• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects02 (9)conjunctivitis (3)effects (3)oseltamivir (3)pluimvee (3)View MoreAuthors
    MGO (12)
    Kamst RA (5)van der Velden PG (5)Bosman A (4)CIE (4)View MoreYear (Issue Date)
    2004 (12)
    Types
    Onderzoeksrapport (12)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 12

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 12CSV
    • 12RefMan
    • 12EndNote
    • 12BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Avian Flu Epidemic 2003: Public health consequences. Executive summary

    Bosman A; Mulder YM; de Leeuw JRJ; Meijer A; Du Ry van Beest Holle M; Kamst RA; van der Velden PG; Conyn-van Spaendonck MAE; Koopmans MPG; Ruijten MWMM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-12-20)
    Beleidssamenvatting Vogelpest Epidemie 2003: gevolgen voor de volksgezondheid.Risicofactoren, gezondheid, welbevinden, zorgbehoefte en preventieve maatregelen tijdens de bestrijding van Aviaire Influenza H7N7 in Nederland.Naar schatting minimaal duizend mensen zijn tijdens de vogelpest epidemie in 2003 besmet met het vogelpest virus. Eenderde van de pluimveehouders met een geruimd bedrijf meldde stressreacties, vermoeidheid en depressieve klachten. De grootschalige verspreiding onderstreept het belang van maatregelen tegen overdracht van het vogelpestvirus van pluimvee naar de mens bij contact met besmet pluimvee. De mogelijke onzekerheid, stress en spanningsklachten samenhangend met de bestrijding van de vogelpest epidemie vereisen specifieke zorg.Er meldden zich 453 personen met gezondheidsklachten, voornamelijk oogvliesontsteking. Antistoffen werden ook aangetroffen bij 59% van huisgenoten van bestrijders die een infectie met vogelpestvirus doormaakten. Circa 50% van de 500 onderzochte personen die tijdens de epidemie contact hadden met besmet pluimvee had antistoffen tegen vogelpestvirus.Pluimveehouders en bestrijders leefden de preventieve maatregelen slecht na. Het antivirale middel oseltamivir bleek te beschermen tegen besmetting, mond-neus maskers niet. De aandacht voor de begeleiding van pluimveehouders en andere betrokkenen en voor de informatie over en de bejegening tijdens de ruimingen hebben behoorlijk gewerkt. Extern ingehuurde dierenartsen ervoeren hun werkzaamheden vaker als emotioneel belastend dan andere betrokken beroepsgroepen.Circa een kwart van de pluimveehouders met geruimde bedrijven heeft zorgen om het voortbestaan van het bedrijf en de sector, 16% had behoefte aan aanvullende ondersteuning, hulp of zorg vanwege de vogelpest. Daarvoor benaderden zij de agro-hulpverlening en de huisarts, en minder vaak de geestelijke gezondheidszorg.
    Thumbnail

    Hinder door milieufactoren en de beoordeling van de leefomgeving in Nederland. Inventarisatie Verstoringen 2003

