• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    02 (2)
    surveillance (2)
    bordetella pertussis (1)disease registration (1)hospital infections (1)View MoreAuthors
    CIE (2)
    LBA (2)
    Schellekens JFP (2)
    Academisch Ziekenhuis Utrecht. (1)Amersfoort (1)View MoreYear (Issue Date)
    1995 (2)
    TypesOnderzoeksrapport (2)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-2 of 2

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 2CSV
    • 2RefMan
    • 2EndNote
    • 2BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Kinkhoest surveillance 1989-1994

    de Melker HE; Conyn-van Spaendonck MAE; Schellekens JFP (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-11-01)
    Doel: Inzicht krijgen in de huidige incidentie en de trend in incidentie van kinkhoest. Opzet: Surveillance van kinkhoest op grond van diverse bronnen in de periode 1989-1994. Methoden: Voor de periode 1989 - 1994 is de incidentie van kinkhoest berekend op grond van de wettelijke aangiften bij de Geneeskundige Hoofdinspectie, ziekenhuisopnamen geregistreerd door SIG-Zorginformatie, positieve bevindingen bij serodiagnostiek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en Bordetella-isolaten geregistreerd door de streeklaboratoria. Resultaten: De gemiddelde incidentie per jaar voor de periode 1989-1994 berekend op grond van aangiften en positieve serodiagnostiek kwam overeen (2,3 en 2,2 per 100.000). Bij aangiften en positieve serodiagnostiek trad in 1989 (resp. 3,5 en 2,4 per 100.000) en in 1994 (resp. 3,4 en 3,2/100.000) een piek op in de incidentie. De incidentie op grond van aangiften en positieve serodiagnostiek was in 1993 eveneens hoger dan in voorafgaande jaren (2,4 en 3,2 per 100.000). Uit alle surveillance bronnen blijkt dat de incidentie het hoogst is onder nul-jarigen, met name onder zuigelingen van 0-5 maanden. De geschatte vaccineffectiviteit bedroeg in 1994 84% (95%-c.i. interval 80-87%) ten opzichte van 92% (95%-c.i. interval 90-94%) in 1993. Conclusie: Ondanks een hoge vaccinatiegraad blijkt uit het patroon voor 1989-1994 dat kinkhoest endemisch voor komt (overeenkomstig de literatuur) met epidemische verheffingen om de vier jaar. Door de hoge vaccinatiegraad is de incidentie onder ongevaccineerden in Nederland veel lager dan onder ongevaccineerden in nabije buitenlandse gebieden met een veel lagere vaccinatiegraad. Mede gezien de mogelijk lagere vaccineffectiviteit in het epidemische jaar 1994 ten opzichtte van voorafgaande jaren, is onderzoek naar circulerende stammen aangewezen. Continue waakzaamheid en surveillance is derhalve noodzakelijk.<br>
    Thumbnail

    Project Surveillance Ziekenhuisinfecties regio Utrecht ; een studie naar de haalbaarheid van surveillance van ziekenhuisinfecties in een netwerk van registrerende ziekenhuizen

