• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    SubjectsTOXICOLOGIE (7)CHEMIE (3)GEZONDHEID (3)WATER (3)environmental risk limits (2)View MoreAuthors
    SEC (11)
    mev (7)Janssen MPM (2)Smit CE (2)Wolterink G (2)View MoreYear (Issue Date)
    2011 (11)
    Types
    Briefrapport (11)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 11

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 11CSV
    • 11RefMan
    • 11EndNote
    • 11BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Endosulfan : A closer look at the arguments against a worldwide phase out

    Janssen MPM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-06-28)
    De Europese Commissie heeft in 2007 voorgesteld om het gewasbeschermingsmiddel endosulfan wereldwijd te verbieden. Het RIVM heeft onderzocht in hoeverre de argumenten die zijn aangedragen door voorstanders van het gebruik van endosulfan om een wereldwijd verbod op endosulfan te voorkomen valide zijn. Een groot deel van de argumenten bleek niet houdbaar nadat ze met wetenschappelijke gegevens waren getoetst. Bovendien lijken (handels)-politieke belangen een belangrijke rol te spelen bij een beslissing om het gebruik van endosulfan uit te faseren. Het onderzoek is in opdracht van het ministerie van I&M is uitgevoerd. Vanwege de eigenschappen van endosulfan heeft de Europese Commissie voorgesteld om het middel toe te voegen aan het Verdrag van Stockholm. Dit verdrag beoogt stoffen die niet afbreken, zich ophopen in organismen, giftig zijn en over lange afstand kunnen worden getransporteerd wereldwijd te verbieden (zogeheten POP's). Het proces om tot een totaalverbod te komen verloopt na het voorstel drie stappen: beoordeling van wetenschappelijke gegevens over de stofeigenschappen, inventarisatie van de maatregelen die risico's moeten reduceren als de stof aan de criteria van het verdrag voldoet, en uiteindelijk een besluit over toevoeging van de stof aan het verdrag door de zogenoemde Conference of Parties.
    Thumbnail

    Onderzoek naar de noodzaak voor een uitzonderingsclausule voor het gebruik van dichloormethaan (DCM)

    Bruinen de Bruin Y; Jongeneel W.P. (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-04-01)
    In Europa is het chemische stoffenbeleid geregeld in REACH Verordening (EG) 1907/2006. Onderdeel van REACH is Bijlage XVII waarin stoffen worden opgenomen waarvoor restricties gelden. In Bijlage XVII is de stof dichloormethaan of methyleenchloride (DCM) opgenomen waarvoor voor het overgrote deel een verbod geldt voor het verhandelen en gebruik van deze stof in verfafbijtmiddelen. Bijlage XVII schrijft ook voor dat EU lidstaten via een uitzonderingsclausule onder strikte voorwaarden het gebruik van DCM-houdende verfafbijtmiddelen langer mogen toestaan. Dit onderzoek had als doel de noodzaak na te gaan of Nederland gebruik zou willen maken van deze uitzonderingsclausule op basis van argumenten die door de Nederlandse ondernemersorganisatie voor de schilders-, onderhouds-, metaalconserveringsen glasbranche (FOSAG) naar voren zijn gebracht. Op basis van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat er voor de FOSAG aangevoerde toepassingen alternatieve verfverwijderingsmethoden beschikbaar zijn. Deze alternatieve methoden maken gebruik van DCM-vrije verfafbijtmiddelen al dan niet in combinatie met een reinigingsmiddel. Het gebruik van deze alternatieven vergt echter wel een andere benadering waarvan een andere logistiek de voornaamste is.
    Thumbnail