    Franssen EAM; Dongen JEF van; Ruysbroek JMH; Vos H; Stellato R (TNO-Inro, 2004-10-11)
    Naar schatting zijn 3,7 miljoen Nederlanders van 16 jaar en ouder (29%) ernstig gehinderd door het geluid van wegverkeer. Na wegverkeer veroorzaken vliegverkeer en buren het vaakst ernstige hinder (beide 12%). Bromfietsen staan met 19% ernstige hinder op de eerste plaats in de top tien van meest hinderlijke geluidbronnen. Op de tweede en derde plaats volgen motoren (11% ernstige hinder) en vrachtauto's (10% ernstige hinder). Ernstige hinder door het geluid van bromfietsen, snelwegen en bouw- en sloopterreinen vertoont vanaf 1993 een stijgende trend. Voor militaire vliegtuigen, personenauto's en bussen is er sprake van een dalende trend. Brommers zijn naast geluidhinder ook de belangrijkste bron van slaapverstoring. Bij 7% van de respondenten wordt de slaap ernstig verstoord door het geluid van brommers. Naast geluid blijkt met name het (roekeloos en luidruchtig) gedrag van bromfietsrijders een belangrijke hinderbron. Dit zijn enkele bevindingen uit een periodiek landelijk onderzoek naar de verstoringen van de leefomgeving. Er is ook gevraagd naar de tevredenheid met de woonomgeving. Nederlanders zijn in het algemeen tevreden met hun woning en woonomgeving. Deze wordt beoordeeld met een gemiddelde van 7,7 op een schaal van 0-10. Het meest ontevreden is men over de parkeergelegenheden in de buurt (18%), het openbaar vervoer (16%) en de ruimte voor speelgelegenheid in de buurt (12%). Ten opzichte van de vorige peiling in 1998 is de tevredenheid over de woning en de woonomgeving toegenomen.
    Thumbnail

    Kwaliteit van de leefomgeving en leefbaarheid; Naar een begrippenkader en conceptuele inkadering

    Leidelmeijer K; van Kamp I (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-05-04)
    Het RIVM heeft in samenwerking met RIGO Research en Advies BV (Amsterdam) een uitgebreid literatuuronderzoek verricht (Leidelmeijer, van Kamp, 2002) met als doel de verschillende concepten met betrekking tot leefomgevingskwaliteit en de relaties hiertussen te identificeren en te beschrijven tegen hun theoretische achtergrond. Dit rapport vat de uitkomsten van deze literatuurstudie samen. De ontwikkeling van de centrale concepten wordt geplaatst tegen het bredere kader van maatschappelijke ontwikkeling. Een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste (typen van) concepten van leefbaarheid, omgevingskwaliteit, kwaliteit van leven en duurzaamheid en presenteert voorbeelden van onderliggende conceptuele modellen. De verschillende noties en concepten worden vergeleken op de dimensies van domein, indicator, schaal-niveau, tijdpad en context, zoals beschreven door Pacione. Geconcludeerd wordt dat voor de vooruitgang op dit terrein een begrippen kader met betrekking tot omgevingskwaliteit en kwaliteit van leven, dat het niveau van de verschillende disciplines overstijgt, noodzakelijk is. Voor de ondersteuning van de beleidsbehoeften en beleidsdoelen van het NMP4 en het MILO project is een aantal onderzoeksrichtingen geidentificeerd.
    Thumbnail

    Environmental (in)equity in the Netherlands - A case study on the distribution of environmental quality in the Rijnmond region

    Kruize H; Bouwman AA (2004-09-27)
    Als onderdeel van een breder onderzoek naar milieu en sociale ongelijkheid in Nederland is een verkennend casusonderzoek uitgevoerd naar de sociaal-economische verdeling van (ervaren) milieukwaliteit in de regio Rijnmond. Verschillen in milieukwaliteit tussen postcodegebieden met een verschillend inkomensniveau zijn geanalyseerd voor geluid, luchtverontreiniging, beschikbaarheid van groen, veiligheidsrisico's en aanwezigheid van afvalverwerkingsbedrijven, zowel voor de afzonderlijke aspecten als gecumuleerd. Verder is ervaren milieukwaliteit van bewoners vastgesteld en geanalyseerd op ruimtelijke en inkomensverschillen en de relatie van beleving met 'objectieve' milieukwaliteit. Dit is gedaan op basis van recente literatuur en bestaande nationale en regionale gegevensbestanden. Er bleken verschillen in lokale milieukwaliteit te bestaan tussen postcodegebieden met een verschillend inkomensniveau, met name voor luchtverontreiniging en beschikbaarheid van groen. Ook bleek stapeling van positieve milieu-aspecten vaker voor te komen in hogere inkomensgebieden dan in lagere inkomensgebieden. Daarnaast noemden Rotterdammers vuil op straat en hondenpoep als grootste milieuproblemen. Alle inkomenscategorieen ervoeren hinder, maar van verschillende, vaak locatiespecifieke bronnen. Gezien deze resultaten is het voor beleidsmakers van belang in hun beleid aandacht te besteden welke uitwerking deze heeft voor verschillende inkomensgroepen.
    Thumbnail

