• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjectsafvalwater (14)lozingen (14)radioactiviteit (14)radioactivity (14)ventilatielucht (14)View MoreAuthors
    LSO (19)
    Kwakman PJM (14)Overwater RMW (14)mev (12)Stoop P (2)View MoreYear (Issue Date)
    2012 (19)
    Types
    Onderzoeksrapport (19)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 19

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 19CSV
    • 19RefMan
    • 19EndNote
    • 19BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2009

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses overeen, zo ook de gammaspectrometrieresultaten, de totaal-alfa, 3H en 14C resultaten in 2009. Enkele verschillen in 2009 betreffen de totaal-bèta meetwaarden van RIVM en de restbèta meetwaarden van COVRA. Desondanks is de gehele vergelijking acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De meetresultaten in ventilatieluchtmonsters van het afvalverwerkingsgebouw komen doorgaans goed overeen. De gammastraler 125I is door RIVM en COVRA aangetroffen in slechts één ventilatieluchtmonster. De overeenstemming is redelijk. 3H is aangetroffen met een redelijke overeenstemming, en 14C met een goede overeenstemming. Zowel RIVM and COVRA hebben geen gamma-stralers, geen totaal-alfa of totaalbeta activiteit aangetroffen in ventilatielucht van HABOG. Slechts enkele sporen van 3H en 14C zijn gevonden, met een goede overeenstemming. Het RIVM heeft in 2009 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van de kernenergiecentrale Borssele. Periode 2009

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de kerncentrale Borssele. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kerncentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2009. Enkele verschillen in dat jaar betreffen radionucliden in ventilatielucht met een korte halfwaardetijd (enkele uren of dagen). Deze verschillen komen voort uit de manier waarop de monstername en de meting wordt uitgevoerd en zijn daardoor nauwelijks kleiner te maken. De overeenstemming in de activiteitsconcentratie van gamma-stralers in afvalwater was redelijk. Voor 3H was de overeenstemming goed. RIVM trof een zeer lage activiteit aan van 90Sr waar KCB dat niet vond. Enkele grote verschillen die aangetroffen zijn in 2009 betreffen de aanwezigheid van 3H in de ventilatieluchtmonsters. Het RIVM heeft in 2009 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar en voor wat betreft ventilatielucht gedurende een week door KCB zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van NRG. Periode 2007

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van NRG. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die NRG uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2007. Enkele structurele verschillen in dat jaar betreffen de totaal-beta metingen in afvalwater; RIVM meet altijd veel lager dan NRG. Dit wordt verklaard door het feit dat er veel kortlevende betastralers in het afvalwater aanwezig zijn, en deels door verschillen in de meetmethoden die NRG en RIVM toepassen. NRG meet de filterpakketten voor de bemonstering van ventilatielucht voor snelle screeningsdoeleinden en past daarom een veel kortere meettijd toe dan RIVM. Dit verklaart waarom RIVM een aantal maal een activiteitsconcentratie aantoont onder de detectiegrens van NRG. Het RIVM heeft in 2007 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar gedurende een week door NRG zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2008

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses redelijk tot goed overeen, zo ook de meeste gammaspectrometrieresultaten, en de totaal-alfa, 3H en 14C resultaten in 2008. Enkele verschillen in 2008 betreffen lage activiteitsconcentraties voor 22Na, 60Co, 125Sb en 134Cs in afvalwater. De verschillen in de totaal-bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA zijn acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De meetresultaten in ventilatieluchtmonsters komen goed overeen. Het RIVM heeft in 2008 vier afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van NRG. Periode 2008

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van NRG. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die NRG uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in 2008. Enkele structurele verschillen in dat jaar betreffen de totaal-beta metingen in afvalwater; RIVM meet altijd veel lager dan NRG. Dit wordt deels verklaard door het feit dat er veel kortlevende beta-stralers in het afvalwater aanwezig zijn, en deels door verschillen in de meetmethoden die NRG en RIVM toepassen. NRG meet de filterpakketten voor de bemonstering van ventilatielucht voor snelle screeningsdoeleinden en past daarom een veel kortere meettijd toe dan RIVM. Dit verklaart waarom RIVM een aantal maal een activiteitsconcentratie aantoont onder de detectiegrens van NRG. Het RIVM heeft in 2008 acht afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar gedurende een week door NRG zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van COVRA N.V. Periode 2007

