• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    02 (271)
    netherlands (52)epidemiologie (26)nederland (24)surveillance (24)View MoreAuthorsCIE (69)CCM (46)VTV (40)Conyn-van Spaendonck MAE (30)LIS (21)View MoreYear (Issue Date)1995 (53)1999 (49)1997 (44)1996 (39)1994 (34)TypesOnderzoeksrapport (271)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 271

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 271CSV
    • 271RefMan
    • 271EndNote
    • 271BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Interim report 'Winter smog and traffic'

    Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene RIVM; Rijksuniversiteit Groningen RUG, 1994-12-31
    This report presents a halfway score of the research project "Winter smog and Traffic", one of the themes of the research programme "Air Pollution and Health". A state of the art is presented of the health effects associated with exposure to winter smog and of the toxicological effects caused by the inhalation of particles. A summary of the assessment of air quality and the results of epidemiological research is presented. Some policy questions are answered as far as possible at this stage of the project. Finally, an outline of a plan of activities is presented which is based on the policy needs and the most serious gaps in knowledge.
    Thumbnail

    Zorg Achter Tralies. Een onderzoek naar kwaliteitsaspecten van de gezondheidszorg in penitentiaire inrichtingen

    Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu, 1999-07-01
    In 1997 the Dutch Inspectorate for Health Care carried out a study into the quality of health care in Dutch prisons. The goal of the study was to review, in general terms, the quality of health care in prisons and to formulate recommendations for improvements. The study focused on both structural and process-related aspects of prison health care. Data were collected in all 39 Dutch prisons and jails by means of questionnaires given to all care providers (doctors, psychiatrists, psychologists, nurses, dentists, physiotherapists and a selected sample of wardens), one member of each prison board and a selected sample of prisoners (N=821). In addition, interviews were held in 30 medical units with a doctor, a nurse and a psychologist in each, focusing in particular on addiction, HIV/AIDs and suicide. Results based on an overall response rate of 77% revealed a need for improvements, including development of a policy framework for the organization of health care in prisons and the development of a policy on quality.
    Thumbnail

    Inventarisatie van mogelijkheden tot samenwerking van GGD'en met het CIE op het gebied van Infectieziektenbestrijding

    Suijkerbuijk AWM; Conyn-van Spaendonck MAE; Sprenger MJW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-09-30)
    Vanaf de vroege zomer tot in het najaar van 1993 heeft een sociaal-verpleegkundige van het Centrum voor Infectieziekten Epidemiologie (CIE) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene (RIVM) kennismakingsbezoeken gebracht aan 60 GGD'en. Het kennismakingsbezoek had als doel informatie te verstrekken aan artsen en verpleegkundigen werkzaam in de infectieziektenbestrijding over de huidige activiteiten van het CIE. De bezoeken bleken hiervoor een geschikt middel te zijn: er was waardering voor een persoonlijk bezoek aan de GGD. Een ander belangrijk doel was het verkennen van aansluitingspunten tussen het CIE en de GGD'en door nadere informatie te verzamelen over de GGD-activiteiten op het gebied van de infectieziektenbestrijding en kennis te nemen van de mening van de artsen en verpleegkundigen over samenwerking met het CIE. Aan de hand van een vragenlijst kwamen een vijftal aandachtspunten aan de orde: 1. organisatie infectieziektenbestrijding, 2. huidige activiteiten, 3. problemen / knelpunten, 4.toekomstige activiteiten, 5. samenwerking tussen de GGD en het CIE. In dit rapport worden de resultaten van deze inventarisatie onder artsen en verpleegkundigen van GGD'en besproken en wordt de organisatie en activiteiten van het CIE weergegeven. Een belangrijke conclusie uit het rapport is dat het CIE voor een vruchtbare samenwerking met GGD'en moet investeren in de contacten met GGD'en op basis van gelijkwaardigheid. In de toekomst zal het CIE investeren in informatievoorziening en diverse mogelijkheden zoals de Transmissiedagen, het Infectieziekten-Bulletin, het Bijkerk-overleg en diverse commissies/werkgroepen zeker benutten om de communicatie en samenwerking met GGD'en verder te optimaliseren. Het CIE kan voor GGD'en een laagdrempelige toegang betekenen tot de in het RIVM aanwezige expertise. Het RIVM kan ten aanzien van outbreakonderzoek als partner samenwerken met de LVGGD en de GHI. Voorts zou het CIE duidelijkheid moeten scheppen omtrent randvoorwaarden voor outbreakonderzoek. Ten aanzien van het Infectieziekten Surveillance en Informatie Systeem is het belangrijk dat het CIE dit systeem goed laat aansluiten op de praktijk van de infectieziektenbestrijding bij GGD'en en GGD-deskundigen hierin betrekt. Bij toekomstig op te zetten onderzoek dient het CIE rekening te houden met de suggesties die GGD'en ter verbetering van hun participatie in onderzoek hebben aangereikt: gelijkwaardige samenwerking, goede terugrapportage en financiering van GGD'en in relatie tot de te leveren prestatie in menskracht en tijd.<br>
    Thumbnail

