• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    emissie (7)
    emission (7)
    nederland (4)netherlands (4)statistical data (4)View MoreAuthors
    LAE (7)
    Amstel AR van (2)Matthijsen AJCM (2)ACT (1)Annema JA (1)View MoreYear (Issue Date)
    1995 (7)
    TypesOnderzoeksrapport (5)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-7 of 7

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 7CSV
    • 7RefMan
    • 7EndNote
    • 7BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Greenhouse Gas Emissions in the Netherlands. Methodology and data for 1993 and provisional data for 1994

    Amstel AR van (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-09-30)
    This report was written at the request of the Dutch Ministry of Housing, Physical Planning and Environment to comply with the European Unions Greenhouse Gas Monitoring Mechanism (Council Decision 93/389/EEC). The member states of the European Community have adopted the objective of stabilising CO2 emissions in the Community as a whole by 2000 at 1990 levels. The monitoring mechanism provides a means whereby the Commission can monitor progress towards this target on the basis of annual emission inventories supplied by the member states and national programmes which set out emission trajectories and policy measures to limit CO2 or to increase sinks. It also requires member states to report inventories of other greenhouse gases. Under the monitoring mechanism each member state reports its greenhouse gas emissions by the 31st of July each year. By each reporting deadline member states should supply inventories based on provisional data for the previous year and final data for the year previous to that. The first submission of provisional inventories in 1995 should also include data for the base year 1990. A review will be carried out under the responsibility of the European Commission. This report is also written to comply with the obligations under the United Nations Framework Convention on Climate Change. The inventory is compatible with the reporting requirements under the United Nations Framework Convention on Climate Change. It contains a greenhouse gas emissions inventory for the years 1993 and 1994, together with a short description of how the internationally adopted IPCC Guidelines have been applied in the Netherlands. Temperature corrected carbon dioxide emissions in 1993 and emissions of methane and nitrous oxide were slightly higher than 1990. A dip in the economic development especially in the chemical industry sector prevented a further growth in emissions. Provisional data for 1994 suggest a significant increase in carbon dioxide emissions due to the prosperous economic developments. Energy efficiency improvements prevented an even further growth in emissions.
    Thumbnail

    Gebruik en emissies van CFK's en aanverwante stoffen in Nederland in 1993 en 1994

    Matthijsen AJCM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-11-30)
    Use and emissions in the Netherlands of CFCs, HCFCs, HFCs, tetrachloromethane, 1,1,1-trichloroethane, methyl bromide en halones in 1993 and 1994. The use and emissions of CFCs, halons, tetrachloromethane and 1,1,1,-trichloroethane are decreasing. In view of the ban on CFCs (per 1 January 1995), halons (per 1 March 1994) and 1,1,1-trichloroethane (per 1 January 1996), the only possible sources of emissions, besides production for third world countries, are current stockpiles ; no new compounds will be produced. The emissions of these substances will therefore sharply decrease in the coming years and will only issue from mainly foam and, to a limited extent, from installations (fire extinguishers and cold storage). The use of HCFCs as subsitutes for CFCs is still on the increase. According to European legislation there is a ceiling placed on their use until 2003 ; this will be followed by a phasing-out, ending with a ban on their use in 2015. Possible substitutes for HCFCs are HFCs. In contrast to HCFCs, HFCs do not break down the ozone layer but make a larger contribution to the greenhouse effect. Little is known about the use and emissions of HFCs. Particularly the future use of the latter demands further investigation.
    Thumbnail

    Integrated Criteria Document Mercury

    Slooff W; van Beelen P; Annema JA; Janus JA (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-01-31)
    Onderhavig document omvat gegevens over kwik inzake de bronnen en verspreiding en de risico's op basis van afweging van blootstellingsniveaus en schadelijke concentraties. Tevens worden de autonome ontwikkelingen in de emissies geschetst en inzicht gegeven in de mogelijke aanvullende technische maatregelen voor verdere emissiereductie. De emissie naar het milieu door Nederlandse bronnen bedraagt enkele tonnen per jaar. De bijdrage aan de kwikbelasting vanuit het buitenland is groot. Voor het oppervlakte-water wordt deze geschat op 75%. Ook de depositie wordt vooral bepaald door het achtergrondniveau en vormt de belangrijkste belasting van de bodem in Nederland. Op basis van de gegevens in dit document wordt geconcludeerd dat de huidige en toekomstige blootstellingsniveaus voor de mens op een toelaatbaar risiconiveau liggen. Met betrekking tot de water- en (water)bodemecosystemen en de daarvan afhankelijke hogere predatoren zijn er aanwijzingen dat de bestaande risico's beperkt zijn, met de kanttekening dat de risicoschatting grote onzekerheden kent. De afgeleide MTR-waarden liggen op een vergelijkbaar niveau als de grenswaarden. De grenswaarden worden in het aquatisch milieu op veel plaatsen overschreden ; terugdringen van het risico zal door emissie-reducties weliswaar plaatsvinden, maar het is onzeker of de gestelde emissie-doelstellingen worden gehaald. In het terrestrisch milieu is normoverschrijding minder evident ; hier geldt echter het probleem dat de emissiedoelstelling niet zal worden gehaald en er sprake blijft van accumulatie van kwik in de bodem.<br>
    Thumbnail

    Produktie van stikstofkunstmest

    Montfoort JA (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 1995-10-31)
    This document on production of nitrogen fertilizers has been published within the SPIN project. In this project information has been collected on industrial plants or industrial processes to afford support to governmental policy on emission reduction. This document contains information on the processes, emission sources, emissions to air and water, waste, emission factors, use of energy and energy factors, emission reduction, energy conservation, research on clean technology and standards and licences.<br>
    Thumbnail