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van COVRA . Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die COVRA uitvoert. Doorgaans komen de afvalwateranalyses goed overeen, zo ook de gammaspectrometrieresultaten, de totaal-alfa, 3H en 14C resultaten in 2007. Enkele verschillen in 2007 betreffen de nucliden 106Ru en 125Sb, en enkele lage activiteitsconcentraties voor 22Na en 60Co in afvalwater. De verschillen in de totaal-bèta meetwaarden van RIVM en de rest-bèta meetwaarden van COVRA zijn acceptabel, mede gezien het feit dat RIVM en COVRA verschillende meetprincipes toepassen. De meetresultaten in ventilatieluchtmonsters komen goed overeen. Het RIVM heeft in 2007 zeven afvalwatermonsters en acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd, die verspreid over het jaar door COVRA zijn genomen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Medische röntgentoepassingen buiten afdelingen radiologie en ziekenhuizen

    Stoop P; de Waard IR (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-10-02)
    De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft de afgelopen jaren veel aandacht gehad voor de kwaliteit en veiligheid bij radiologieafdelingen van ziekenhuizen. Andere afdelingen waar met röntgenapparatuur wordt gewerkt, kwamen minder goed in beeld. Dit geldt ook voor medische praktijken buiten ziekenhuizen, waar het gebruik van röntgenapparatuur toeneemt. De IGZ houdt toezicht op het gebruik van medische röntgenapparatuur, vooral vanwege het risico dat de patiënt loopt door de röntgenstraling. Daarom heeft het RIVM in kaart gebracht bij welke instellingen en medische verrichtingen buiten ziekenhuizen deze apparatuur wordt gebruikt. Daarnaast is onderzocht waar hoge dosisverrichtingen binnen ziekenhuizen op andere afdelingen dan radiologie plaatsvinden. Gebruik buiten ziekenhuizen Medische röntgenapparaten waarvoor een vergunning nodig is, blijken buiten ziekenhuizen vooral te worden gebruikt door GGD'en, tandartsen, GGZinstellingen en revalidatiecentra. Het meest in het oog springt het toenemende gebruik van zogeheten Cone Beam CT in de mondzorg, waarmee driedimensionale afbeeldingen worden gemaakt. De patiënt wordt hierbij aan meer straling blootgesteld dan bij de tweedimensionale panoramafoto, hoewel de driedimensionale foto in veel gevallen geen bewezen meerwaarde heeft. Om het aanvragen van een vergunning te voorkomen, zouden deze apparaten soms op een lagere buisspanning worden ingesteld, wat de dosis voor de patiënt iets hoger maakt. Gebruik in ziekenhuizen, buiten afdelingen radiologie Voor deze categorie heeft het RIVM in kaart gebracht bij welke specialisten patiënten worden blootgesteld aan relatief hoge doses röntgenstraling bij diagnostische handelingen en interventies. Dat zijn cardiologen, vaatchirurgen, internisten, maag-darm-lever-artsen en urologen. Veel voorkomende handelingen met een relatief hoge dosis voor de patiënt zijn vaatdiagnostiek, het plaatsen van stents en de diagnostiek van galwegen. Hierbij valt op dat cardiologen röntgenapparatuur vaak laten bedienen door eigen assistenten die wellicht geen stralingshygiënische opleiding hebben, terwijl dat op de afdeling radiologie gebeurt door radiodiagnostisch laboranten.
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van Urenco B.V. Periode 2007