    Fertility change in India

    Hilderink HBM; Niessen LW; Hutter I; Willekens FJ (Populations Research Centre, 1996-09-30)
    Achtergrond en doelstelling: de toepassing van een generiek fertiliteitsmodel, beschreven op basis van de Indiase situatie. Het model bestaat uit vier onderdelen. Het deel waarin de toestand is beschreven berekent de fertiliteitsratio en de factoren die dit direct bepalen zoals onderscheiden door Bongaarts en Potter: huwelijkse leeftijd, gebruik van anticonceptiva, abortus provocatus en post-partum amenorroe. Het druksysteem beschrijft de causale krachten: levensverwachting, scholingsniveau van vrouwen, bruto nationaal produkt, en populatiegroei. Het impactsysteem beschrijft de ontwikkeling van het aantal geboorten, dat, tezamen met geprojecteerde en/of gesimuleerde sterftecijfers, de geschatte populatiegroei bepaalt. Het sturingsgedeelte bevat vier beleidsvelden: beleid in relatie tot abortus, scholingsbeleid, anticonceptieprogramma's en massacommunicatie. Resultaten: De toegepaste scenarios gebruiken een aantal trajecten in het model die het volgende aantonen: a. Een verdere verlaging van de vruchtbaarheid zonder een expliciete bevolkingspolitiek is mogelijk, als gevolg van de aanname dat de diffusie van methoden zich zal continueren en de voorkeur voor zonen zal afnemen. De daling zal echter meer tijd nodig hebben om het vervangingsniveau te halen. Deze verandering zal zich dan op micro-niveau voltrekken. b. In het geval van tegenvallende economische groei zijn er expliciete bevolkingsstrategieen mogelijk met betrekking tot het moment van kinderen krijgen. Er is een afgenomen effectiviteit van methoden, die slechts partieel door informatieve programma's is te compenseren. c. De daling van het aantal kinderen per vrouw zal doorzetten en kent in sommige gebieden een versnelling. Sommige scenario's tonen dat het vervangingsniveau binnen twee decennia bereikt kan worden. Onder ongunstiger omstandigheden kan het diffusieproces zich nog steeds voltrekken, maar het gewenste kinderaantal zal boven het vervangingsniveau blijven liggen. Conclusies: De relatie tussen fertiliteitsontwikkeling en de directe bepalende factoren zijn relatief goed te kwantificeren. Sociaal-economische ontwikkeling en bevolkings-programma's hebben slechts indirect effecten op het aantal geboorten en tonen een tijdsvertraging. Het model toont hoe de effectiviteit van bevolkingsbeleid beinvloed kan worden door de factoren die liggen tussen het beleid en de beslissingen op micro-niveau.
    Thumbnail

