• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjectsassessment (31)
    toetsing (31)
    04 (15)environment (12)milieu (12)View MoreAuthorsMNV (16)Howarth A (8)Pearce DW (8)CSR (5)Haan BJ de (5)View MoreYear (Issue Date)
    2001 (31)
    Types
    Onderzoeksrapport (31)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-10 of 31

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 31CSV
    • 31RefMan
    • 31EndNote
    • 31BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Bouwstenen voor het NMP4; Aanvulling op de Nationale Milieuverkenning 5

    2001-11-02
    The ambitious policy plans of the Fourth Dutch National Environmental Policy Plan (NMP4) are technologically feasible, with challenges on the political, social an institutional area. In September 2000 the Fifth Dutch National Environmental Outlook was published. It shows that several environmental problems, such as climate change, biodiversity decrease and urban air quality, will be hard to deal with in the decades to come. The NMP4 is a governmental reaction on the environmental issues posed and involves a strategic policy plan for the long term (2030). Ambitions are high: the aim is to protect in a sustainable way at least 95% of all nature in The Netherlands, as well as to abolish all environmental public health effects. Apart from these environmental health risks, several unproven health risks exist, such as radiation from cellular phones or power lines. These may pose problems in the future and therefore deserve attention as well. To realise the ambitious goals, emissions of acid substances, fine particulate matter and volatile organic compounds will have to be reduced by 70-90%. With present-day technologies and developments in technology, these percentages are hardly conceivable. The 95%-ambition with respect to protection of natural area requires a mix of generic and area-specific policy, with possible additional effect oriented measures. To deal with the effects of climate change, CO2 emissions will have to decrease by 30-50% within the following decades in Western Europe. This seems technologically feasible at relatively low costs. Main challenges are of political, institutional and social nature.
    Thumbnail

    Ecotoxicological Hazard Assessment of Genotoxic Substances

    Roex EWM; Traas TP; Slooff W (2001-10-11)
    De huidige kennis over de ecologische relevantie van mutagene stoffen wordt beschreven. Mutaties kunnen worden verdeeld in somatische en kiemcelmutaties. De huidige screeningsmethoden binnen de genotoxicologie hebben bescherming van de mens als doel, met als gevolg dat somatische mutaties het belangrijkst zijn. In het veld zijn somatische mutaties echter alleen een gevaar voor soorten met een lage reproductieve capaciteit. Deze soorten worden verwacht beschermd te worden met de huidige testen. Kiemcelmutaties lijken in dit verband relevanter, maar screening voor deze mutaties vindt niet of nauwelijks plaats. Waarschijnlik is de frequentie van deze mutaties veel lager dan die voor somatische mutaties. Kiemcelmutaties kunnen worden verdeeld in letale en niet-letale mutaties. Alleen niet-letale mutaties vormen een risico, daar zij zich in de populatie kunnen vestigen. Echter alleen als zij de fitness van het fenotype verminderen, vormen zij een reeel risico. De huidige screeningsmethoden voor somatische mutaties worden verondersteld ook te beschermen tegen overerfbare effecten. Er kan dus geconcludeerd worden dat de huidige testen waarschijnlijk als een redelijk basis dienen voor de bescherming tegen mutagene testen.
    Thumbnail