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de verrijkingsfabriek Urenco te Almelo. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die Urenco uitvoert. Uit de metingen blijkt dat er in het afvalwater doorgaans een (zeer) lage totaal alfa en totaal bèta activiteit aanwezig is. De totaal alfa analyses in afvalwater komen goed overeen, zo ook in 2007. Indien de totaal bèta resultaten gecorrigeerd worden voor verval van 234Th dan verbetert de overeenkomst van matig naar redelijk. De radioactiviteit in ventilatielucht ligt zeer dicht bij het niveau van de hoeveelheid radon die van nature in buitenlucht aanwezig is. Het RIVM heeft in acht afvalwatermonsters en 32 monsters van ventilatielucht, die verspreid over het jaar 2007 door Urenco zijn afgenomen, de totaal alfa en totaal- beta activiteit bepaald. Deze bepaling is een snelle manier om een eventuele lozing van uraan naar het milieu aan te tonen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Contra-expertise op bepalingen van radioactiviteit van afvalwater en ventilatielucht van Urenco B.V. Periode 2008

    Kwakman PJM; Overwater RMW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-25)
    Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de verrijkingsfabriek Urenco te Almelo. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in water en lucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die Urenco uitvoert. Uit de metingen blijkt dat er in het afvalwater doorgaans een (zeer) lage totaal alfa en totaal bèta activiteit aanwezig is. De totaal alfa analyses in afvalwater komen goed overeen, zo ook in 2008. Indien de totaal bèta resultaten gecorrigeerd worden voor verval van 234Th dan verbetert de overeenkomst van matig naar redelijk. De radioactiviteit in ventilatielucht ligt zeer dicht bij het niveau van de hoeveelheid radon die van nature in buitenlucht aanwezig is. Het RIVM heeft in acht afvalwatermonsters en 32 monsters van ventilatielucht, die verspreid over het jaar 2008 door Urenco zijn afgenomen, de totaal alfa en totaal-beta activiteit bepaald. Deze bepaling is een snelle manier om een eventuele lozing van uraan naar het milieu aan te tonen. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van het ministerie van VROM.
    Thumbnail

    Recent developments in medical techniques involving ionising or nonionising radiation

    Stam R; Bijwaard H (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-01-23)
    Het RIVM heeft op basis van een literatuurreview in kaart gebracht welke nieuwste medische toepassingen worden ontwikkeld die gebruikmaken van ioniserende of niet-ioniserende straling. Beide soorten straling worden voor zowel diagnostiek als behandeling ingezet. Door beperkte gegevens over stralingsrisico's voor de behandelaar en de patiënt bleek een analyse hiervan voor de meeste van deze toepassingen nog niet mogelijk. Ook de doelmatigheid van de technieken verdient nader onderzoek. Ioniserende straling. Medische toepassingen die gebruikmaken van ioniserende straling zijn bijvoorbeeld röntgenfoto's en CT (Computertomografie), waarmee beelden van de inwendige mens worden gemaakt. Een aantal van de nieuwe toepassingen op dit gebied zijn heel specifiek waardoor ze niet breed toepasbaar zijn, of ze moeten zich in de praktijk nog bewijzen. Bij de veelbelovende ontwikkelingen zijn drie trends waarneembaar: de eerste is verfijning van bestaande diagnosemethoden, waardoor met minder straling een beter beeld kan worden gemaakt. De tweede trend is de combinatie van diagnostische beeldtechnieken waardoor meer informatie wordt verkregen, zoals bij de combinatie van PET- en MRI-scans. Tenslotte zijn er voor Nederland nieuwe behandeltechnieken, zoals protontherapie waarmee tumoren gerichter kunnen worden behandeld. Niet-ioniserende straling. Medische toepassingen die gebruikmaken van niet-ioniserende straling kunnen worden verdeeld in bronnen van elektromagnetische velden, infrarood-, optische en uv-straling. Bij de ontwikkelingen op dit gebied zijn eveneens drie trends waarneembaar. De eerste betreft technieken met kleinere, snellere en goedkopere apparatuur die 'aan het bed' kan worden gebruikt, zoals lasers voor anatomische beeldvorming. Bij de tweede trend gaat het om technieken die worden gebruikt om lichaamsfuncties op afstand te volgen, dus zonder dat een ingreep in het lichaam nodig is (minder invasief). Een voorbeeld is radar om de hartslag en ademhaling te meten. De derde trend is de zogeheten miniaturisering, zoals meetpleisters die radiografisch informatie over lichaamsfuncties verzenden of nanodeeltjes om tumoren lokaal te verwarmen (hyperthermie).
    • 1
    • 2
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.