    Gezondheid Getroffenen vier jaar na de Vuurwerkramp Enschede

    Grievink L; van der Velden PG; Christiaanse B; van den Berg B; Stellato RK; Roskam AJ; Drogendijk AN; Kamst RA; Dorresteijn AM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-11-05)
    Gezondheid getroffenen vier jaar na de vuurwerkramp Enschede.Bij de groep getroffen bewoners met zware schade aan het huis zet het herstel van de gezondheidsklachten niet door in de periode van 18 maanden tot 4 jaar na de ramp. De aanwezige gezondheidsklachten zijn chronisch van aard. Getroffen reddingswerkers rapporteerden vier jaar na de ramp niet eenduidig meer gezondheidsklachten of problemen op het werk dan niet-getroffen reddingswerkers.De aanwezigheid van chronische klachten bij bepaalde groepen getroffen bewoners is van belang voor de zorgverleners in Enschede. Zij kunnen hun nazorgactiviteiten specifiek op deze groepen richten.Autochtone bewoners met zware schade aan het huis rapporteerden 1,5 tot 2 keer zo vaak gezondheidsklachten als de niet-getroffen autochtonen uit Tilburg. Autochtone getroffenen zonder zware schade aan het huis hadden nauwelijks meer klachten dan de autochtonen uit Tilburg. Allochtone getroffenen rapporteerden 1,5 tot 3 keer meer gezondheidsklachten dan de niet-getroffen allochtonen uit Tilburg, ongeacht of ze wel of geen zware schade aan het huis hadden.In 80-90% van alle getroffen bewoners met gezondheidsklachten vier jaar na de ramp bleken deze klachten chronisch te zijn; zij rapporteerden deze klachten ook al op eerdere onderzoeken. Alhoewel sommige getroffen groepen bewoners nog problemen op het werk hadden, zaten getroffen bewoners vier jaar na de ramp niet vaker in de WAO dan de niet-getroffenen uit Tilburg. Van de getroffen bewoners met psychische klachten heeft 70-83% contact gehad met de GGZ in de afgelopen vier jaar. Een minderheid van 25-40% heeft nu nog contact.
    Thumbnail

    Beleidssamenvatting Vogelpest Epidemie 2003: Gevolgen voor de volksgezondheid

    Bosman A; Mulder YM; de Leeuw JRJ; Meijer A; Du Ry van Beest Holle M; Kamst RA; van der Velden PG; Conyn-van Spaendonck MAE; Koopmans MPG; Ruijten MWMM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-10-12)
    Beleidssamenvatting Vogelpest Epidemie 2003: gevolgen voor de volksgezondheid.Risicofactoren, gezondheid, welbevinden, zorgbehoefte en preventieve maatregelen tijdens de bestrijding van Aviaire Influenza H7N7 in Nederland.Naar schatting minimaal duizend mensen zijn tijdens de vogelpest epidemie in 2003 besmet met het vogelpest virus. Eenderde van de pluimveehouders met een geruimd bedrijf meldde stressreacties, vermoeidheid en depressieve klachten. De grootschalige verspreiding onderstreept het belang van maatregelen tegen overdracht van het vogelpestvirus van pluimvee naar de mens bij contact met besmet pluimvee. De mogelijke onzekerheid, stress en spanningsklachten samenhangend met de bestrijding van de vogelpest epidemie vereisen specifieke zorg.Er meldden zich 453 personen met gezondheidsklachten, voornamelijk oogvliesontsteking. Antistoffen werden ook aangetroffen bij 59% van huisgenoten van bestrijders die een infectie met vogelpestvirus doormaakten. Circa 50% van de 500 onderzochte personen die tijdens de epidemie contact hadden met besmet pluimvee had antistoffen tegen vogelpestvirus.Pluimveehouders en bestrijders leefden de preventieve maatregelen slecht na. Het antivirale middel oseltamivir bleek te beschermen tegen besmetting, mond-neus maskers niet. De aandacht voor de begeleiding van pluimveehouders en andere betrokkenen en voor de informatie over en de bejegening tijdens de ruimingen hebben behoorlijk gewerkt. Extern ingehuurde dierenartsen ervoeren hun werkzaamheden vaker als emotioneel belastend dan andere betrokken beroepsgroepen.Circa een kwart van de pluimveehouders met geruimde bedrijven heeft zorgen om het voortbestaan van het bedrijf en de sector, 16% had behoefte aan aanvullende ondersteuning, hulp of zorg vanwege de vogelpest. Daarvoor benaderden zij de agro-hulpverlening en de huisarts, en minder vaak de geestelijke gezondheidszorg.
    Thumbnail