    Modelling the effect of global warming on the prevalence of schistosomiasis

    Martens WJM (1995-07-31)
    Abstract niet beschikbaar
    Thumbnail

    Seksueel Overdraagbare Aandoeningen in Nederland; update 1996

    Laar MJW van de; Ossewaarde JM (red.) (1997-10-01)
    Een volledig overzicht is gegevens van de huidige stand van zaken met betrekking tot de belangrijkste SOA: gonorroe, syfilis, infectie met Chlamydia trachomatis, genitale infecties met humaan papillomavirus (HPV) , hepatitis B, herpes genitalis, HIV-infectie en AIDS. Er wordt uitgebreid ingegaan op de surveillance van SOA, het voorkomen van SOA in Nederland in de periode 1991-1996 (incidentie, prevalentie, determinanten, morbiditeit en mortaliteit). Er wordt gesteld dat er slechts beperkt inzicht bestaat in het voorkomen van SOA in Nederland door gebrek aan uniform verzamelde gegevens. Door veranderingen in de wetgeving zal de aangifteplicht voor SOA vervallen: een alternatief surveillancesysteem wordt voorgesteld. De trends van gonorroe en syfilis zijn neerwaarts, SOA komt voornamelijk voor bij specifieke subgroepen van de bevolking. Recente verheffingen bleken wel gecorreleerd te zijn met hoog risicogroepen (i.e. personen met veel wisselende seksuele contacten, homoseksuele mannen, druggebruik). De prevalentie van chlamydia blijkt veel hoger dan werd verondersteld sinds het gebruik van de nieuwe gevoelige diagnostische methoden. Chlamydia lijkt ook veel minder geassocieerd met bepaalde risicofactoren. De incidentie van AIDS heeft zich gestabiliseerd sinds 1992, grotendeels door een afname bij homoseksuele mannen; het aandeel van druggebruik en heteroseksuele contacten als besmettingsbron is toegenomen. In het algemeen wordt geconcludeerd dat nationale bestrijdingsplannen voor chlamydia nodig zijn en dat de huidige surveillancesystemen voor SOA verbeterd dienen te worden om trends in de komende jaren te volgen, van zowel chlamydia als virale SOA.
    Thumbnail

    Report on the third workshop organized by the Community Reference Laboratory (CRL) - Salmonella

    Raes M; Henken AM (1999-03-09)
    In september 1998 is door het Communautair Referentie Laboratorium (CRL) voor Salmonella een workshop georganiseerd in Utrecht, Nederland. Alle Nationale Referentie Laboratoria (NRLs) voor Salmonella waren vertegenwoordigd. In totaal waren er 35 deelnemers. Het programma van de workshop bestond uit vier delen. Het eerste deel was bacteriologisch gericht en bestond uit een evaluatie van bacteriologische ringonderzoeken. Het tweede deel van de workshop was een bespreking van detectiemethoden voor Salmonella en de validatie van deze methoden. Het derde deel was immunologisch gericht waarin de immunologische methoden besproken werden. In het laatste deel van de workshop werden diverse typeringsmethoden besproken.
    Thumbnail

    A search for biomarkers in nasal lavage as a tool for the assessment of health effects of photochemical air pollution. A feasibility study with volunteers

    Steerenberg PA; Fischer PH; Gmelig Meyling F; Willighagen J; Geerse E; van de Vliet H; Ameling C; Boink ABTJ; Dormans JAMA; van Bree L; et al. (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-11-30)
    In Nederland wordt jaarlijks regelmatig de grenswaarde voor ozon (1 uur maximale ozonconcentratie van 240 mug/m3) overschreden. Door de Gezondheidsraad is een indeling gemaakt van de mogelijke responsen bij blootstelling aan fotochemische luchtverontreiniging tijdens zomersmogepisoden, waarbij ozon de belangrijkste component is. Uit recent epidemiologisch onderzoek in Nederland blijkt dat een reductie in longfunctie te meten is, terwijl de grenswaarde voor Nederland, zijnde 240 mug/m3, niet werd overschreden. Het is onbekend of herhaalde ozonblootstelling uiteindelijk resulteert in chronische ziekten van de long. Om de epidemiologische studies voort te zetten, zal in een soortgelijk protocol de aanwezigheid van ontstekingsreacties worden bestudeerd in neuslavagevloeistof. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat ontstekingsreacties in de neus, veroorzaakt door ozon, relevante informatie geven over effecten in de long. Dit rapport bevat de resultaten van een vooronderzoek waarin bij 12 volwassen vrijwilligers van het RIVM gedurende de maanden oktober tot december 1993 neuslavages zijn uitgevoerd. In deze voorstudie werd het aantal leukocyten, de concentratie immunomediatoren en biomerkers voor exsudatie in neuslavagevloeistof bepaald. Deze voorproef met 12 vrijwilligers heeft duidelijk aangetoond dat het mogelijk is voor ontstekingsreacties relevante biomerkers in de NAL te meten en dat deze studie de weg opent voor epidemiologisch onderzoek in kinderen, waarbij zowel longfunctie als ontstekingsreactie kunnen worden bestudeerd.<br>
    Thumbnail

