• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    02 (7)
    epidemiologie (2)monitoring (2)air (1)airport (1)View MoreAuthors
    CCM (7)
    Bueno de Mesquita HB (2)Hoogenveen RT (2)Smit HA (2)Ameling CB (1)View MoreYear (Issue Date)
    1998 (7)
    Types
    Onderzoeksrapport (7)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-7 of 7

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 7CSV
    • 7RefMan
    • 7EndNote
    • 7BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Effects of flavonoids on anti-carcinogenesis and immunosuppression

    Steerenberg PA; Garssen J; Beems RB; Dortant PM; van Kranen HJ; van Kreyl CF; Bueno de Mesquita HB; de Gruyl FR; Vos JG; van Loveren H (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-06-30)
    In dit onderzoek zijn dieten bestudeerd die rijk waren aan flavonoiden en thee-extracten. Hiervan is onderzocht in hoeverre deze bescherming bieden bij het ontstaan van huidtumoren en tumoren ontwikkeld in de dunne en dikke darm. Daarnaast is onderzocht of deze dieten en extracten bescherming geven aan het immuunsysteem. De resultaten geven aan dat deze dieten en thee-extracten geen duidelijke anticarcinogene werking hadden, maar dat zij in alle gevallen wel bescherming boden aan de UV geinduceerde immuunsuppressie in de huid. De anticarcinogene werking van thee op dunne en dikke darm tumoren als gevolg van een mutatie in het APC gen is aanleiding tot verder onderzoek.<br>
    Thumbnail

    Werving en samenstelling van de onderzoekspopulatie voor de Natuurlijk Beloop studie van het PIAMA-onderzoek

    Wijga A; Smit HA; Brunekreef B; Kerkhof M; Praet I; van Strien R (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-02-28)
    In dit rapport wordt de werving van deelnemers beschreven voor de Natuurlijk Beloop studie van het PIAMA (Preventie en Incidentie van Astma en Mijt Allergie) onderzoek, een cohort-onderzoek naar de incidentie van en risicofactoren voor astma en luchtwegallergie bij kinderen van 0-8 jaar. Met de hulp van verloskundigen zijn ruim 10.000 zwangeren benaderd. De allergische zwangeren zijn geidentificeerd (n=2.949) en potentiele deelnemers voor het onderzoek zijn geselecteerd. Tussen juni 1996 en juli 1997 zijn 5.847 potentiele deelnemers aangeschreven. In september 1997 hadden 3.291 aanstaande moeders (471 allergische en 2.820 niet allergische) schriftelijk 'informed consent' gegeven aan de Natuurlijk Beloop studie mee te doen (respons: 56%) en was de onderzoekspopulatie compleet.<br>
    Thumbnail

    Berekening van levensverwachting uit mortaliteits follow-up studies

    Hoogenveen RT; Schuit AJ; Visscher TLS; Feskens EJM; Nagelkerke NJD (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-06-30)
    Bij mortaliteitsanalyses op basis van longitudinale studies wordt veelal gebruik gemaakt van het Cox proportional hazards model. Sterfteverschillen tussen verschillende risicogroepen worden weergegeven in de vorm van geschatte regressiecoefficienten of relatieve risico's. De vraag is hoe mortaliteitsverschillen eruitzien voor een andere belangrijke maat als de levensverwachting. Beschreven wordt hoe deze geschat kan worden uitgaande van het Cox model. Verschillen in levensverwachting worden berekend voor twee voorbeeld-studies: tussen klassen van Body Mass Index op basis van gegevens uit de Zeven-Landen studie, en tussen klassen van lichamelijke activiteit op basis van gegevens uit de Zutphen-Ouderen Studie. De berekeningswijze is eenvoudig toepasbaar voor ook andere determinanten.<br>
    Thumbnail

    Gebruik van ziekenhuisgegevens voor het beschrijven van ruimtelijke patronen in ziekte rondom Schiphol

    Staatsen BAM; Doornbos G; Franssen EAM; Heisterkamp SH; Ameling CB; Lebret E (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-02-28)
    In dit onderzoek zijn ruimtelijke patronen in gegevens over ziekenhuisontslagen voor een zevental hartvaatziekten en zes luchtwegaandoeningen in de regio Schiphol bestudeerd aan de hand van kaarten. Het onderzoek is een uitbreiding van eerdere analyses die zijn uitgevoerd in het kader van de integrale Milieu Effectrapportage Schiphol en Omgeving (iMER) en is uitgevoerd in het kader van het Evaluatie en Monitoringsprogramma Schiphol (EMSO). Behalve milieuverontreiniging kunnen ruimtelijke verschillen in het voorkomen van ziekten bepaald worden door andere factoren, zoals bijvoorbeeld leefgewoonten en erfelijke aanleg. Hierdoor is het mogelijk dat ruimtelijke patronen ontstaan door combinaties van factoren, zoals bijvoorbeeld roken en alcoholgebruik die een samenhang met de luchthaven suggereren die in werkelijkheid niet aanwezig is. Maar het is ook mogelijk dat patronen door dergelijke factoren gemaskeerd worden. De analyses laten in het studiegebied een grote ruimtelijke spreiding zien in ziekenhuisgegevens van hartvaatziekten en luchtwegaandoeningen die in de meeste gevallen gebaseerd is op toevalsfluctuaties. Voor de meeste van de bestudeerde aandoeningen is geen consistent ruimtelijk patroon zichtbaar dat zou kunnen samenhangen met de nabijheid van de luchthaven. De ruimtelijke patronen wisselen van jaar tot jaar en verschillen tussen vrouwen en mannen. Voor 'totaal hartvaatziekten', 'bovenste luchtwegaandoeningen' en 'acute luchtweginfecties' is er in enkele gebieden wel sprake van enige consistentie in het patroon in de tijd, voor zowel mannen als vrouwen. Duidelijke clustering rond de luchthaven lijkt bij deze aandoeningen niet op te treden. Ziekenhuisgegevens uit de Landelijke Medische Registratie zijn momenteel niet geschikt voor monitoring van hartvaatziekten en luchtwegaandoeningen rond Schiphol. Resultaten van de andere deelonderzoeken naar hartvaatziekten en luchtwegaandoeningen die in het kader van EMSO worden uitgevoerd zullen moeten aangeven of verdere ontwikkeling van de Landelijke Medische Registratie als monitoringsinstrument gewenst is of dat andere registraties of onderzoeken daar beter geschikt voor zijn.<br>
    Thumbnail

