• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    02 (8)
    preventie (8)
    prevention (3)care (2)grote steden (2)View MoreAuthors
    VTV (8)
    Jansen J (3)Busch MCM (2)PZO (2)Schuit AJ (2)View MoreYear (Issue Date)2001 (2)2005 (2)2000 (1)2002 (1)2003 (1)TypesOnderzoeksrapport (8)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-8 of 8

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 8CSV
    • 8RefMan
    • 8EndNote
    • 8BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Met de besten vergelijkbaar? Internationale verschillen in sterfte rond de geboorte

    Achterberg PW (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-11-28)
    De perinatale sterfte in Nederland is hoger - ongeveer een derde - dan in Finland en Zweden, die tot de beste landen ter wereld behoren. Nederland behoort tot de Europese middenmoot. De Nederlandse sterfte is recent stabiel geweest of licht gedaald. Deze sterfte is dus niet gestegen ondanks een toename van risicofactoren, zoals een hogere leeftijd van moeders bij geboorte, meer meerlinggeboortes en meer geboortes bij vrouwen met een allochtone herkomst. Dit wijst op een verbetering van de perinatale zorg en preventie of op gezondere levensgewoonten en leefomstandigheden van Nederlandse zwangeren. De sterfteverschillen tussen Nederland en Finland of Zweden kunnen voor een flink deel (twee derde) verklaard worden.Verschillen in meerlinggeboortes - die een verhoogd risico kennen - spelen een rol naast een ongunstiger risicoprofiel voor roken tijdens de zwangerschap. De toename in geboortes bij niet-westers allochtone vrouwen - Nederland scoort daar hoog - lijkt een relatief zwaarwegende factor. Ook verschillen in prenatale screening op ernstige congenitale afwijkingen gevolgd door afbreken van de zwangerschap spelen een rol. Onderzoek naar de kwaliteit van de perinatale zorg liet zien dat Zweden en Finland beter presteerden dan Nederland en theoretisch kunnen die verschillen ook een deel van het perinatale sterfteverschil verklaren. De gevonden internationale verschillen in perinatale sterfte lijken voor een aanzienlijk deel (twee derde) geassocieerd met factoren, die door effectievere preventie of prenatale zorg (screening) verbeterd kunnen worden. Om de Nederlandse perinatale gezondheid beter te kunnen beoordelen en ingezet beleid beter te kunnen evalueren is een betere informatievoorziening nodig
    Thumbnail

    Zorg in de grote steden

    Verkleij H; Verheij RA - Verkleij H; Verheij RA (eds) (2003-06-05)
    De zorg in de achterstandswijken van de grote steden functioneert niet optimaal door de grote diversiteit in bevolkingsgroepen, de gebrekkige samenhang in de zorg en de tekorten aan huisartsen, verpleegkundigen en verzorgenden. Juist in deze wijken is de gezondheid van de bevolking bovendien slechter dan in de rest van Nederland. Vooral de allochtone bevolking in de grote steden is de laatste jaren sterk gegroeid en bestaat uit een toenemend aantal nationaliteiten. Ook groepen in de marge van de samenleving, zoals dak- en thuislozen, verslaafden, ex-psychiatrische patienten, vereenzaamde ouderen en illegalen zijn oververtegenwoordigd. De werklast van huisartsen in de grote steden is de afgelopen jaren meer toegenomen dan in andere plaatsen. De werklast is het grootst in achterstandswijken. De animo onder jonge huisartsen om in de stad te werken is onvoldoende om de openvallende plaatsen van stoppende huisartsen in te vullen. De vacatures voor verpleegkundig en verzorgend personeel zijn in de drie grootste steden het moeilijkst te vervullen. In het algemeen kunnen zowel de autochtone als de allochtone bevolking in de grote steden de weg naar de zorg nog goed vinden. Maar zowel zorgverleners als patienten rapporteren dat de kwaliteit van de zorg voor allochtone patienten niet optimaal is. Er zijn daarom specifieke inspanningen nodig om de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg in de grote steden in de toekomst veilig te stellen en te verbeteren. Vooral de eerstelijns gezondheidszorg in achterstandswijken heeft extra aandacht nodig. Deze inspanningen moeten gericht zijn op de verbetering van de toegankelijkheid en kwaliteit van de kwetsbare groepen. Meer samenhang en samenwerking tussen verschillende zorgsectoren (preventie, curatieve zorg, care en welzijn is nodig om patienten met meervoudige medische en psychosociale problemen te helpen. Ook zijn acties nodig om het werken voor huisartsen en ander zorgpersoneel in de grote steden aantrekkelijker te maken. Op het lokale niveau zullen vooral zorgverzekeraars en gemeentebesturen moeten gaan samen werken om een goede eerstelijnszorg veilig te stellen.
    Thumbnail

    Psychische (on)gezondheid; determinanten en de effecten van preventieve interventies

