• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    02 (11)
    monitoring (11)
    prevalence (6)netherlands (5)risk factors (5)View MoreAuthors
    CCM (11)
    Seidell JC (6)Smit HA (5)Verschuren WMM (5)Bueno de Mesquita HB (4)View MoreYear (Issue Date)1994 (4)1997 (3)1998 (2)1995 (1)1996 (1)Types
    Onderzoeksrapport (11)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 11

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 11CSV
    • 11RefMan
    • 11EndNote
    • 11BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Het Project Monitoring Risicofactoren en Gezondheid Nederland (MORGEN-project). Jaarverslag 1993

    Smit HA; Verschuren WMM; Bueno de Mesquita HB; Seidell JC (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-11-30)
    Het project Monitoring Risicofactoren en Gezondheid in Nederland (het "MORGEN-project") is een onderzoeksproject van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene (RIVM), waarin de gezondheidssituatie en het voorkomen van risicofactoren wordt gemeten in een steekproef van de Nederlandse bevolking gedurende de periode 1993 tot en met 1997. In 1993 werden 5154 mannen en vrouwen onderzocht. De prevalentiecijfers van de meest relevante risicofactoren (verhoogd cholesterolgehalte, hypertensie, obesitas) waren vergelijkbaar met die van het Peilstationsproject 1987-1991. Het percentage sigarettenrokers was ten opzichte van de periode 1987-1991 gedaald van 40% naar 37%. De zelf-gerapporteerde prevalentie van astma was 3%. Bijna de helft van degenen met astma gebruikte daarvoor regelmatig medicijnen. Lage rugpijn en nek- en schouderklachten in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek werd door bijna de helft van de deelnemers gerapporteerd. Ruim 10% had weleens 1 week of langer van het werk verzuimd ten gevolge van de klachten. Ongeveer 9% van de onderzoekspopulatie rapporteerde regelmatige hoofdpijn met verschijnselen van migraine. De prevalentie van zelf-gerapporteerde diabetes was ongeveer 1%. Op basis van hoge niet-nuchtere glucose waarden werd diabetes geconstateerd bij 0.8% van de mannen en 0.1% van de vrouwen die geen diabetes hadden gerapporteerd.<br>
    Thumbnail

    Volksgezondheidseffecten van verstoring ; een inventarisatie van volksgezondheids-indicatoren en lokale monitoringsactiviteiten m.b.t. verstoring

    Rademaker BC; Staatsen BAM; Hollander AEM de (1997-02-28)
    Uit beschikbare literatuur zijn relevante gezondheidseffecten van geluid, geur en lokale luchtverontreiniging geinventariseerd en geselecteerd op basis van hun bruikbaarheid als indicator voor de monitoring van verstoring. Voor geluid kunnen hinder, klachten en slaapverstoring momenteel al toegepast worden. Voor geur zijn hinder en klachten bruikbare gezondheidsindicatoren. Overige gezondheidsindicatoren (medicijngebruik, ervaren gezondheid, voorkomen van luchtwegaandoeningen, bloeddruk, hart- en vaatziekten en geboortegewicht) dienen nader ontwikkeld te worden (blootstelling-responsgegevens of databestanden) voor toekomstige toepassingen, al worden enkele indicatoren al in beperkte mate toegepast. Vervolgens is geinventariseerd of er op gemeentelijk, regionaal en provinciaal niveau gegevens over gezondheidsindicatoren voor verstoring verzameld worden. Uit literatuuronderzoek en interview-gegevens blijkt dat er nog weinig aansluiting is tussen de verschillende milieumonitoringssystemen van gemeenten onderling. Op provinciaal niveau lijkt momenteel weinig aandacht te bestaan voor verstoringsaspecten als geluid en geur bij het opzetten van een monitoringssysteem. Er is op gemeentelijk, regionaal en landelijk niveau belangstelling voor gelijksoortige effectindicatoren voor verstoring, maar de wijze van gegevensverzameling en vragenlijstonderzoek lopen meestal zo uiteen dat gegevensuitwisseling en onderlinge vergelijkingen momenteel niet mogelijk zijn. Afstemming en standaardisatie van de monitorings- en onderzoeksactiviteiten op de verschillende bestuurlijke niveaus zijn gewenst om vergelijking met andere regio's en het landelijke beeld mogelijk te maken. Dit is van belang om de bijdrage van verschillende overheden aan het behalen van de nationale doelstellingen te monitoren. Er wordt aanbevolen de geselecteerde gezondheidsindicatoren verder te ontwikkelen voor de monitoring van gezondheidseffecten van verstoring. Daarnaast is het gewenst om een proefproject op te zetten waarin verschillende overheden tot een (gedeeltelijke) integratie proberen te komen van de monitoringssystemen en gezondheidsindicatoren voor verstoring.
    Thumbnail