    Vogelpest Epidemie 2003: Gevolgen voor de volksgezondheid.

    Bosman A; Mulder YM; de Leeuw JRJ; Meijer A; Du Ry van Beest Holle M; Kamst RA; van der Velden PG; Conyn-van Spaendonck MAE; Koopmans MPG; Ruijten MWMM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-10-12)
    Vogelpest Epidemie 2003: gevolgen voor de volksgezondheid.Risicofactoren, gezondheid, welbevinden, zorgbehoefte en preventieve maatregelen tijdens de bestrijding van Aviaire Influenza H7N7 in Nederland.Naar schatting minimaal duizend mensen zijn tijdens de vogelpest epidemie in 2003 besmet met het vogelpest virus. Eenderde van de pluimveehouders met een geruimd bedrijf meldde stressreacties, vermoeidheid en depressieve klachten. De grootschalige verspreiding onderstreept het belang van maatregelen tegen overdracht van het vogelpestvirus van pluimvee naar de mens bij contact met besmet pluimvee. De mogelijke onzekerheid, stress en spanningsklachten samenhangend met de bestrijding van de vogelpest epidemie vereisen specifieke zorg.Er meldden zich 453 personen met gezondheidsklachten, voornamelijk oogvliesontsteking. Antistoffen werden ook aangetroffen bij 59% van huisgenoten van bestrijders die een infectie met vogelpestvirus doormaakten. Circa 50% van de 500 onderzochte personen die tijdens de epidemie contact hadden met besmet pluimvee had antistoffen tegen vogelpestvirus.Pluimveehouders en bestrijders leefden de preventieve maatregelen slecht na. Het antivirale middel oseltamivir bleek te beschermen tegen besmetting, mond-neus maskers niet. De aandacht voor de begeleiding van pluimveehouders en andere betrokkenen en voor de informatie over en de bejegening tijdens de ruimingen hebben behoorlijk gewerkt. Extern ingehuurde dierenartsen ervoeren hun werkzaamheden vaker als emotioneel belastend dan andere betrokken beroepsgroepen.Circa een kwart van de pluimveehouders met geruimde bedrijven heeft zorgen om het voortbestaan van het bedrijf en de sector, 16% had behoefte aan aanvullende ondersteuning, hulp of zorg vanwege de vogelpest. Daarvoor benaderden zij de agro-hulpverlening en de huisarts, en minder vaak de geestelijke gezondheidszorg.
    Thumbnail

    Bijlagen bij: Vogelpest Epidemie 2003: Gevolgen voor de volksgezondheid

    Bosman A; Mulder YM; de Leeuw JRJ; Meijer A; Du Ry van Beest Holle M; Kamst RA; van der Velden PG; Conyn-van Spaendonck MAE; Koopmans MPG; Ruijten MWMM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-10-12)
    Bijlagen bij:Vogelpest Epidemie 2003: gevolgen voor de volksgezondheid.Risicofactoren, gezondheid, welbevinden, zorgbehoefte en preventieve maatregelen tijdens de bestrijding van Aviaire Influenza H7N7 in Nederland
    Thumbnail