    Maas IAM; Jansen J (TNO Leiden, 2000-10-25)
    Psychische stoornissen zijn verantwoordelijk voor ruim 23% van de (directe) kosten van de gezondheidszorg (inclusief zorg voor verstandelijke handicap en dementie). Voor een beter onderbouwde preventie binnen het geestelijk volksgezondheidsbeleid is meer kennis nodig over de determinanten van psychische stoornissen en over de mogelijkheden om die determinanten te beinvloeden. Deze state-of-the-art geeft aan dat persoonlijkheidskenmerken als (overmatige) geremdheid, neuroticisme, impulsiviteit en cognitieve en sociaal-communicatieve beperkingen meerdere psychische stoornissen beinvloeden. Dit geldt ook voor traumatische ervaringen in de jeugd, een lage SES, sterke verstedelijking en snelle sociale veranderingen. Theoretisch gezien valt de meeste gezondheidswinst op het terrein van de psychische (on)gezondheid dan ook te behalen door beinvloeding van (het leren omgaan met) deze zogenaamde generieke determinanten. Ten aanzien van de effecten van interventies op determinanten van de psychische gezondheid zijn nog geen definitieve conclusies mogelijk. Het lijkt echter aannemelijk dat met name die interventies veelbelovend zijn die op meerdere determinanten tegelijk aangrijpen. Dit sluit aan bij het gegeven dat interacties tussen determinanten een belangrijke rol spelen in de etiologie van stoornissen. Secundaire preventie van depressie bij ouderen en preventie van druggebruik via schoolprogramma's blijken voldoende doeltreffend om over te gaan tot landelijke implementatie. Interventies gericht op familieleden van psychiatrische patienten lijken doeltreffend in het voorkomen van overbelasting, stress en angst. Een intensivering van het onderzoek naar determinanten van psychische stoornissen is een noodzakelijke voorwaarde om een flinke stap vooruit te maken ten aanzien van de mogelijkheden voor preventie. Daarnaast is het van belang strategieen voor landelijke implementatie van doeltreffende programma's te ontwikkelen en onderzoek op dit terrein te stimuleren.
    Thumbnail

    Economische evaluatie van preventie - Kansen voor het Nederlandse volksgezondheidsbeleid

    Vijgen SMC; Busch MCM; de Wit GA; van Zoest F; Schuit AJ (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-12-13)
    Kosteneffectiviteit (doelmatigheid) is een van de pijlers van het Nederlandse volksgezondheidsbeleid. In dit literatuuroverzicht worden een tiental preventieve interventies gesignaleerd met een gunstige verhouding tussen de kosten en de te behalen gezondheidswinst. Het betreft interventies die in Nederland nog niet systematisch en op continue wijze zijn ingevoerd. Verwacht wordt dat deze interventies binnen vijf jaar kosten-effectief (gedefinieerd als kosten per gewonnen levensjaar lager dan 20.000,- euro) of zelfs kostenbesparend kunnen zijn. De geselecteerde interventies zijn: (1) screenen van jongvolwassen vrouwen en hun partners op chlamydia infecties, (2) screenen op retinopathie bij diabetespatienten ter preventie van blindheid, (3) preventie van hoofdletsel door het dragen van fietshelmen door kinderen, (4) preventie van een nieuw hartinfarct door revalidatie bij hartpatienten, (5) screening van oudere mannen op aneurysma van de buikaorta, (6) preventie van terugval na een depressie door behandeling, (7) preventie van plotselinge hartdood door gebruik van automatische externe defibrillatoren, (8) preventie van baarmoederhalskanker door screening op humaan papillomavirus in combinatie met het uitstrijkje, (9) preventie van chronische ziekten door behandeling van obesitas, en (10) preventie van een heupfractuur door het dragen van heupbeschermers. Van de eerste vier interventies wordt zowel de kosteneffectiviteit als de haalbaarheid van (verdere) invoering in Nederland bijzonder gunstig ingeschat. Voor de overige interventies geldt dat ze veelbelovend zijn, maar dat nader onderzoek ten aanzien van de vertaling van veelal buitenlandse onderzoeksresultaten naar de Nederlandse situatie nog gedaan moet worden.
    Thumbnail