    Luchtnormen voor 31 prioritaire stoffen : Road-map Normstelling

    de Jong FMW; Janssen MPM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-05-12)
    Bij vergunninghouders en -verleners bestond onduidelijkheid over de status van de luchtnormen van 31 prioritaire stoffen. De normen zijn in het verleden niet formeel vastgesteld door de Stuurgroep Stoffen en stonden daarom niet vermeld op de website 'Risico's van Stoffen', www.rivm.nl/rvs/. Deze luchtnormen staan echter wel vermeld in de bijlage "Normstelling prioritaire stoffen" bij de notitie "Reductiedoelstellingen prioritaire stoffen" uit 2001, opgesteld door VROM in het kader van het vierde Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP4). Het RIVM heeft onderzocht of de luchtnormen voor deze stoffen nog actueel zijn. Hieruit bleek dat voor drie stoffen de normen zijn aangepast, en dat er voor 18 stoffen nieuwe informatie beschikbaar is, waardoor deze normen mogelijk in de toekomst moeten worden herzien. Eind 2010 zijn voor alle 31 stoffen door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de luchtnormen vastgesteld. Vervolgens zijn de normen op de website 'Risico's van Stoffen' gepubliceerd. De Nederlandse prioritaire stoffenlijst omvat stoffen met een risico voor mens en milieu die de rijksoverheid met voorrang wil aanpakken.
    Thumbnail

    Criteria voor Zeer Zorgwekkende Stoffen

    de Poorter LRM; Hogendoorn EA; Luit RJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-06-16)
    Het RIVM heeft een systematiek voorgesteld waarmee chemische stoffen worden geselecteerd die relevant zijn voor het Nederlandse prioritaire stoffenbeleid. De systematiek is in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu gemaakt, omdat dit beleid momenteel wordt geactualiseerd. De geselecteerde stoffen worden aangeduid met de term 'Zeer Zorgwekkende Stoffen'. Voor de systematiek zijn criteria gehanteerd die beter aansluiten bij kenmerken die in Europese of wereldwijde beleidskaders voor prioritering van chemische stoffen worden gebruikt. Onder meer wordt gebruik gemaakt van nieuwe informatie die beschikbaar komt door de invoering van de Europese regelgeving voor chemische stoffen REACH (Registration, Evaluation and Authorisation of CHemicals). De systematiek maakt gebruik van de eigenschappen van stoffen die duiden op mogelijke schadelijke gevolgen voor mens en milieu als zij aan deze stoffen worden blootgesteld. Voorbeelden van Zeer Zorgwekkende Stoffen zijn kankerverwekkende stoffen en stoffen die slecht afbreken, ophopen in organismen en giftig zijn (persistent, bio-accumulerend en toxisch, oftewel PBT-stoffen). Als aannemelijk is dat een Zeer Zorgwekkende Stof in Nederland in het milieu aanwezig is of daarin terecht kan komen, wordt een dergelijke stof bestempeld als Nederlandse prioritaire stof.
    Thumbnail

    Informatievoorziening asbest : Verkennend onderzoek

    Konemann WH (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-08-03)
    Het Nederlandse asbestbeleid is gericht op het voorkomen of reduceren van blootstelling aan asbest en het sluitend organiseren van veilige werkwijzen om asbest te verwijderen en af te voeren. Onderdeel van het beleid is bewustmaking van burgers en bedrijven. Een goede informatievoorziening over asbest schraagt die bewustwording. Dit rapport is de weergave van een verkennend onderzoek naar de informatievoorziening over asbest en is gebaseerd op een interviewronde en op vrije nieuwsgaring. Het blijkt dat voor alle betrokkenen er een ruime mate van informatievoorziening, d.m.v. folders, webinformatie en telefonische informatielijnen beschikbaar is. Opvallend is echter dat informatie verschillend is per bron. Dat werkt verwarrend. Meer stroomlijning tussen de sites van bijv. MilieuCentraal, InfoMil, Rijksoverheid.nl, ArboPortaal en Overheid.nl is gewenst en lijkt mogelijk. De indruk is dat er niet zozeer een gebrek is aan kennis, maar vooral aan autoriteit. Er is grote behoefte aan het snel en slagvaardig afhandelen van vragen, zowel van burgers als van handhavers. Wij achten een centrale autoriteit, die alle soorten vragen beantwoordt niet zo goed denkbaar. Vragen over de asbestproblematiek in algemene zin kunnen prima centraal worden beantwoord, maar voor specifieke casussen geldt dat veel minder. Daarvoor ligt het meer voor de hand om ze lokaal af te handelen. Als substituut voor een centrale autoriteit of een gezaghebbend expertisecentrum kan voor een deel van de problemen ook gedacht worden aan een wegwijzer/ondersteuner bij gecompliceerde vragen, iemand die zich verantwoordelijk acht en snel een doeltreffend antwoord op een vraag weet te vinden.
    Thumbnail