    Gebruik en emissies van CFK&apos;s en aanverwante stoffen in Nederland in 1993 en 1994

    Matthijsen AJCM (1995-11-30)
    Voor 1993 en 1994 zijn het gebruik en de emissies, per doelgroep, in Nederland in kaart gebracht voor CFK's, HCFK's, HFK's, tetrachloormethaan, 1,1,1-trichloorethaan, methylbromide en halonen. Het gebruik en de emissies van CFK's, halonen, tetrachloormethaan en 1,1,1-trichloorethaan neemt af. Gezien de verboden voor CFK's (per 1 januari 1995), halonen (per 10 maart 1994) en 1,1,1-trichloorethaan (per 1 januari 1996) kunnen, behalve bij de produktie voor derde wereldlanden, uitsluitend bestaande voorraden nog bronnen van emissies zijn, er komen in de toekomst geen nieuwe stoffen meer bij. De emissies van deze stoffen zullen dus in de komende jaren sterk afnemen en alleen nog afkomstig zijn van met name schuim en in beperkte mate uit installaties (brandblussers en koeling). Het gebruik van HCFK's, als vervangers voor CFK's neemt nog steeds toe. Volgens Europese wetgeving is het gebruik tot 2003 aan een plafond gebonden. Daarna volgt uitfasering met een verbod op het gebruik in 2015. Mogelijke vervangers voor HCFK's zijn HFK's. HFK's tasten, in tegenstelling tot HCFK's, de ozonlaag niet aan, maar leveren een grotere bijdrage aan het broeikaseffect. Over het gebruik en de emissies van HFK's is weinig bekend. Met name het toekomstig gebruik dient uitgezocht te worden.
    Thumbnail

    Greenhouse Gas Emissions in the Netherlands. Methodology and data for 1993 and provisional data for 1994

    Amstel AR van (1995-09-30)
    Dit rapport is geschreven op verzoek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, afdeling Klimaatverandering om te voldoen aan de verplichtingen in het kader van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen, volgens besluit van de Milieuraad van de Europese Unie van 24 juni 1993 (93/389/EEC). De lidstaten van de Europese Unie hebben afgesproken de totale CO2 emissie van de Europese Unie te stabiliseren in 2000 ten opzichte van 1990. Het bewakingsmechanisme biedt de Commissie de mogelijkheid vorderingen op weg naar dit doel te volgen op basis van een jaarlijkse inventarisatie van broeikasgasemissies. Deze rapportage bevat een korte beschrijving van de methoden zoals toegepast in Nederland, de definitieve cijfers voor 1993 en de voorlopige cijfers voor 1994. Tevens zijn cijfers voor het basisjaar 1990 gegeven. De rapportage is conform de internationaal afgesproken IPCC guidelines. De rapportage is gebaseerd op de Milieubalans cijfers, maar levert op een aantal plaatsen meer details. Daarnaast wordt de CO2-emissie in de Milieubalans volgens de bruto NMP-methode gegeven, terwijl deze hier volgens de internationaal aanvaarde IPCC methode is bepaald. Temperatuur gecorrigeerde kooldioxide emissies en emissies van methaan en lachgas in 1993 waren iets hoger dan in 1990. Een kleine dip in de economische groei, vooral in de chemie, voorkwam dat de emissies verder groeiden. Voorlopige cijfers voor 1994 suggereren een significante groei in de kooldioxide emissies, hetgeen samenhangt met een voorspoedige economische ontwikkeling.
    Thumbnail

    Modelling of soil emissions of nitrous oxide for global studies

    Bouwman AF; Dam D van; Hoek KW van der; Olivier JGJ; Taylor JA (1995-01-31)
    In deze studie zijn inventarisaties met een resolutie van 1 graad maal 1 graad gemaakt van emissies door bodems onder natuurlijke vegetatie, bemeste landbouwgronden, graslanden, dierlijke mest, verbranden van biomassa, ontbossing, mobiele en stationaire verbranding, en industriele bronnen. De inventarisatie stemt overeen met de schattingen gemaakt met inverse modellering. Voor een aantal locaties in de Atlantische Zone in Costa Rica is een N-balans opgesteld voor de situatie voor en na ontbossing. Het grootste deel van de bodemstikstof die wordt gemineraliseerd gaat verloren door denitrificatie. Uit de mondiale schatting van de toename van de N2O-emissie door denitrificatie die gedurende enige jaren optreedt na ontbossing blijkt dat deze bron aanzienlijk bijdraagt aan de toename van de N2O-concentratie in de atmosfeer. Maandelijkse schattingen van mondiale N2O-emissies met 1 graad maal 1 graad resolutie werden gebruikt als invoer voor een drie-dimensionaal atmosferisch transportmodel. De gesimuleerde concentratie voor het Noordelijk halfrond (NH) van ongeveer 1 ppb hoger dan op het Zuidelijk halfrond (ZH) stemt overeen met gemeten waarden. De voorspelde concentraties in de zomer boven de continenten op het NH waren hoger dan in de winter. In de atmosferische metingen is echter geen seizoens-variatie zichtbaar. Op het ZH vertoonden de voorspelde concentraties vrijwel geen seizoensverschillen, hetgeen overeenstemt met de atmosferische metingen. Omissie van mogelijke consumptie van N2O en emissies gedurende de winter, lente en herfst in gematigde streken, en mogelijke onderschatting van de N2O-emissie door verbranding van fossiele brandstoffen in de winter op het NH, zijn wellicht de oorzaak van overschatting van de seizoensverschillen in emissies. Mogelijk is er geen seizoensvariatie in de metingen, omdat de meetlocaties ver verwijderd zijn van de continentale brongebieden. Het is ook mogelijk dat kleine verschillen niet kunnen worden waargenomen met de bestaande meettechnieken voor N2O-concentraties.
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.