    Tijd voor gezond gedrag; Bevordering van gezond gedrag bij specifieke groepen

    Jansen J; Schuit AJ; Lucht FJ van der (2002-02-25)
    Het bevorderen van gezond gedrag kan een belangrijke bijdrage leveren aan de volksgezondheid. Bevolkingsgroepen met naar verhouding meer ongezond gedrag of een hoge kwetsbaarheid op dit punt zijn jongeren, ouderen, allochtonen en personen met een lagere sociaal-economische status (SES). Aangrijpingspunten voor preventieve interventies liggen zowel op het persoonlijke niveau (houding ten aanzien van het gedrag, mate waarin een persoon zich in staat acht het gedrag te kunnen veranderen) als in de omgeving. Voor elk van de vier genoemde groepen is speciale aandacht nodig. Dit is - met name voor allochtonen en groepen met een lage SES - wel in de beleidsvoornemens terug te vinden, maar nog onvoldoende in de praktijk. Belangrijke redenen hiervoor zijn het bestaan van onvoldoende politiek draagvlak op lokaal niveau en onvoldoende beschikbaarheid van randvoorwaarden (financien, personele capaciteit). De praktijk van interventies leert ons dat de meest succesvolle leefstijlinterventies (1) zijn toegesneden op een specifieke groep, (2) gebruik maken van een combinatie van een samenhangende set van activiteiten en maatregelen, (3) participatie kennen van vele actoren en sectoren, inclusief de doelgroep, en (4) voldoende lange looptijd en continuiteit hebben. Sleutelwoorden zijn dus: preventie op maat, integraal gezondheidsbeleid, multisectorale aanpak, en continuiteit. Alleen wanneer deze inzichten optimaal worden benut zullen we mogelijk de ongunstige trends in leefstijl kunnen doorbreken. Dit geldt vooral voor het lokale gezondheidsbeleid, maar het landelijk beleid moet dit ondersteunen.
    Thumbnail

    Gezondheid in de grote steden

    Lucht F van der; Verkleij H (2001-11-23)
    De gezondheid van de bewoners van de grote steden is gemiddeld minder goed dan in de rest van Nederland. Dit is het gevolg van het achterblijven van de gezondheidstoestand van bewoners van achterstandswijken in die grote steden. Er is een brede inspanning nodig om de gezondheidstoestand van deze groep te verbeteren. De volksgezondheidssector kan dat niet alleen, omdat veel mogelijkheden binnen de invloedssfeer van andere beleidssectoren liggen. Vooral het grotestedenbeleid kan bijdragen aan de verbetering van de volksgezondheid in de grote steden.
    Thumbnail

    Brancherapport Volksgezondheid. Deelrapport Preventie. Een eerste proeve

    Rutz SI; Busch MCM; Jansen J; Stokx LJ; Ruwaard D (2001-10-12)
    Hoeveel mensen roken er? Hoeveel artsen zijn er werkzaam bij arbo-diensten? Welke activiteiten over veilig vrijen bieden GGD'en aan? Hoeveel vrouwen laten jaarlijks een borstfoto maken? Hoeveel kinderen zijn ingeent tegen DKTP? Hoeveel geld is beschikbaar voor voorlichtingscampagnes over roken? Wat zijn de kosten van het grieppreventieprogramma? Wat is het effect van screening op Familiaire Hypercholesterolemie? Het deelrapport Preventie dient dit soort vragen te beantwoorden die gaan over vraag naar en aanbod, gebruik, financiering en kwaliteit van preventieactiviteiten. Het RIVM heeft het rapport opgesteld op verzoek van het ministerie van VWS en heeft daarbij samengewerkt met diverse organisaties uit het preventieveld. Het preventierapport maakt deel uit van het brancherapport Volksgezondheid, dat het doel heeft achtergrondinformatie te bieden in de vorm van feiten en cijfers bij de Zorgnota, begroting en het Jaarbeeld Zorg. In deze eerste versie van de brancherapporten worden nog weinig feiten en cijfers daadwerkelijk gepresenteerd. Wel zijn het terrein en de bijbehorende organisatorische context beschreven, is aangegeven welke gegevens in de toekomstige brancherapporten kunnen worden verwacht en zijn (verwachte) knelpunten in de informatievoorziening gesignaleerd. Naast het deelrapport Preventie bestaat het brancherapport Volksgezondheid uit drie andere deelrapporten die rapporteren over de volgende deelterreinen: cure, care en geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke zorg.
    Thumbnail

    Ouderen nu en in de toekomst. Gezondheid, verpleging en verzorging 2000 - 2020

    van den Berg Jeths A; Timmermans JM; Hoeymans N; Woittiez IB (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-06-23)
    Dit rapport geeft een breed overzicht van de gezondheidstoestand, verpleging en verzorging van ouderen in de periode 2000-2020. Onder ouderen worden in dit rapport personen vanaf 65 jaar verstaan. De levensverwachting is toegenomen en zal naar verwachting verder stijgen. Tegelijkertijd is bij de meeste chronische ziekten sprake van een stijgende trend, bovenop die van de vergrijzing. Ziekten kunnen steeds beter worden behandeld en er komen steeds meer en betere hulpmiddelen ter beschikking. Mede hierdoor is het aantal jaren zonder lichamelijke beperkingen toegenomen. Ook diverse mogelijkheden voor preventie van ziekten komen aan bod. Bij de toekomstige inrichting van de zorg moet niet alleen rekening worden gehouden met de veranderende gezondheidstoestand van ouderen, ook de samenstelling van het huishouden, het opleidingsniveau en het inkomen zijn van belang. Het rapport bevat basisramingen en enkele alternatieve ramingen van de potentiele vraag naar en het gebruik van verpleging en verzorging door ouderen. Volgens de basisraming stijgt de potentiele vraag met 49% en het gebruik met 24%.
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.