    Verduurzaamd hout : risico's van hexavalent chroom voor de volksgezondheid

    Wolterink G; Bremmer H; Montforts M (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-04-19)
    Het gebruik van hout verduurzaamd met koper-chroomzouten in speeltoestellen en tuinhout is ongevaarlijk voor spelende kinderen en doe-het-zelvers. Dat concludeert het RIVM op basis van recente gegevens over effecten van en blootstelling aan hexavalent chroom (chroomVI). Hout wordt geïmpregneerd met een oplossing van koperchroomzouten om houtrot te voorkomen, en zo te verduurzamen. Een eerdere risicobeoordeling (1998) van het RIVM voor hout verduurzaamd met koper-chroom-arseenzouten toonde aan dat er mogelijk een risico was door de aanwezigheid van arseen en chroomVI. Dit was voor de overheid aanleiding om een gebruiks- en importverbod voor dergelijk hout te onderzoeken. Vanwege het mogelijke risico heeft de Europese Commissie in 2004 het gebruik van arseen in verduurzaamd hout voor consumenten verboden. De belangrijkste onzekerheden rond het risico van chroomVI zijn nu met nieuwe gegevens nader onderbouwd. De nieuwe gegevens maken het mogelijk alle relevante risico's van chroomVI (zoals huidallergie en kankerverwekkende eigenschappen) in te schatten, voor zowel gebruik in speeltoestellen als gebruik in hout dat doe-het-zelvers in de tuin gebruiken.
    Thumbnail

    Risico's van imidacloprid in oppervlaktewater voor de mens

    Smit CE; Bodar CWM; te Biesebeek JD; Wolterink G (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-07-13)
    Het RIVM heeft de risico's voor de mens beoordeeld als gevolg van de aanwezigheid van imidacloprid in oppervlaktewater. Imidacloprid is een insecticide dat in Nederlands oppervlaktewater is aangetroffen in concentraties die hoger zijn dan de geldende waterkwaliteitsnormen. Mensen kunnen met imidacloprid in contact komen via het drinken van water dat uit oppervlaktewater wordt gemaakt, via het eten van vis waarin de stof zich heeft opgehoopt en via zwemmen. Voor elk van deze drie blootstellingsroutes is een risicoschatting gemaakt. Uitgangspunt is de Acceptable Daily Intake (ADI), dit is de hoeveelheid van een stof die een mens dagelijks mag binnenkrijgen zonder dat dit gevolgen heeft voor de gezondheid. Bij de gemeten concentraties is er geen risico voor de mens. De beoordeling beperkt zich tot imidacloprid en gaat niet in op de mogelijke gelijktijdige aanwezigheid van andere stoffen in het water. Eventuele risico's voor het waterecosysteem vallen eveneens buiten deze opdracht.
    Thumbnail

    Environmental risk limits for hexachlorobenzene and hexachlorobutadiene in water : Using bioaccumulation data to convert biota standards into water risk limits

    Moermond CTA; Verbruggen EMJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-06-01)
    Het RIVM heeft milieurisicogrenzen bepaald voor hexachloorbenzeen (HCB) en hexachloorbutadieen (HCBD) in water. HCB en HCBD worden binnen de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) geclassificeerd als prioritair gevaarlijke stoffen. De milieurisicogrenzen voor HCB en HCBD in water zijn afgeleid met gebruik van de gegevens uit eerder Europese evaluaties, gecombineerd met een nieuwe evaluatie van gegevens over opname in biota. Bij het afleiden van chronische milieurisicogrenzen voor water volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) worden drie beschermingsdoelen in beschouwing genomen: directe ecotoxiciteit voor waterorganismen, blootstelling van mensen via het eten van vis of schaaldieren en blootstelling van vogels en zoogdieren via het eten van dieren/prooi (doorvergiftiging). Door de hoge mate van bioconcentratie van HCB en HCBD zijn deze laatste twee routes het meest kritisch om de uiteindelijke milieurisicogrens te bepalen. De Europese Commissie heeft maximale concentraties in biota voor HCB en HCBD afgeleid, maar in Nederland bestaat bij de betrokken ministeries een voorkeur voor milieurisicogrenzen gebaseerd op waterconcentraties. De Commissie staat deze mogelijkheid toe, mits de risicogrenzen in water hetzelfde beschermingsniveau garanderen. De redenering achter en basis voor het gebruik van deze methode en de wetenschappelijke onderbouwing van de milieurisicogrenzen voor water moeten dan genotificeerd worden aan de Commissie en andere lidstaten. Het huidige rapport biedt de wetenschappelijke basis voor deze notificatie.
    Thumbnail

