• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects07 (19)monitoring networks (17)measurements (13)monitoring (13)netwerk (12)View MoreAuthors
    Elzakker BG van (23)
    LLO (23)
    Buijsman E (3)Somhorst MHM (3)Swaan P (3)View MoreYear (Issue Date)1998 (7)1995 (5)1999 (4)1996 (3)1994 (2)TypesOnderzoeksrapport (21)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 23

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 23CSV
    • 23RefMan
    • 23EndNote
    • 23BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Validatiemethoden voor gegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit: Vluchtige Organische Stoffen

    Somhorst MHM; Elzakker BG van (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-12-31)
    This report presents a validation method for the concentrations of Volatile Organic Compounds (VOC) which are measured in the National Air Quality Monitoring Network. A distinction is made between technical validation and scientific validation. With technical validation, concentrations are rejected due to technical information and with scientific validation, concentrations are rejected due to relations between samples and/or compounds. The technical validation of VOC consists of: correction of date/time and volume of air; working up remarks ; appearance of codes in TAST-files. The scientific validation consists of: relation between week, day and daytime samples ; ratio of toluene and benzene. For 1994, the developed validation method results in rejection of 258 samples (21%). Due to technical validation, 235 samples are rejected, whereof more than 50% are rejected due to not working of the sampling equipment. Twenty-three samples are rejected due to scientific validation whereof two partly. From this it is obvious that the efficiency can be improved by improving the sampling equipment. In view of the complicity and the amount of data it is recommended to automate the sampling.
    Thumbnail

    Meetactiviteiten in 1996 in het kader van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit

    Buijsman E; Elzakker BG van (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-06-30)
    The Dutch National Air Quality Monitoring Network is one of the responsibilities of the Laboratory for Air Research of the National Institute of Public Health and the Environment. The main objectives of the air quality network are to monitor ambient air quality, supervise implementation of air quality standards, alert authorities and the public to pollution episodes, provide validation of model results, support diagnosis using model simulation, support short-term model prognosis and assist in quantifying atmospheric deposition. As part of the information on the monitoring network an annual report is published in which surveys of the monitoring stations per component are provided, along with maps of their locations and information on the measurement methods. The measurement programme is established annually in consultation with the Air Directorate of the Ministry of Housing, Physical Planning and Environment. The programme for 1996 includes the gaseous components ammonia, carbon monoxide, ozone, nitrogen oxides, sulphur dioxide, Volatile Organic Components, Very Volatile Organic Components and fluorides. Further elements in the programme are particulate matter like heavy metals (arsenic, cadmium, lead, zinc), acidifying components (ammonium, chloride, nitrate, sulphate), black smoke and PM10, as well as the chemical composition of precipitation (acidifying components, heavy metals, mercury, lindane and a supplementary set of pesticides). Wind speed and wind direction complete the list.
    Thumbnail

    Meetresultaten van het LML-station Niehove-Heereburen rapportage periode: vierde kwartaal 1997

    Elzakker BG van (1998-07-16)
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van metingen van concentraties koolmonoxide, stikstofoxiden en zwarte rook te Niehove-Heereburen en omliggende meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Van de genoemde componenten betreft dit: Maximum en 24-uursgemiddelde concentraties, alsmede aantal uren uitval in het vierde kwartaal 1997; Grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in het vierde kwartaal 1997; Kentallen voor de periode oktober 1997 t/m december 1997. Daarnaast wordt in het kort een uiteenzetting gegeven van de meetlokatie Niehove-Heereburen, de gebruikte meetprincipes en procedures en de in dit rapport gehanteerde berekeningsmethoden.
    Thumbnail

    Validatiemethoden voor gegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit: Vluchtige Organische Stoffen