    Application of principal component analysis to time series of daily air pollution and mortality

    Quant C; Fischer P; Buringh E; Ameling C; Houthuijs D; Cassee F (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-02-24)
    De vraagstelling van het onderzoek was of er een de relatie te leggen is tussen dagelijkse sterfte in de Nederlandse bevolking en specifieke bronnen van grootschalige luchtverontreiniging. Op basis van bestaande datareeksen over de periode 1993-1998 van dagelijkse sterftestatistieken en dagelijkse luchtverontreingingsniveaus, konden vijf factoren van luchtverontreiniging worden geidentificeerd. De geidentificeerde factoren waren gerelateerd aan de volgende bronnen: verkeer, secundair anorganisch aerosol, bio-industrie, industrie en fotochemische luchtverontreiniging. Deze vijf bronnen zijn vervolgens geanalyseerd in relatie tot de dagelijkse sterfte. Alle onderzochte bronfactoren bleken gerelateerd te zijn aan de dagelijkse sterftegegevens, waarbij er geen voorkeur werd gevonden voor een specifieke bronfactor. De sterkste associaties werden gevonden voor de industriele factor en voor de fotochemische factor. Voor de andere factoren werden eveneens significante associaties gevonden, maar met een lager relatief risico. Alhoewel met principale componenten analyse dus meer inzicht is verkregen in de rol van de afzonderlijke bronnen in het gehele mengsel van luchtverontreiniging konden op basis van de resultaten van het onderzoek, geen specifieke bronnen van grootschalige luchtverontreiniging worden aangegeven die van relatief groter belang zijn voor de gezondheidsschade dan andere bronnen. De resultaten suggereren juist dat alle geidentificeerde bronnen een bijdrage leveren aan de aan grootschalige luchtverontreiniging gerelateerde dagelijkse sterfte.
    Thumbnail

    Handhaving door de VROM Inspectie gericht op gezondheid in het kader van VROM beleid; Informatie over aangrijpingspunten voor handhaving

    Schols E; van Bruggen M; Dusseldorp A; Houweling DA (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2004-12-17)
    In het Actieprogramma Gezondheid en Milieu (april 2002) staat dat VROM en VWS onderzoek zullen doen naar die aspecten waar handhaving kan bijdragen aan het behalen van gezondheidswinst (actienummer 15). De opdracht tot het onderhavige onderzoek is in dit kader gegeven. Doel van deze opdracht is dat de VROM-Inspectie meer inzicht krijgt in haar mogelijkheden de gezondheid van de mensen in Nederland te bevorderen. Dit onderzoek heeft hieraan bijgedragen door alle thema's op een rij te zetten waarvoor VROM beleid is en die effecten op de volksgezondheid kunnen hebben. Vervolgens is in een vast stramien informatie gegeven over de geschatte of gemeten omvang van gezondheids-effecten, de doelgroepen of activiteiten waardoor het probleem optreedt, en de wettelijke aangrijpings-mogelijkheden voor de VROM-Inspectie. De omvang van de gezondheidseffecten is beschreven door aan te sluiten bij het Beoordelingskader Gezondheid en Milieu. Het schaalniveau om de omvang van de gezondheidseffecten in kaart te brengen was heel Nederland. Naast informatie over de thema's was het verzoek van de opdrachtgever de thema's te ranken naar grootte van de omvang. Enkele beschikbare methoden om een weging naar grootte van de omvang zijn gekvalueerd. De DALY - een samengestelde maat om het verlies aan gezonde levensjaren in uit te drukken - en de zogenaamde GES-methode zijn met name beschouwd. Voor de gegenereerde informatie bleek er geen methode beschikbaar om de verscheidenheid in gezondheidseffecten naar omvang te kunnen wegen.
    • 1
    • 2
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.