    Severijnen AJ; Verbrugh HA; Mintjes-de Groot AJ; Vandenbroucke-Grauls CMJE; Klokman-Houweling R; Gruteke P; Schellekens JFP; van Pelt W (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-04-30)
    In het Project Surveillance Ziekenhuisinfecties regio Utrecht (PSZU) is de haalbaarheid van surveillance van ziekenhuisinfecties (ZHI) in een netwerk van registrerende ziekenhuizen onderzocht. Doel van een netwerk van ziekenhuizen voor de registratie van ZHI is het bevorderen van de opsporing en bestrijding van ZHI in de deelnemende ziekenhuizen. Uit de terugrapportage van de eigen resultaten, gespiegeld aan de geaggregeerde gegevens van alle ziekenhuizen, komen verschillen naar voren die het individuele ziekenhuis op het spoor brengen van situaties waar verbeteringen mogelijk zijn. Het onderzoek richtte zich met name op logistieke aspecten: de standaardisatie van het verzamelen van ZHI-gegevens en de bruikbaarheid van ziekenhuisopnamegegevens uit een landelijkbestand. Hiertoe is een gestandaardiseerde vorm van surveillance van ZHI in 8 ziekenhuizen in de regio Utrecht opgezet. Ziekenhuishygienisten spoorden door actieve surveillance alle typen ZHI op bij gynaecologische en orthopedische patienten gedurende een periode van 9-16 maanden tussen maart 1992 en juni 1993. De gerapporteerde (geanonimiseerde) surveillance-gegevens werden op een centraal punt (het RIVM) verzameld en bewerkt. Gegevens van alle opgenomen gynaecologische en orthopedische patienten werden betrokken van de Landelijke Medische Registratie, Utrecht. De gegevens uit beide bestanden werden op persoonsniveau gekoppeld en na analyse werd gerapporteerd aan de deelnemende ziekenhuizen. Surveillance van ZHI op een gestandaardiseerde manier in een groep van samenwerkende ziekenhuizen bleek goed mogelijk: patienten met een ZHI werden correct geidentificeerd door de hygienisten, de ZHI-gegevens werden voldoende juist geregistreerd en met regelmaat naar het RIVM gezonden en konden daar correct aan de LMR-noemergegevens gekoppeld worden. Totaal werden bij 8992 patienten 526 ZHI opgespoord. De totale incidentie van ZHI was 5,9 per 100 patienten of 6,3 per 1000 verpleegdagen. De incidentie van postoperatieve wondinfecties en urineweginfecties was bij gynaecologische patienten significant hoger dan bij orthopedische patienten. Patienten met een ZHI waren ouder en verbleven veel langer in het ziekenhuis dan patienten zonder ZHI. De incidentie van het ZHI steeg naarmate de tijdsduur tussen opname en operatie toenam. Tussen de afzonderlijke ziekenhuizen bleek de incidentie van ZHI sterk te verschillen: zo liep de incidentie bij gynaecologische patienten uiteen van 1,0 tot 23,3 per 100 opnamen. Ook in andere opzichten (leeftijd, uitgevoerde operaties, antibioticumprofylaxe) bleken ziekenhuizen te verschillen, met consequenties voor het optreden van ZHI. Enkele knelpunten kwamen aan het licht. Niet in alle ziekenhuizen was bij de patienten dezelfde set van microbiologische onderzoeken beschikbaar. Ondanks het hanteren van dezelfde ZHI-inclusiecriteria verschilde daardoor tussen de ziekenhuizen de kans om bij eenzelfde patient een ZHI vast te stellen. De opnamegegevens van de LMR dekten de patienten die door de hygienisten gezien waren, niet goed: 8% van de volgens de LMR opgenomen patienten werden niet door de hygienist gezien. Dit kan leiden tot onderschatting van de incidentie van ZHI. Van de patienten die door de hygienist gezien waren kwamen 5% niet voor in het LMR-bestand, deels omdat deze patienten nog niet ontslagen waren bij de afsluiting van de registratie. De vertraging in de levering van LMR-gegevens, loopt uiteen van 3-12 maanden na ontslag van de patient. Dit is met name een probleem als de terugrapportage gebruikt wordt om het opsporings- en bestrijdingsbeleid voor ZHI bij te stellen. Geconcludeerd wordt, dat het mogelijk is om in een groep ziekenhuizen een gestandaardiseerde vorm van surveillance van ziekenhuisinfecties uit te voeren en de gegevens centraal te aggregeren en te analyseren. De LMR-ontslaggegevens bleken bruikbaar als noemergegevens. De resultaten van deze haalbaarheidsstudie geven aan dat ook een landelijk netwerk van peilstation-ziekenhuizen voor de registratie van ZHI realiseerbaar is. Het rapport sluit af met een aantal aanbevelingen voor continuering of uitbreiding van een netwerk van ziekenhuizen voor de registratie van ZHI.<br>
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.