    Somhorst MHM; Elzakker BG van (1995-12-31)
    In dit rapport wordt een validatiemethode gepresenteerd voor de concentraties van de Vluchtige Organische Stoffen zoals deze gemeten worden in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. De ontwikkelde methode is hoofdzakelijk verkregen door onderzoek van de meetresultaten en de bijbehorende informatie van 1994. Bij de validatiemethode wordt onderscheid gemaakt in technische validatie en inhoudelijke validatie. Beide bestaan uit meerdere procedures. Bij de technische validatie worden concentraties afgekeurd op grond van technische informatie waaruit blijkt dat de monstername niet goed is verlopen. De technische validatie bestaat uit de procedures: correctie datum/tijd + volumina: elk laatste weekmonster van een campagne wordt eerder beeindigd en is dus niet de volledige tijd bezogen ; verwerken opmerkingen: gedurende de monstername worden eventuele bijzonderheden opgemerkt, deze geven een indicatie over het technisch functioneren van de monstername-opstelling ; optreden codes in TAST-files: gedurende de monstername genereert de timer een overzicht met daarin codes die iets zeggen over het functioneren van de timer. Bij de inhoudelijke validatie wordt ervan uitgegaan dat er bepaalde verbanden tussen monsters c.q. componenten zijn die constant zijn. Wijkt een monster hiervan af dan wordt deze foutief verondersteld. De inhoudelijke validatie bestaat uit de procedures: relatie week-dag-overdag: tussen een monster dat omvat wordt door een ander monster moet een bepaalde relatie gelden, bijv. de concentratie van een component van een dagmonster moet gelijk of groter zijn dan de concentratie van het bijbehorende overdagmonster gedeeld door twee ; verhouding tolueen:benzeen: tussen de componenten tolueen en benzeen blijkt een constante verhouding te zijn die afhankelijk is van het type station en het jaargetijde, wijkt een verhouding hier sterk van af dan wordt het monster foutief verondersteld. Voor het bestand van 1994 leidt de ontwikkelde methode tot afkeuring van 258 monsters (21%). Op grond van de technische validatie worden 235 monsters afgekeurd, waarvan meer dan de helft afgekeurd wordt doordat de opstelling geheel of gedeeltelijk niet gewerkt heeft. Op grond van de inhoudelijke validatie worden 23 monsters afgekeurd waarvan twee gedeeltelijk. Hieruit blijkt dat het rendement van de monsterneming verbeterd kan worden door de opstelling voor de monsterneming te verbeteren. Mede gezien de complexiteit en de hoeveelheid gegevens van de huidige monsternemingsprocedure wordt aanbevolen om de monstername zoveel mogelijk te automatiseren.
    Thumbnail

    Meetresultaten van het LML-station Niehove-Heereburen; rapportage periode: 2e kwartaal 1997

    Elzakker BG van (1998-05-31)
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van metingen van concentraties koolmonoxide, stikstofoxiden en zwarte rook te Niehove-Heereburen en omliggende meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Van de genoemde componenten betreft dit: maximum en 24-uursgemiddelde concentraties, alsmede aantal uren uitval in het 2e kwartaal 1997; grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in het 2e kwartaal 1997; kentallen voor de periode oktober 1996 t/m juni 1997. Daarnaast wordt in het kort een uiteenzetting gegeven van de meetlokatie Niehove-Heereburen, de gebruikte meetprincipes en procedures en de in dit rapport gehanteerde berekeningsmethoden.
    Thumbnail