    Beleidsafhankelijke determinanten van enkele belangrijke gezondheidsproblemen en bijbehorende beleidsactoren

    Lucht F van der; Jansen J (1999-06-14)
    Om inzicht te geven in welke beleidsdisciplines betrokken zijn bij gezondheidsrelevant beleid is - uitgaande van een vijftal belangrijke gezondheidsproblemen (kanker, CARA, hart- en vaatziekten, ongevallen en psychische aandoeningen) - geanalyseerd welke beleidssectoren een rol kunnen spelen bij de beinvloeding van de determinanten van deze gezondheidsproblemen. Het identificeren van de diverse betrokken beleidssectoren moet ondersteuning geven bij het vormgeven van het facetbeleid op het ministerie van VWS. Uit de analyses blijkt dat een zeer groot aantal beleidssectoren (60) de mogelijkheid heeft de determinanten van de eerder genoemde gezondheidsproblemen te beinvloeden. Daarnaast blijkt dat bijna alle ministeries (9) een potentiele betrokkenheid hebben.In het tweede deel van de studie is getracht tot prioritering voor facetbeleid te komen. Daarbij is voor een van de beschreven aandoeningen CARA, gekeken voor welke determinanten de potentieel te behalen gezondheidswinst door interventies het grootst is. Twee determinanten komen naar voren die prioriteit zouden kunnen krijgen bij facetbeleid, te weten roken en allergenen in het binnenmilieu. Geconcludeerd wordt dat voor facetbeleid zeer veel beleidssectoren en departementen van belang zijn. Bij een juiste prioritering is het mogelijk een aanzienlijke gezondheidswinst te boeken en kunnen behoorlijke kosten voor de gezondheidszorg worden bespaard. Naast te behalen gezondheidswinst kan bij de prioritering gelet worden op (nog) onbenutte mogelijkheden voor interdepartementale samenwerking en concordantie van belangen.
    Thumbnail

    Lifestyle and cancer of the reproductive organs

    Piersma AH; Spanjersberg MQI; Beekhuijzen MEW (1999-10-31)
    De incidenties van borstkanker, testiskanker en prostaatkanker nemen in de westerse wereld toe. Er is sprake van zorg dat blootstelling van de mens aan stoffen in het leefmilieu met endocriene activiteit betrokken zouden kunnen zijn bij deze trends, maar ondersteunend bewijs voor een dergelijke relatie ontbreekt tot dusverere. Anderzijds heeft de twintigste eeuw diepgaande veranderingen in leefstijl te zien gegeven, die ongetwijfeld invloed hebben gehad op de incidenties van ziekten en aandoeningen. Het rapport vat huidige kennis samen omtrent de relatie tussen hormoon-afhankelijke kankers bij de mens en leefstijldeterminanten. Belangrijke leefstijldeterminanten betrokken bij deze kankers worden gevonden op de gebieden van consumptief en sexueel gedrag. Specifieke determinanten daarbinnen zijn calorische inname, lichamelijke activiteit, alcoholconsumptie, kindertal, hormoonmedicatie, sexuele activiteit en hygiene.
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    • . . .
    • 28
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.