    Monitoring of exposures, body burdens and health effects of environmental pollutants in the Netherlands; position paper from the perspective of environmental epidemiology

    Lebret E; Fischer PH; Staatsen BAM; Franssen EAM; de Hollander AEM; Houthuijs DJM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1996-03-31)
    Aan de hand van een werk-definitie, algemene kaderstelling en begripsdefinitie, wordt een bijdrage geleverd aan de discussie over mogelijkheden van monitoren van blootstelling, lichaamsbelasting en gezondheidseffecten van milieuverontreiniging in Nederland, vanuit het perspectief van de milieu-epidemiologie. Milieu - gezondheid monitoring wordt gedefinieerd als de combinatie van het routinematige meten en verzamelen, analyseren en interpreteren van relevante data om inzicht te krijgen in de (verdeling) van vooraf gedefinieerde indicatoren van blootstelling, lichaamsbelasting en maten van de effecten op de volksgezondheid. Voorbeelden van indicatoren en volksgezondheidseffectmaten worden beschreven. Vijf typen monitoring activiteiten worden nader toegelicht, elk met een specifieke onderliggende vraagstelling. Tevens wordt een kritische evaluatie van bestaande gegevensbestanden (voornamelijk gezondheidskundige registraties) in Nederland gegeven ; alsook een evaluatie van de bruikbaarheid van deze bestanden t.b.v. milieu - gezondheid monitoring. Buitenlandse monitoringprogramma's op het gebied van de volksgezondheid zijn talrijk, maar in nagenoeg geen van deze programma's wordt een directe relatie gelegd met milieufactoren. Om een monitoringprogramma met de gewenste functionaliteit te ontwerpen dient de omvang van het te meten effect gedefinieerd te worden. M.b.v. power-analyses kan vervolgens berekend worden wat de omvang (b.v. aantal te onderzoeken personen) van het monitoringprogramma dient te zijn. De voorwaarde van het stellen van een effect-omvang vereist een waarde-oordeel omtrent het biologische (of economische) belang van het effect ; dit ligt in het domein van het risk management. Tussen de ontwerpers (onderzoekers) en de gebruikers (beleid) dient overeenstemming te bestaan over de mate van het effect dat minimaal gedetecteerd dient te worden en de tijdperiode waarbinnen dit mogelijk is. Conclusie is dat de huidige monitoringsactiviteiten in Nederland en in het buitenland slechts beperkte functionaliteit hebben door de relatief kleine steekproef-omvang en/of het gebrek aan integratie van informatie van de verschillende aspecten van monitoringsdisciplines. Aanbevolen wordt om toekomstige monitoringprogramma's in een vroeg stadium interdisciplinair op te zetten, waarbij wetenschappers van verschillende disciplines betrokken worden. Suggesties worden hiertoe aangedragen.<br>
    Thumbnail

    Monitoring van Risicofactoren en Gezondheid in Nederland (MORGEN-project): Doelstellingen en werkwijze

    Smit HA; Verschuren WMM; Bueno de Mesquita HB; Seidell JC (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-02-28)
    The aim of the MORGEN-project is monitoring of risk factors for chronic diseases in the general population (cardiovascular disease, cancer, respiratory diseases, diabetes mellitus, low back pain, neck and shoulder complaints and migraine). Each year a new random sample of approximately 5000 subjects will be examined between 1993 and 1997. Data collection includes self-administerated questionnaires, medical examination, determination of cholesterol and random glucose levels in blood. Part of the blood is stored at -196 degrees C for future analyses. Data from the MORGEN-project will make an important contribution to policy-oriented public health research.<br>
    Thumbnail

    Diabetes mellitus en vetverdeling in het MORGEN-project ; een haalbaarheidsstudie

    Huijbregts PPCW; Feskens EJM; Seidell JC (1994-01-31)
    Abstract niet beschikbaar
    Thumbnail