    Technical Report on Enlargement

    Jantzen J; Cofala J; Haan BJ de (2001-09-21)
    Ondanks verbeteringen van het milieu in Europa op een aantal terreinen, is een aangescherpt milieubeleid in de Europese Unie noodzakelijk om de gezondheidsschade en het natuurverlies te beperken. Een kosten-batenanalyse wijst uit dat zo'n beleid robuust is en dat de macro-economische gevolgen beheersbaar zijn. Belangrijke prioriteiten voor het EU-milieubeleid zijn klimaatverandering, stikstof-eutrofiering, fijn stof, ozon en biodiversiteit. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een internationaal studieconsortium onder leiding van het RIVM. De studie is verricht in samenwerking met EFTEC (UK), NTUA (Griekenland), IIASA (Oostenrijk). Daarnaast hebben TNO en TME bijdragen geleverd. Ook is in het kader van de studie intensief samengewerkt met het Europese Milieuagentschap in Kopenhagen. De studie is verricht op verzoek van de Europese Commissie als bijdrage voor het zesde Milieu-Actieprogramma, dat door de Europese Commissie is gepresenteerd. In de studie stonden vijf vragen centraal: Is het huidige beleid adequaat genoeg? Kan technologie de geconstateerde beleidstekorten oplossen? Zijn ambitieusere milieudoelstellingen te realiseren? Zo ja, zijn deze doelen ook in economische zin verstandig? Welke beleidsreacties en -instrumenten zijn aan te bevelen? Deze vijf vragen zijn geanalyseerd voor twaalf Europese milieuproblemen, zoals klimaatverandering, biodiversiteit en chemische risico's. De analyse bestaat uit een analyse van de kosten van vermeden schade, milieu-uitgaven, risicoschattingen, publieke opinie, sociale gevolgen en duurzaamheid. De studie bevat ook informatie over milieudoelstellingen, scenario's en beleidsopties en - maatregelen, inclusief de kosten en baten hiervan. Dit rapport is het technische achtergrondrapport dat behoort bij het hoofdrapport. Er zijn twaalf technische achtergrondrapporten opgesteld, waarvan negen een specifiek milieuprobleem behandelen (analyse van het probleem, scenarios, kosten-batenanalyse en beleidsopties). Daarnaast zijn er drie algemene achtergrondrapporten opgesteld over de macro-economische gevolgen, de uitbreiding van de EU en de gehanteerde batenmethodiek.
    Thumbnail

    Basis voor effectgerichte beoordeling?

    Slooff W; de Zwart D; Rutgers M; Tonkes M; van de Guchte C (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2001-08-15)
    In het VROM project SOMS (Strategie OMgaan met Stoffen) is de aandacht o.a. gericht op het anders omgaan met de onbekendheid met gevaren van stoffen en het deelachtig maken van het bedrijfsleven inzake het nemen van verantwoordelijkheid voor risico's van stoffen. In dat kader is de vraag gerezen of toepassing van biologische effectmetingen aan emissies en het milieu, als aanvulling op het bestaande systeem van "stof-voor-stof" beoordelingen, hierin een rol kan spelen. Op basis van een verkenning in dit rapport naar de stand der wetenschap en bestaande beleidsruimte kan deze vraag positief worden beantwoord. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen beoordeling van A)vervuilingsbronnen, waarbij de verantwoordelijkheid voor adequate uitvoering en rapportage primair bij het bedrijfsleven ligt en voor de overheid een toezichthoudende taak is weggelegd, en B) van het ontvangende milieucompartiment, waarbij uitvoering en rapportage bij de desbetreffende beherende overheidsinstantie ligt. Biologische effectbeoordeling biedt voldoende voordelen om een plaats naast de chemische stofgerichte benadering te rechtvaardigen. De techniek is beschikbaar; er moeten alleen keuzes worden gemaakt uit de scala van mogelijkheden voor effectgerichte beoordeling, alsook de wijze waarop de resultaten worden geinterpreteerd en vertaald naar het beleid. Beleidsmatig is nationaal en internationaal sprake van toenemende ruimte voor implementatie, zeker met betrekking tot effluenten en het compartiment water. Nederland loopt op dit punt niet voorop. In het kader van het waterbeleid wordt een inhaalslag verwacht, waarop het vernieuwde stoffenbeleid goed kan aansluiten.<br>
    Thumbnail

    Technical Report on Acidification, Eutrophication and Tropospheric Ozone in Europe: an integrated economic and environmental assessment