    Onderzoek naar 11 ammoniak monitoren voor het interim meetnet ammoniak

    Elzakker BG van; Stuiver J; Uden GJBM van; Uiterwijk JW (1995-03-31)
    Onderzocht zijn een 11-tal monitoren voor ammoniak (NH3)- immissiemetingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Deze continue-flow natte denuders (type AMANDA) zijn ontwikkeld en gefabriceerd door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) te Petten. De apparatuur is onder laboratorium condities onderzocht op lineariteit, afwijking, herhaalbaarheid, detectiegrens, precisie, gevoeligheid voor interferenten, temperatuurgevoeligheid, vochtgevoeligheid en gevoeligheid voor netspanningsvariaties. De resultaten zijn als volgt samen te vatten: -de lineariteit in het meetbereik 0 tot 250 mug/m3 is zeer goed (r=1.000) -afwijkingen t.o.v. aangeboden ammoniakconcentraties liggen gemiddeld voor alle instrumenten tussen maximaal +3.5% voor concentraties < 30 mug/m3 NH3 en maximaal -7.3% voor NH3 concentraties > 30 mug/m3. Incidenteel kunnen grotere afwijkingen voorkomen. -de herhaalbaarheid bij nullucht ligt in de orde van 0.5 mug/m3 en bij een concentratie van 168 mug/m3 in de orde van 2% -de detectiegrens (2s) bedraagt 0.05 +- 0.04 mug/m3 -de precisie bij nullucht is 0.03 +-0.02 mug/m3 en voor NH3 concentraties < 2% -de temperatuurgevoeligheid is significant in het onderzochte temperatuurstraject van 10 tot 30 graden C -er is geen interferentie vast te stellen voor concentraties van 86.5 mug/m3 SO2, 135 mug/m3 NO, 207 mug/m3 NO2 en 120 mug/m3 O3 -een geringe vochtgevoeligheid is vastgesteld maar wordt waarschijnlijk geintroduceerd door artefacten buiten de apparatuur -de apparatuur vertoont geen significante gevoeligheid voor te verwachten netspanningsvariaties (200 - 240V) Aanbevolen wordt de apparatuur uitsluitend onder zeer strikte condities in het LML te bedrijven met inzet van veel personele capaciteit van voldoende deskundigheidsniveau. De opzet van een kwaliteitscontroleprogramma is noodzakelijk om de kwaliteit onder veldcondities vast te stellen. Daarnaast wordt aanbevolen aanvullend onderzoek naar de temperatuursgevoeligheid van de apparatuur uit te voeren.
    Thumbnail

    Meetresultaten van het LML-station Niehove-Heereburen rapportage periode: 3e kwartaal 1998

    Elzakker BG van (1999-03-05)
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van metingen van concentraties koolmonoxide, stikstofoxiden en zwarte rook te Niehove-Heereburen en omliggende meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Van de genoemde componenten betreft dit: Maximum en 24-uursgemiddelde concentraties, alsmede aantal uren uitval in het 3e kwartaal 1998; Grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in het 3e kwartaal 1998; Kentallen voor de periode oktober 1997 t/m september 1998. Daarnaast wordt in het kort een uiteenzetting gegeven van de meetlokatie Niehove-Heereburen, de gebruikte meetprincipes en procedures en de in dit rapport gehanteerde berekeningsmethoden
    Thumbnail

    Validatie van fijn-stof (PM10) meetresultaten van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit

    Swaan P; Elzakker BG van (1994-11-30)
    De in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) opgestelde meetapparatuur voor het vaststellen van de fijn stof (PM10) concentratie in de buitenlucht verzamelt het aangezogen stof op een filter. Het principe van de meetmethode berust op het vaststellen van de verzwakking van beta-straling door het verzamelde stof, als maat voor de hoeveelheid (massa) op het filter verzameld stof. Hieruit wordt vervolgens de concentratiewaarde (meetresultaat) berekend. Omdat de meetresultaten door een diversiteit van oorzaken fouten kunnen bevatten dienen deze getoetst te worden op juistheid (validatie). Mogelijke fouten kunnen onderkend worden door het beschouwen van de z.g. technische parameters van de monitor. Gebruikt zijn de technische status van de monitor en het uurgemiddelde en de standaarddeviatie van de stofbelading. Door het analyseren van deze parameters uit het verleden zijn toetswaarden afgeleid die uitsluitsel geven over de juistheid van de meetresultaten. Op basis van bovengenoemde parameters zijn de volgende vier testen gedefinieerd: a. Test op technische status van de monitor. Via de in de monitor ingebouwde microprocessor wordt een belangrijk deel van de werking intern bewaakt. Falen van het meetsysteem komt tot uitdrukking in de hoogte van het uitgangssignaal van de monitor. Het Stations Processor Systeem (SPS) zal dit vertalen naar een technisch statuswoord dat bij elk uurlijks meetresultaat wordt gegenereerd. b. Test op negatieve waarden uurlijkse stofbelading. Bij buitenluchtconcentraties van nul mug m-3 is de uurlijkse stofbelading gemiddeld nul mug. Echter door fluctuaties in het signaal kunnen ook negatieve waarden optreden. De ondergrens is empirisch vastgesteld op -18 mug. c. Test op te sterke variatie in uurlijkse stofbelading. Sterke variaties in de uurlijkse stofbelading kunnen veroorzaakt worden door verstoring van de meting. De toetswaarde, gedefinieerd als het verschil tussen twee opeenvolgende uurlijkse stofbeladingen, is empirisch vastgesteld op 42 mug. d. Test op de standaarddeviatie van de uurgemiddelde stofbelading. De hoogte van de minimale standaarddeviatie kan gekarakteriseerd worden als een 4e graads functie van de uurgemiddelde concentratiewaarde. Uit de frequentieverdeling van opgetreden standaarddeviaties is te samen met genoemde functie de grenswaarde vastgesteld. Het resultaat van de bovengenoemde toetsen leidt tot een aanbevelingslijst van af te keuren meetresultaten. Een soortgelijke toetsmethode heeft in de periode november '93 t/m april '94 geleid tot afkeuraanbeveling van ca. 0,5% van de meetresultaten. Na een kritische beschouwing werd ca 0,4% daadwerkelijk afgekeurd. Het verschil werd veroorzaakt doordat in extreme luchtverontreinigingssituaties de testen c en d in een aantal gevallen ten onrechte tot een afkeuraanbeveling leidden. Belangrijkste aanbevelingen die worden gedaan zijn het vaststellen van de toetsingscriteria met een uitgebreidere dataset en het formaliseren en vastleggen in procedures van overwegingen die worden gehanteerd bij de beoordeling van de afkeuraanbevelingen.
    Thumbnail