    Het project Monitoring Risicofactoren en Gezondheid Nederland (MORGEN-project) ; Jaarverslag 1995

    Blokstra A; Smit HA; Verschuren WMM; Bueno de Mesquita HB; Seidell JC (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1997-04-30)
    Het project Monitoring Risicofactoren en Gezondheid in Nederland (het "MORGEN-project") is een onderzoeksproject van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), waarin de gezondheidssituatie en het voorkomen van risicofactoren worden gemeten in een steekproef van de Nederlandse bevolking gedurende de periode 1993 tot en met 1997. Dit verslag betreft de resultaten van het onderzoeksjaar 1995. Het onderzoek werd uitgevoerd bij 20 tot 59-jarige mannen en vrouwen in Amsterdam en Maastricht. In Doetinchem werden de deelnemers van het Peilstationsproject Hart- en Vaatziekten in 1988, inmiddels 26 tot 65 jaar oud, opnieuw onderzocht.<br>
    Thumbnail

    Prevalentie van risicofactoren voor hart- en vaatziekten en veranderingen daarin in de periode 1987-1991. Eindrapportage Peilstationsproject Hart- en Vaatziekten 1987-1991

    Verschuren WMM; Smit HA; van Leer EM; Berns MPH; Blokstra A; Steenbrink-van Woerden JA; Seidell JC (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1994-10-31)
    Het Peilstationsproject Hart- en Vaatziekten is uitgevoerd van 1987-1991. In deze periode zijn ruim 36.000 mannen en vrouwen in de leeftijd van 20-59 jaar onderzocht op risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Prevalentie van hypercholesterolemie was 16% voor mannen en 13% voor vrouwen, 21% van de mannen en 6% van de vrouwen had een verlaagd HDL-cholesterolgehalte. Acht procent van de mannen en 6% van de vrouwen had hypertensie en 7% van de mannen en 9% van de vrouwen had overgewicht. Veertig procent van de mannen en vrouwen rookte sigaretten, 10% van de mannen en 3% van de vrouwen waren zware drinkers. Ongeveer 1/3 deel van alle mannen en vrouwen was lichamelijk inactief. De prevalentie van hypercholesterolemie daalde over de studieperiode met 3% bij mannen en 2% bij vrouwen, de prevalentie van een verlaagd HDL-cholesterolgehalte nam toe met 9% bij mannen en 1% bij vrouwen. De prevalentie van hypertensie veranderde niet, maar de medicamenteuze behandeling van hypertensie daalde. De prevalentie van overgewicht en lichamelijke inactiviteit steeg wanneer werd gecorrigeerd voor veranderingen in opleidingsniveau over de studieperiode. Het percentage sigaretten rokers daalde met 3% bij mannen en 4% bij vrouwen, het percentage zware drinkers nam af met 3% bij mannen en vrouwen.<br>
    Thumbnail

    Gebruik van ziekenhuisgegevens voor het beschrijven van ruimtelijke patronen in ziekte rondom Schiphol

    Staatsen BAM; Doornbos G; Franssen EAM; Heisterkamp SH; Ameling CB; Lebret E (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-02-28)
    In dit onderzoek zijn ruimtelijke patronen in gegevens over ziekenhuisontslagen voor een zevental hartvaatziekten en zes luchtwegaandoeningen in de regio Schiphol bestudeerd aan de hand van kaarten. Het onderzoek is een uitbreiding van eerdere analyses die zijn uitgevoerd in het kader van de integrale Milieu Effectrapportage Schiphol en Omgeving (iMER) en is uitgevoerd in het kader van het Evaluatie en Monitoringsprogramma Schiphol (EMSO). Behalve milieuverontreiniging kunnen ruimtelijke verschillen in het voorkomen van ziekten bepaald worden door andere factoren, zoals bijvoorbeeld leefgewoonten en erfelijke aanleg. Hierdoor is het mogelijk dat ruimtelijke patronen ontstaan door combinaties van factoren, zoals bijvoorbeeld roken en alcoholgebruik die een samenhang met de luchthaven suggereren die in werkelijkheid niet aanwezig is. Maar het is ook mogelijk dat patronen door dergelijke factoren gemaskeerd worden. De analyses laten in het studiegebied een grote ruimtelijke spreiding zien in ziekenhuisgegevens van hartvaatziekten en luchtwegaandoeningen die in de meeste gevallen gebaseerd is op toevalsfluctuaties. Voor de meeste van de bestudeerde aandoeningen is geen consistent ruimtelijk patroon zichtbaar dat zou kunnen samenhangen met de nabijheid van de luchthaven. De ruimtelijke patronen wisselen van jaar tot jaar en verschillen tussen vrouwen en mannen. Voor 'totaal hartvaatziekten', 'bovenste luchtwegaandoeningen' en 'acute luchtweginfecties' is er in enkele gebieden wel sprake van enige consistentie in het patroon in de tijd, voor zowel mannen als vrouwen. Duidelijke clustering rond de luchthaven lijkt bij deze aandoeningen niet op te treden. Ziekenhuisgegevens uit de Landelijke Medische Registratie zijn momenteel niet geschikt voor monitoring van hartvaatziekten en luchtwegaandoeningen rond Schiphol. Resultaten van de andere deelonderzoeken naar hartvaatziekten en luchtwegaandoeningen die in het kader van EMSO worden uitgevoerd zullen moeten aangeven of verdere ontwikkeling van de Landelijke Medische Registratie als monitoringsinstrument gewenst is of dat andere registraties of onderzoeken daar beter geschikt voor zijn.<br>
    Thumbnail

