk AP (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2002-10-16)
    In dit rapport worden de meetresultaten van de stads- en straatstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in alle regio's in samengevatte vorm gepresenteerd. De rapportage betreft het kalenderjaar 1997, de zomer van 1997, de winter van 1996-1997 en de periode van 1 april 1996 t/m 31 maart 1997 (meteorologisch jaar: EU-referentieperiode). Er wordt gerapporteerd over de componenten fijn stof (PM10), CO, Ox (=NO2+O3), O3, NO2, NO, NOx (=NO2+NO), zwarte rook (= zwevende deeltjes gemeten volgens de zwarte-rookmethode) en SO2. De meetresultaten van fijn stof (PM10) zijn vermenigvuldigd met een factor 1,33 om de systematische onderschatting ten opzichte van de EU-referentiemethode voor PM10 te corrigeren.<br>
    Thumbnail

    Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Meetresultaten 1998. Deel 1. Regio 1 Limburg, Regio 2 Noord-Brabant, Regio 3 Zeeland

    Boschloo DJ; Stolk AP (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2002-10-16)
    In dit rapport worden de meetresultaten van de regionale stations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in de regio's 1 (Limburg), 2 (Noord-Brabant) en 3 (Zeeland) in samengevatte vorm gepresenteerd. De rapportage betreft het kalenderjaar 1998, de zomer van 1998, de winter van 1997-1998 en de periode van 1 april 1997 t/m 31 maart 1998 (meteorologisch jaar: EU-referentieperiode). Er wordt gerapporteerd over de componenten NH3, fijn stof (PM10), CO, Ox (=NO2+O3), O3, NO2, NO, NOx (=NO2+NO), zwarte rook (= zwevende deeltjes gemeten volgens de zwarte-rookmethode) en SO2. De meetresultaten van fijn stof (PM10) zijn vermenigvuldigd met een factor 1,33 om de systematische onderschatting ten opzichte van de EU-referentiemethode voor PM10 te corrigeren.<br>
    Thumbnail

    Meetresultaten van het LML-station Niehove-Heereburen rapportage periode: vierde kwartaal 1997

    Elzakker BG van (1998-07-16)
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van metingen van concentraties koolmonoxide, stikstofoxiden en zwarte rook te Niehove-Heereburen en omliggende meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Van de genoemde componenten betreft dit: Maximum en 24-uursgemiddelde concentraties, alsmede aantal uren uitval in het vierde kwartaal 1997; Grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in het vierde kwartaal 1997; Kentallen voor de periode oktober 1997 t/m december 1997. Daarnaast wordt in het kort een uiteenzetting gegeven van de meetlokatie Niehove-Heereburen, de gebruikte meetprincipes en procedures en de in dit rapport gehanteerde berekeningsmethoden.
    Thumbnail

    Rapportage besluiten luchtkwaliteit 1994

    Bleeker A; Zebregs M (Minsterie van Volkshuisvesting, 1996-06-30)
    Deze rapportage is gebaseerd op rapportages van provincies en gemeenten over overschrijding van de (uitzonderings) grenswaarden voor zwaveldioxide, fijn stof (zwarte rook), stikstofdioxide, koolstofmonoxide, lood en benzeen. In DUIV-kader (DGM, Unie van Waterschappen, IPO en VNG) is besloten dat gemeenten en provincies vierjaarlijks rapporteren over de luchtkwaliteit in relatie tot de (uitzonderings) grenswaarden en richtwaarden, alsmede over de beleidsmatige consequenties die daaruit getrokken worden en in tussenliggende jaren alleen te rapporteren over (dreigende) overschrijding van (uitzonderings) grenswaarden en (voorgenomen) maatregelen. Deze rapportage over 1994 is de eerste in deze nieuwe reeks jaarlijkse rapportages over de uitvoering van de besluiten luchtkwaliteit. Uit deze rapportage blijkt dat veel gemeenten en provincies niet, te laat en/of onvolledig rapporteren over de luchtkwaliteit en bijbehorende maatregelen in hun gebied. Hierdoor kan geen totaal overzicht voor Nederland worden gegeven.
    Thumbnail

    Evaluatie van de smogsituatie in de winterperioden &apos;92/&apos;93, &apos;93/&apos;94 en &apos;94/&apos;95

    Anker IM van de (1996-11-30)
    In Nederland bestaat sinds 20 juni 1991 een nieuwe smogregeling, het zogenaamde Modeldraaiboek Smog 1991. In dit modeldraaiboek zijn procedures, maatregelen, handelingen, signaleringsschema's en aanbevelingen vastgelegd welke betrekking hebben op perioden met verhoogde luchtverontreiniging ofwel zomer- en wintersmog. In dit rapport wordt een overzicht en evaluatie gegeven van de in de winters van 1992/1993, 1993/1994 en 1994/1995 in Nederland opgetreden wintersmog. Op basis van meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), meteorologische gegevens van het KNMI en een tweetal statistische modellen wordt een smogprognose berekend. Eventueel worden aanvullende modellen en gegevens gebruikt om twee maal per dag een smogverwachting te publiceren. Tijdens de winterperiode '92/'93 is gedurende 12 dagen de signaleringswaarde voor geringe smog (SO2 >= 125 mug m-3 ; 24-uurgem.) op een of meerdere stations overschreden. Vanaf de winterperiode '93/'94 geldt als geringe smog een somparameter (SO2+fijnstof) die groter of gelijk aan 250 mug m-3 is. Alleen tijdens de episode in februari 1994 werd deze somparameter overschreden door 'opwaaiend stof'. De smogverwachting heeft beperkte kwaliteit, ofwel de onzekerheid is groot. In de praktijk is de relevantie van deze onzekerheid in de huidige smogregeling beperkt. Vanaf matige smog (>= 350 mug m-3) moet volgens de smogregeling attendering van provincie en bevolking plaatsvinden. Deze niveaus kwamen in beide winters niet voor. Op een enkele uitzondering na lagen alle niveaus zelfs in de klasse 'geen smog'(0 - 250 mug m-3).
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    • . . .
    • 9
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.