    Mogelijkheden en onmogelijkheden voor een monitoringsprogramma Luchtverontreiniging - Gezondheid

    Fischer PH (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-07-31)
    Afzonderlijke monitoringsprogramma's zijn getoetst aan de uitkomsten van een werkbijeenkomst over mogelijke luchtverontreiniging-gezondheid monitoringsactiviteiten op het RIVM. De mogelijkheden om de relatie luchtverontreiniging - gezondheid te monitoren blijken gering te zijn omdat monitoring van blootstelling aan en effecten van luchtverontreiniging sterk wordt gecompliceerd door de aspecificiteit van de gezondheidseffecten die door luchtverontreiniging zouden kunnen worden veroorzaakt. Dit maakt het dat slechts gerichte monitoringsactiviteiten haalbaar worden geacht om aan de eisen van een programma tegemoet te komen. Tot de haalbaar geachte activiteiten behoren: (1) het monitoren van specifieke situaties, zoals voor/na meting van blootstelling en veronderstelde effecten bij grote infrastructurele werken, (2) jaarlijkse modellering van (trends in) populatieblootstellingen aan regulier in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit gemeten componenten, (3) jaarlijkse schattingen van het actuele populatierisico van blootstelling aan een aantal componenten aan de hand van dosis-respons relaties, (4) 5 jaarlijkse periodieke updating van de blootstellings - respons relaties door statistische analyse van gezondheidsstatistieken en luchtverontreinigingsgegevens, (5) gebruik van literatuurinformatie en periodieke beoordeling hiervan op relevantie voor de relatie luchtverontreiniging - gezondheid. In overleg met de opdrachtgever zullen deze activiteiten in het MAP '99 e.v. opgenomen kunnen worden.<br>
    Thumbnail

    Het project Monitoring Risicofactoren en Gezondheid Nederland (MORGEN-project) Jaarverslag 1997

    Blokstra A; Seidell JC; Smit HA; Bueno de Mesquita HB; Verschuren WMM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-12-17)
    In het onderzoeksproject Monitoring Risicofactoren en Gezondheid in Nederland (het "MORGEN-project") wordt de gezondheidssituatie en het voorkomen van risicofactoren gemeten in een steekproef van de Nederlandse bevolking gedurende de periode 1993 tot en met 1997. In het onderzoeksjaar 1997 zijn circa 3900 mannen en vrouwen in de leeftijd van 20-59 jaar onderzocht door de GGD'en in Amsterdam, Doetinchem en Maastricht. Bij deze personen werden onder meer bloeddruk, gewicht en lichaamsomtrek gemeten, bloed afgenomen (voor totaal en HDL-cholesterol en glucose) en de longfunctie bepaald. Tevens werden een aantal vragen afgenomen. De geschatte prevalentie van diabetes mellitus op grond van de nieuwe Amerikaanse richtlijnen is 4%. Hypertensie komt voor bij circa 8% van de mannen en 6% van de vrouwen. Ernstig overgewicht (obesitas) komt bij 8% van de mannen en 10% van de vrouwen voor. Een te hoog cholesterolgehalte komt voor bij ruim 8% van de respondenten. Het percentage sigarettenrokers was 41% bij mannen en 35% bij vrouwen. Inactiviteit tijdens de vrije tijd werd gerapporteerd bij ruim 40%. Het percentage volwassenen met overgewicht, hypertensie of een te hoog cholesterol en het percentage volwassenen dat rookt is daarmee vergelijkbaar met de percentages van 1996.<br>
    Thumbnail

    The chronic diseases modelling approach

    Hoogenveen RT; de Hollander AEM; van Genugten MLL (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1998-05-31)
    Een wiskundige modelstructuur wordt beschreven waarmee veranderingen van de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking gesimuleerd kunnen worden. Het model is gebaseerd op het concept van demografische en epidemiologische processen (gebeurtenissen) en is afgeleid van de overlevingstafel. De bevolking wordt verdeeld over verschillende mogelijke toestanden, namelijk voor onderscheiden risicofactoren in verschillende klassen en voor onderscheiden ziekten in een of meer stadia. Toestandsveranderingen zijn mogelijk ten gevolge van geboorte, veroudering, migratie, sterfte, verandering van risicofactor-klasse, incidentie, voortschrijding van de ziekte en remissie. De belangrijkste modelparameters zijn initiele bevolkingsaantallen, initiele risicofactor en ziekte-prevalentiefracties, eenjaars overgangskansen tussen de risicofactor-klassen en ziektestadia, en risicofactor-oorzaak-specifieke relatieve risico's. Het model wordt gebruikt om de gezondheidseffecten door te rekenen van mogelijke beleidsmaatregelen, interventies etc. Enkele voorbeelden worden beschreven van verschillende modeltoepassingen: een vergelijking van trendextrapolaties en modelmatige vooruit-berekeningen voor oorzaak-specifieke sterfte, en een vergelijking van de effectiviteit van verschillende mogelijke anti-roken en meer-bewegen campagnes.<br>
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.