    Variatie in geboortegewicht in de omgeving Schiphol. Een analyse van gegevens uit de Landelijke Verloskunde Registratie

    Franssen AEM; Ameling CB; Lebret E (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1997-11-30)
    De Landelijke Verloskunde Registratie blijkt in de huidige vorm niet geschikt voor monitoring van de gezondheid rond Schiphol. Dit blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu naar het geboortegewicht en de groei van baby's tijdens de zwangerschap in de regio Schiphol. De belangrijkste beperkingen waren het ontbreken van individuele gegevens over belangrijke factoren die het geboortegewicht en de groei tijdens de zwangerschapsduur bepalen en over de blootstelling aan vliegtuiggeluid. Er werd geen statistisch significante relatie vastgesteld tussen het geboortegewicht en de zwangerschapsduur en de vliegtuiggeluidsbelasting. Doordat de onderzoekers vanwege privacy-regelgeving niet konden beschikken over alle relevante gegevens, zoals bijvoorbeeld roken, kan niet uitgesloten worden dat een eventueel effect van vliegtuiggeluid gemaskeerd zou kunnen zijn. De resultaten van dit onderzoek dienen als uitgangspunt voor een nog te ontwikkelen gezondheidsmonitoringsysteem rond Schiphol met als doel het bewaken van de milieukwaliteit en de gezondheidstoestand in deze regio.<br>
    Thumbnail

    Mogelijkheden en onmogelijkheden voor een monitoringsprogramma Luchtverontreiniging - Gezondheid

    Fischer PH (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-07-31)
    Afzonderlijke monitoringsprogramma's zijn getoetst aan de uitkomsten van een werkbijeenkomst over mogelijke luchtverontreiniging-gezondheid monitoringsactiviteiten op het RIVM. De mogelijkheden om de relatie luchtverontreiniging - gezondheid te monitoren blijken gering te zijn omdat monitoring van blootstelling aan en effecten van luchtverontreiniging sterk wordt gecompliceerd door de aspecificiteit van de gezondheidseffecten die door luchtverontreiniging zouden kunnen worden veroorzaakt. Dit maakt het dat slechts gerichte monitoringsactiviteiten haalbaar worden geacht om aan de eisen van een programma tegemoet te komen. Tot de haalbaar geachte activiteiten behoren: (1) het monitoren van specifieke situaties, zoals voor/na meting van blootstelling en veronderstelde effecten bij grote infrastructurele werken, (2) jaarlijkse modellering van (trends in) populatieblootstellingen aan regulier in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit gemeten componenten, (3) jaarlijkse schattingen van het actuele populatierisico van blootstelling aan een aantal componenten aan de hand van dosis-respons relaties, (4) 5 jaarlijkse periodieke updating van de blootstellings - respons relaties door statistische analyse van gezondheidsstatistieken en luchtverontreinigingsgegevens, (5) gebruik van literatuurinformatie en periodieke beoordeling hiervan op relevantie voor de relatie luchtverontreiniging - gezondheid. In overleg met de opdrachtgever zullen deze activiteiten in het MAP '99 e.v. opgenomen kunnen worden.<br>
    • 1
    • 2
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.