    Environmental risk limits for chlorpropham in water

    Vonk JW; Smit CE (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-11-17)
    Het RIVM heeft in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), milieurisicogrenzen voor chloorprofam in water bepaald. Chloorprofam is een onkruidbestrijdingsmiddel en wordt ook gebruikt om te voorkomen dat aardappelen voortijdig kiemen. De stof is opgenomen in de Regeling Monitoring Kader Richtlijn Water, waarin staat aan welke eisen oppervlaktewater in Nederland moet voldoen. De huidige norm voor chloorprofam is niet afgeleid volgens de meest recente methodiek, daarom moeten nieuwe waterkwaliteitsnormen worden vastgesteld. De Stuurgroep Stoffen stelt deze nieuwe normen vast op basis van de wetenschappelijke advieswaarden in dit rapport. Het Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) is de concentratie in water waarbij geen schadelijke effecten te verwachten zijn, gebaseerd op jaargemiddelde concentraties. Hiervoor zijn drie routes onderzocht: directe effecten op waterorganismen, indirecte effecten op vogels en zoogdieren via het eten van prooidieren en indirecte effecten op mensen via het eten van voedsel. De eerste van deze drie levert de laagste waarde en bepaalt daarmee het MTRwater(4 microgram per liter). De Maximaal Aanvaardbare Concentratie (MACeco, water), die het ecosysteem beschermt tegen kortdurende concentratiepieken, is 43 microgram per liter. Op basis van meetgegevens over 2009 en 2010 is er geen aanwijzing dat deze concentraties worden overschreden.
    Thumbnail

    Jaarverslag Helpdesk RIVM Stoffen Expertise Centrum 2010

    van Leeuwen LC (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-05-19)
    Gemeentes, provincies en ministeries hebben behoefte aan een vraagbaak voor specifieke informatie over risico's van chemische stoffen. Uit deze evaluatie blijkt dat de Helpdesk RIVM SEC deze rol adequaat vervult. Dit briefrapport is een vervolg op het "Verslag Helpdesk RIVM Stoffen Expertise Centrum 2009 (rapportnummer 601784002). Helpdesk RIVM SEC: De helpdesk is ingebed in de website Risico's van Stoffen. Dit vergroot het aantal informatiebronnen en (zelf)zoekmogelijkheden. De helpdesk beantwoordt verschillende typen van vragen: doorverwijzingen, feitelijkheden en interpretaties/beoordelingen. De Helpdesk RIVM SEC opereert naast andere helpdesks binnen het thema risicobeheersing van stoffen. De niches van de afzonderlijke helpdesks zijn helder afgebakend. In dit briefrapport worden de resultaten van de Helpdesk RIVM SEC in 2010 geevalueerd. Voor wie bedoeld: Overheidsinstellingen vormen de primaire doelgroep van de helpdesk. Vragen van andere sectoren worden over het algemeen beantwoord met doorverwijzingen naar andere bronnen. De Helpdesk RIVM SEC speelt een belangrijke rol bij (praktijk)vragen van professionals over risico's van stoffen. Aanbevelingen: Om de doelgroepen nog beter van dienst te zijn, is het vergroten van de naamsbekendheid van de website Risico's van Stoffen en de Helpdesk RIVM SEC belangrijk. Door het verder optimaliseren van de samenwerking met andere partijen en helpdesks, zowel binnen als buiten het RIVM, wordt de doelgroep gerichter naar de juiste informatie verwezen.
    • 1
    • 2
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.