• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    02 (4)
    disease registration (2)population surveillance (2)aids (1)bacterial infections (1)View MoreAuthors
    CIE (4)
    van Pelt W (4)
    Esveld MI (2)Banffer JRJ (1)Cucic S (1)View MoreYear (Issue Date)
    1996 (4)
    Types
    Onderzoeksrapport (4)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-4 of 4

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 4CSV
    • 4RefMan
    • 4EndNote
    • 4BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Laboratoriumsurveillance van HIV-infecties, regio Arnhem, 1989-1995

    Esveld MI; van Pelt W; van Duynhoven YTHP; Nohlmans MKE; Houweling H (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-11-30)
    In de regio Arnhem loopt sinds april 1989 een surveillance-project voor HIV-infecties. Dit project is door het RIVM opgezet, in nauwe samenwerking met het Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid/Rijnstate Ziekenhuis (SLA). Dit rapport presenteert de resultaten tot en met 1995 van ruim zes jaar monitoring van laboratoriumdiagnostiek van HIV-infecties aangevuld met een continue enquete naar de indicatiestelling voor de test bij alle aanvragers van deze diagnostiek. Het percentage geinfecteerde personen (1.0%, n=186) was bijna twee keer zo klein als het percentage positieve testen (1.8%, n=386). Het jaarlijks aantal nieuw positieve personen nam niet toe in de tijd, alhoewel er tot 1994 een sterke stijging was in het het aantal aangevraagde testen. De meeste testen worden verricht vanwege 'wisselende heteroseksuele contacten'. Bij mannen werden de meeste infecties waargenomen onder homo/biseksuelen. Dit was gemiddeld 8-9% tot 1994, maar lijkt in 1995 sterk afgenomen tot 3.2%. Ook onder de intraveneuze druggebruikers werden relatief veel infecties aangetoond. Bij de vrouwen ligt dit gemiddeld op 4.4% ; bij de mannelijke druggebruikers neemt het percentage toe van 3.9 in 1991 tot 12% in 1995. Er was geen trend zichtbaar in de heteroseksuele verspreiding over de afgelopen 6 jaar. Dit alles wijst erop dat de verspreiding van HIV-infecties zich nog steeds met name in de bekende risicogroepen voordoet. Opvallend is dat het percentage nieuw-positieven in stedelijke gebieden de laatste jaren lijkt af te nemen, terwijl dit op het platteland nog toeneemt. Ook neemt het aantal geteste personen afkomstig uit Afrika en Latijns-Amerika toe, evenals het percentage positieven in die groep. Seroprevalenties die worden waargenomen in groepen van vrijwillig geteste personen, kunnen i.v.m. onbekende selectiemechanismen, niet zonder meer worden geextrapoleerd naar diezelfde groepen in het verzorgingsgebied van het laboratorium. Desalniettemin wordt de HIV-surveillance vanuit het laboratorium als zeer nuttig beschouwd als indicatie voor de omvang van de problematiek en voor het volgen van trends. Het RIVM werkt aan het opzetten van een landelijk surveillancesysteem voor infectieziekten (ISIS) waarin het concept van de HIV-surveillance wordt gebruikt, ook voor andere infectieziekten. De regio Arnhem fungeert reeds als proefregio voor deze laboratoriumsurveillance.<br>
    Thumbnail

    Projectbeschrijving Surveillance Ziekenhuisinfecties 1996-1999

    van den Berg JMJ; de Boer AS; Mintjes-de Groot AJ; Sprenger MJW; Cucic S; van Pelt W (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-03-31)
    Uit de literatuur is bekend dat ziekenhuisinfecties, infecties die ontstaan tijdens het verblijf van de patient in het ziekenhuis, optreden bij 5 tot 10% van de patientenpopulatie in Nederlandse ziekenhuizen. Ter onderbouwing van preventie en bestrijding van ziekenhuisinfecties dient surveillance uitgevoerd te worden. In het Project Surveillance Ziekenhuisinfecties wordt een surveillancesysteem voor ziekenhuisinfecties in een landelijk netwerk van ziekenhuizen ontwikkeld, geimplementeerd en geexploiteerd. Dit landelijk surveillancesysteem maakt het mogelijk te komen tot een continue en systematische verzameling, analyse, interpretatie en terugkoppeling van gegevens met betrekking tot het voorkomen van ziekenhuisinfecties. In het Project Surveillance Ziekenhuisinfecties wordt de surveillance van ziekenhuisinfecties in surveillancecomponenten geimplementeerd. Elke surveillancecomponent wordt gefaseerd uitgevoerd. Binnen de projectperiode, 1996-1999, komt de surveillance van postoperatieve wondinfecties in een permanente fase, de surveillance van infecties in intensive care units in een semi-permanente fase, en de surveillance van een derde, nader te definieren component zal in een pilotfase zijn.<br>
    Thumbnail

