• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects05 (5)grondwater (5)
    groundwater (5)
    monitoring networks (5)kwaliteit (4)View MoreAuthors
    Bronswijk JJB (5)
    LBG (5)
    Castilho P del (3)Groot MSM (3)Haan T de (3)View MoreYear (Issue Date)1997 (2)1996 (1)1998 (1)1999 (1)Types
    Onderzoeksrapport (5)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-5 of 5

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 5CSV
    • 5RefMan
    • 5EndNote
    • 5BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit. Resultaten 1995

    Groot MSM; Bronswijk JJB; Willems WJ; Haan T de; Castilho P del (1999-05-31)
    Het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit (LMB) heeft als primaire doelstelling het nagaan van trendmatige veranderingen in de kwaliteit van de bodem ten gevolge van diffuse belasting van de bodem. Het object van onderzoek is de toplaag van de bodem (0-10 cm) daarnaast wordt ook een diepere bodemlaag en het bovenste grondwater onderzocht. Het LMB wordt in samenwerking met LEI-DLO en AB-DLO uitgevoerd. Jaarlijks worden een 2-tal combinaties van bodemgebruik en grondsoort bemonsterd, bestaande uit ca. 20 lokaties per combinatie. In 1993 en 1994 is landbouwgrond en bosgrond op zandgrond bemonsterd. De categorieen die in 1995 zijn onderzocht, zijn akkerbouwbedrijven op zandgrond en melkveehouderijbedrijven op veengrond. Naast algemene kwaliteitsparameters zijn parameters onderzocht die gerelateerd zijn aan de milieuthema's vermesting en verspreiding. Vermestingsparameters zijn fosfaat (bodem en grondwater), nitraat, kalium en ammonium (grondwater). Voor verspreiding zijn zware metalen onderzocht (bodem en grondwater). Voorts zijn bodemgehalten aan PAK en een aantal organochloorbestrijdingsmiddelen bepaald. Voor beide categorieen geldt dat de categoriegemiddelde metaalgehalten in de bodem beneden de streefwaarde liggen. In het grondwater is een overschrijding van de streefwaarde waargenomen voor chroom. Voor een groot aantal individuele PAK liggen in beide categorieen de lokatiegemiddelde gehalten boven de streefwaarde. Voor de categorie akkerbouw liggen de categoriegemiddelde gehalten aan HCB, y-HCH, dieldrin en de som-DDT in de bodem boven de streefwaarde. Voor de categorie melkveehouderij geldt dit alleen voor dieldrin en de som-DDT. Op de akkerbouwlokaties liggen de categoriegemiddelde concentraties aan nitraat en totaalfosfaat in het bovenste grondwater boven de normen, op de melkveehouderijlokaties geldt dit voor totaal- en orthofosfaat, ammonium, chloride, sulfaat en kalium in het grondwater. Het overschot aan N, P en K is op de bemonsterde akkerbouwbedrijven hoger dan op het gemiddelde akkerbouwbedrijf. Op de bemonsterde melkveehouderijbedrijven is het stikstofoverschot vergelijkbaar met dat op het gemiddelde melkveehouderijbedrijf, de P- en K-overschotten zijn veel lager. Uit het zware metalen-overschot verminderd met de berekende uitspoeling op basis van de categoriegemiddelde concentraties aan zware metalen in het grondwater blijkt dat in beide categorieen sprake is van accumulatie van cadmium, koper, zink en lood in de bodem. In het rapport is beschreven in hoeverre er correlaties bestaan tussen de huidige belasting (zware metalen) en gehalten in bodem en grondwater. In de categorie akkerbouw worden geen correlaties gevonden tussen metaaldepositie en bodemgehalten c.q. grondwaterconcentraties. In de categorie melkveehouderij worden voor de metalen lood, koper en zink correlaties gevonden tussen depositie en gehalten in bodem. Wanneer geen rekening gehouden wordt met uitspoeling, dan ligt de herhaaltijd voor de categorie akkerbouw op zand tussen 6 en 69 jaar en voor de categorie melkveehouderij op veen tussen 9 en 300 jaar. Als uitspoeling wordt meegenomen worden deze perioden langer.
    Thumbnail

    Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit; Resultaten 1994

    Groot MSM; Bronswijk JJB; Willems WJ; Haan T de; Castilho P del (1997-12-31)
    Het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit (LMB) heeft als primaire doelstelling de trendmatige veranderingen na te gaan in de kwaliteit van de bodem ten gevolge van diffuse belasting van de bodem. Het object van onderzoek is de toplaag van de bodem (0-10 cm); daarnaast wordt ook een diepere bodemlaag en het bovenste grondwater onderzocht. Het LMB wordt in samenwerking met LEI-DLO en AB-DLO uitgevoerd. Jaarlijks worden een 2-tal combinaties van bodemgebruik en grondsoort bemonsterd, bestaande uit ca. 20 locaties per combinatie. In 1993 is gestart met de bemonstering van landbouwgrond op zandgrond. Voor het bodemgebruik landbouw is het bedrijf de schaal van de locatie. De categorieen die in 1994 zijn onderzocht, zijn melkveehouderijbedrijven met een groot aandeel intensieve veehouderij op zandgrond en bos op zandgrond. Naast algemene kwaliteitsparameters zijn parameters onderzocht die gerelateerd zijn aan de milieuthema's vermesting en verspreiding. Vermestingsparameters zijn fosfaat (bodem en grondwater) , nitraat, kalium en ammonium (grondwater). Voor verspreiding zijn zware metalen onderzocht (bodem en grondwater). Voorts zijn bodemgehalten aan PAK en een aantal organochloorbestrijdingsmiddelen (OCB) bepaald.
    Thumbnail

    Optimalisatie van het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit

    Wever D; Bronswijk JJB (1997-12-31)
    Het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG) is ingericht rond 1985. Bij de inrichting is afgesproken dat na ca. 10 jaar een optimalisatie van het meetnet zou plaatsvinden. Dit rapport beschrijft de optimalisatieprocedure en de resultaten ervan. Op basis van diverse workshops en de RIVM-strategie is de doelstelling van de optimalisatie gedefinieerd als: Het halveren van de kosten en de benodigde capaciteit voor het LMG ten opzichte van 1996, waarbij een stabiel meetnet in stand wordt gehouden, met een maximaal behoud van (beleidsrelevante) informatieverstrekking. Het nieuwe LMG-bemonsteringsschema, dat voldoet aan deze doelstelling en een aantal randvoorwaarden, ziet er als volgt uit: de ondiepe filters in de zandgebieden worden 1 maal per jaar bemonsterd; de ondiepe filters in de overige gebieden eens per 2 jaar; alle diepe filters 1 maal per 4 jaar; ondiepe filters die tot nu toe alle jaren een chlorideconcentratie groter dan 1000 g/m3 te zien geven worden 1 maal per 4 jaar bemonsterd, ongeacht het bodemtype; de categorie oeverinfiltratie, enkele putten in havenslib en enkele andere lokaal beinvloede putten komen te vervallen. Op deze wijze wordt het jaarlijks aantal te bemonsteren filters teruggebracht van ca. 756 tot ca. 350.
    Thumbnail

    Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit ; Resultaten 1993

    Groot MSM; Bronswijk JJB; Willems WJ; Haan T de; Castilho P del (1996-04-30)
    Het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit (LMB) heeft als primaire doelstelling het nagaan van trendmatige veranderingen in de kwaliteit van de bodem ten gevolge van diffuse belasting van de bodem. In 1993 is met de bemonstering gestart van landbouwgrond op zandgrond (melkveebedrijven). De bemonsterde bedrijven beslaan een oppervlakte die representatief is voor 25% van het zandgebied in Nederland. Onderzocht zijn bedrijven met een lage veedichtheid (extensief ; aantal: 19) en bedrijven met een hoge veedichtheid (intensief ; aantal: 16 lokaties). Naast algemene kwaliteitsparameters zijn in de landbouwgronden parameters onderzocht die gerelateerd zijn aan de milieuthema's vermesting en verspreiding. Vermestingsparameters zijn fosfaat (bodem en grondwater), nitraat, kalium en ammonium (grondwater). Voor verspreiding zijn zware metalen onderzocht (bodem en grondwater). Voorts zijn bodemgehalten aan PAK en een aantal organochloorbestrijdingsmiddelen (OCB) bepaald. Daarnaast is een verkennend onderzoek (scanning) naar antimoon uitgevoerd. Voor alle lokaties geldt dat de gemiddelde metaalgehalten in de bodem beneden de streefwaarde liggen. De gemiddelde concentraties van arseen en lood in het grondwater zijn bij alle lokaties beneden de streefwaarde gelegen. Overschrijding van de streefwaarde is waargenomen voor koper, cadmium, zink en chroom. Voor zink wordt op 1 lokatie zelfs de interventiewaarde benaderd. Voor een aantal individuele PAK's liggen de lokatiegemiddelde gehalten boven de streefwaarde. Van de 16 OCB's konden een 4-tal niet worden aangetoond. Voor lindaan wordt de streefwaarde op alle lokaties overschreden. Voor dieldrin en totaal-DDT geldt dat in een belangrijk deel van de mengmonsters gehalten boven de streefwaarde worden aangetroffen. De onderzochte categorieen onderscheiden zich statistisch gezien niet duidelijk van elkaar wat betreft gehalten metalen, PAK, OCB's en vermestende stoffen (fosfaat, nitraat en kalium). In het algemeen zijn de gehalten op de intensieve bedrijven wel hoger. In het rapport is beschreven in hoeverre er correlaties bestaan tussen de huidige belasting (zware metalen) en gehalten in bodem en grondwater. De gevonden verbanden zijn in het algemeen zwak. Het overschot (aanvoer min afvoer door oogst) aan N, P en K is op de intensieve bedrijven groter dan op de extensieve bedrijven. Hetzelfde geldt voor lood, koper en zink. Daarentegen is het gemiddelde cadmiumoverschot lager dan op de extensieve bedrijven. Aan de hand van het zware-metalenoverschot (belasting) en de categoriegemiddelde concentraties van zware metalen in het grondwater, blijkt dat cadmium, lood, koper en zink nog steeds accumuleren in de bodem. Op basis van de accumulatiecijfers voor zware metalen is berekend dat voor herhaling van de bemonstering van deze categorieen, met als doel het aantonen van significante veranderingen in de gehalten van de bodem, het jaar 1998 als een zinvol tijdstip aangemerkt kan worden.
    Thumbnail

    Evaluatie van de grondwaterkwaliteit in de provincie Zuid-Holland

    Absil LLM; Bronswijk JJB (1998-01-31)
    De Provincie Zuid-Holland heeft sinds 1989 een meetnet grondwaterkwaliteit, met als doel de kwaliteit van het grondwater en de veranderingen hierin te meten. Doelen van deze evaluatie waren: een beeld te schetsen van de grondwaterkwaliteit in de provincie Zuid-Holland, en onderzoeken of er in dit beeld trendmatige wijzigingen zijn opgetreden sinds de inrichting van het meetnet. In de provincie Zuid-Holland vindt veel overschrijding van de streefwaarde voor chloride, kalium, ammonium en fosfaat plaats. De concentraties voor deze stoffen zijn van nature hoog in de provincie, net als in andere laagveengebieden en door de zee beinvloede gebieden in Nederland. Nitraatconcentraties en concentraties van zware metalen zijn in de hele provincie laag. De grondwaterkwaliteit in de provincie Zuid-Holland bleek in de periode 1989 - 1996 nauwelijks te zijn veranderd. Zowel per meetpunt als per homogeen deelgebied was het aantal trends gering. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor trends in het grondwater als gevolg van recente antropogene beinvloeding.
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.