    Meetresultaten van het LML-station Niehove-Heereburen rapportage periode: eerste kwartaal 1998

    Elzakker BG van (1998-08-26)
    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van metingen van concentraties koolmonoxide, stikstofoxiden en zwarte rook te Niehove-Heereburen en omliggende meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Van de genoemde componenten betreft dit: Maximum en 24-uursgemiddelde concentraties, alsmede aantal uren uitval in het eerste kwartaal 1998; Grafische weergave van 24-uursgemiddelde concentraties in het eerste kwartaal 1998; Kentallen voor de periode april 1997 t/m maart 1998. Daarnaast wordt in het kort een uiteenzetting gegeven van de meetlokatie Niehove-Heereburen, de gebruikte meetprincipes en procedures en de in dit rapport gehanteerde berekeningsmethoden.
    Thumbnail

    Meetactiviteiten in 1996 in het kader van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit

    Buijsman E; Elzakker BG van (1996-06-30)
    Het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) is een van de taakgebieden van het Laboratorium voor Luchtonderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. De belangrijkste doelstellingen van het meetnet zijn het monitoren van de luchtkwaliteit, de controle van luchtkwaliteitseisen, het waarschuwen van overheden en het publiek bij periodes met verhoogde luchtverontreiniging, het leveren van gegevens voor validatie van modellen, het ondersteunen van diagnose van de luchtkwaliteit door middel van modellen, het ondersteunen van korte termijn voorspellingen met modellen en het leveren van gegevens voor het kwantificeren van de atmosferische depositie. Als onderdeel van de informatie over het LML wordt jaarlijks een rapport gepubliceerd waarin overzichten van de meetlokaties per component worden gegeven tezamen met kaarten waarop de ligging van de locaties is aangegeven en met informatie over de meetmethoden. Het meetprogramma wordt jaarlijks vastgesteld in overleg met de Directie Lucht van het Ministerie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het meetprogramma voor 1996 omvat de gasvormige componenten ammoniak, koolmonoxide, ozon, stikstofoxiden, zwaveldioxide, Vluchtige Organische Componenten, Zeer Vluchtige Organische Componenten en fluoriden. Verder behelst het programma stofvormige luchtverontreiniging zoals zware metalen (arseen, cadmium, lood, zink), verzurende componenten (ammonium, chloride, nitraat, sulfaat), zwarte rook en fijn stof (PM10) en de chemische samenstelling van neerslag (verzurende componenten, zware metalen, kwik, lindaan en een set bestrijdingsmiddelen). Windrichting en windsnelheid completeren het programma.
    • 1
    • 2
    • 3
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.