    Evaluatie van het nieuwe registratieformulier niet-curatieve SOA-bestrijding

    Toonen M; van de Laar MJW; van Pelt W; Tillemans GJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-01-31)
    De registratie van de niet-curatieve Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) -bestrijding wordt uitgevoerd door sociaal-verpleegkundigen. Er worden clienten geregistreerd die zich met een SOA-hulpvraag of een HIVtest-verzoek melden bij de GGD of SOA-polikliniek. Naast de gebruikelijke gegevens (geslacht, leeftijd, woonplaats, type SOA) worden ook gegevens geregistreerd over land van herkomst, seksuele gerichtheid, prostitutie en druggebruik. Het doel van dit onderzoek is, ten einde de registratie te optimaliseren, het evalueren van het registratieformulier dat gebruikt wordt voor deze registratie, het in kaart brengen van de interne organisatie van de niet-curatieve SOA-bestrijding en de mogelijkheden voor automatisering. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een vragenlijst onder alle sociaal-verpleegkundigen bij GGD-en en SOA-poliklinieken die het registratieformulier gebruiken. De vragenlijst bestond uit een aantal onderdelen, te weten: interne organisatie niet-curatieve SOA-bestrijding, procedures voor het invullen en opsturen van het registratie-formulier, inhoud van het registratieformulier en automatisering en terugrapportage. Uiteindelijk hebben 52 van de 54 aangeschreven GGD-en met het onderzoek meegedaan. Uit de resultaten blijkt dat aan de interne organisatie niet bij alle GGD-en op dezelfde wijze vorm gegeven wordt en dat bij een aantal GGD-en niet altijd een registratieformulier ingevuld wordt voor clienten bij wie een SOA-onderzoek of HIVtest uitgevoerd wordt. Voorts blijkt dat bij een aantal GGD-en problemen bestaan bij een aantal vragen, met name de vragen over persoons-gegevens ; sociaal-verpleegkundigen twijfelen aan het nut van enkele van deze gegevens en vinden ook dat de anonimiteit in het gedrang komt. Dit heeft tot gevolg dat de persoonsgegevens niet altijd ingevuld worden. Uit de resultaten blijkt verder dat er een grote maar diverse behoefte bestaat aan terugrapportage van de gegevens, waarbij een jaarlijkse terugrapportage op lokaal en landelijk niveau het meest tegemoet lijkt te komen aan de wensen van de GGD-en. Tenslotte is duidelijk geworden dat er voldoende bereidheid is voor automatisering maar dat er bezwaren zijn bij iets meer dan de helft van de GGD-en tegen het invoeren van extra persoongegevens, nodig voor het maken van een unieke code per client. Er dienen initiatieven genomen te worden om de uniformiteit in de procedures voor het invullen en opsturen van de formulieren te verbeteren. Tevens moet de toelichting bij het formulier worden aangepast door meer nadruk te leggen op het belang van het registreren van de persoonsgegevens. Tenslotte moeten de mogelijkheden voor automatisering nader worden bekeken.<br>
    Thumbnail

    Laboratorium Surveillance Infectieziekten - 1989-1995

    Esveld MI; van Pelt W; van Leeuwen WJ; Banffer JRJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-06-30)
    Voor planning m.b.t. bestrijding van infectieziekten moeten overheid en betrokken instanties keuzen maken over de ontwikkeling en implementatie van beheersprogramma's en epidemiologisch en diagnostisch onderzoek. Surveillance is hiertoe een onmisbare ondersteuning. Door het LSI-project wordt landelijk laboratoriumsurveillance van bacteriele infecties via een netwerk van Streeklaboratoria voor de Volksgezondheid (STL) gerealiseerd. De streeklaboratoria omvatten naar schatting 55% van de Nederlandse populatie, verspreid over vrijwel alle provincies. Alle eerste isolaten bij de mens van Salmonella, Bordetella, Legionella, Shigella, Listeria, Yersinia, Streptococcus pyogenes (zowel invasief als oppervlakkig) en invasieve Haemophilus influenzae worden door middel van meldingsformulieren gerapporteerd. Middels een weekformulier wordt het totaal aantal onderzochte faecesmonsters per week geregistreerd. Ook een weekoptelling van de isolaten en een weektotaal van Campylobacter. Salmonella-, Bordetella-, en Streptococcus pyogenes-isolaten dienen opgestuurd te worden naar het Laboratorium voor Infectieziektenscreening en Diagnostiek (RIVM) voor serotypering en faagtypering. Haemophilus influenzae-stammen worden getypeerd door het Referentielaboratorium voor Bacteriele Meningitis. Naast inzicht in trends en voorkomen van enkele bacteriele infecties in Nederland, verschaft het LSI-project inzicht in technische en organisatorische aspecten van landelijke surveillance. In dit rapport wordt zeven jaar registratie beschreven: de periode 1989 tot en met 1995.<br>
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.