    Cofala J; Heyes C; Klimont Z; Amann M; Pearce DW; Howarth A (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2001-09-19)
    Ondanks verbeteringen van het milieu in Europa op een aantal terreinen, is een aangescherpt milieubeleid in de Europese Unie noodzakelijk om de gezondheidsschade en het natuurverlies te beperken. Een kosten-batenanalyse wijst uit dat zo'n beleid robuust is en dat de macro-economische gevolgen beheersbaar zijn. Belangrijke prioriteiten voor het EU-milieubeleid zijn klimaatverandering, stikstof-eutrofiering, fijn stof, ozon en biodiversiteit. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een internationaal studieconsortium onder leiding van het RIVM. De studie is verricht in samenwerking met EFTEC (UK), NTUA (Griekenland), IIASA (Oostenrijk). Daarnaast hebben TNO en TME bijdragen geleverd. Ook is in het kader van de studie intensief samengewerkt met het Europese Milieuagentschap in Kopenhagen. De studie is verricht op verzoek van de Europese Commissie als bijdrage voor het zesde Milieu-Actieprogramma, dat door de Europese Commissie is gepresenteerd. In de studie stonden vijf vragen centraal: Is het huidige beleid adequaat genoeg? Kan technologie de geconstateerde beleidstekorten oplossen? Zijn ambitieusere milieudoelstellingen te realiseren? Zo ja, zijn deze doelen ook in economische zin verstandig? Welke beleidsreacties en -instrumenten zijn aan te bevelen? Deze vijf vragen zijn geanalyseerd voor twaalf Europese milieuproblemen, zoals klimaatverandering, biodiversiteit en chemische risico's. De analyse bestaat uit een analyse van de kosten van vermeden schade, milieu-uitgaven, risicoschattingen, publieke opinie, sociale gevolgen en duurzaamheid. De studie bevat ook informatie over milieudoelstellingen, scenario's en beleidsopties en - maatregelen, inclusief de kosten en baten hiervan. Dit rapport is het technische achtergrondrapport dat behoort bij het hoofdrapport. Er zijn twaalf technische achtergrondrapporten opgesteld, waarvan negen een specifiek milieuprobleem behandelen (analyse van het probleem, scenarios, kosten-batenanalyse en beleidsopties). Daarnaast zijn er drie algemene achtergrondrapporten opgesteld over de macro-economische gevolgen, de uitbreiding van de EU en de gehanteerde batenmethodiek.<br>
    Thumbnail

    Environment and health within the OECD-region: lost health, lost money

    Melse JM; de Hollander AEM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2001-06-29)
    Dit rapport schat het effect van blootstelling aan milieufactoren op de gezondheid in de OESO-regio, in termen van verloren gezondheid en geld. Geschat werd dat 2-5% van de totale ziektelast gerelateerd is aan milieuverontreiniging. Voor de rijkste OESO landen werd dit gezondheidsverlies economisch gewaardeerd op 45-140 miljard US$ (of 53-160 US$ per capita; centrale schatting). Eerst is voor 16 ziekten met hoge ziektelast geschat welke fractie daarvan toe te schrijven is aan mileufactoren: OESO 2-5%, niet-OESO 8-12%, wereld 7.5-11%. Vervolgens is deze milieugerelateerde ziektelast geldelijk gewaardeerd. Het toepassen van deze percentages op de totale gezondheidsuitgaven resulteerde in een schatting van milieugerelateerde gezondheids-kosten van 45-110 miljard $ (40-100 $/capita). Omdat gezondheids-uitgaven echter vrijwel alleen morbiditeit betreffen, zijn de kosten van milieu-gerelateerde morbiditeit en mortaliteit ook apart geschat: morbiditeit met behulp van ziekte-specifieke directe ziektekosten, mortaliteit door verloren levensjaren te waarderen als BNP per capita en door 'willingness-to-pay' waarden voor sterfte gedeeld door de bijbehorende verloren levensverwachting. Tesamen resulteerde dit in de volgende schattingen van milieu-gerelateerde gezondheidskosten voor de rijkste OESO-landen: een lage schatting van 30-95 miljard $ (35-105 $/capita), een middenschatting van 45-140 miljard $ (53-160 $/capita), en een hoge schatting van 215-680 miljard $ (240-775 $/capita).<br>
    Thumbnail

    De LeefOmgevingsVerkenner: Kaartbeelden van 2030. Een verkenning van de inzet bij beleidsondersteuning

    de Nijs T; de Niet R; de Hollander G (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2001-04-02)
    In samenwerking met de Rijksplanologische Dienst is de bruikbaarheid van de LeefOmgevingsVerkenner geevalueerd. De LeefOmgevingsVerkenner wordt bij het RIVM ontwikkeld om een snelle, interactieve, integrale afweging van verschillende beleidsopties te kunnen maken. De LeefOmgevingsVerkenner simuleert de ontwikkeling van het landgebruik in Nederland tot 2030 en het effect hiervan op een set van indicatoren, gegeven demografische en economische ontwikkelingen en de plannen voor de ontwikkeling van Ecologische Hoofdstructuur. In deze studie stond de vraag centraal of het instrument interactief gebruikt zou kunnen worden ter ondersteuning van beleid met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Aan de hand van een toepassing zijn de effecten van 3 ruimtelijke beleidsvarianten geanalyseerd. De ervaringen in deze toepassing laten zien dat het instrument de mogelijkheden biedt om snel een consistent beeld van de ontwikkeling van Nederland te schetsen aan de hand van landgebruikkaarten, indicatoren en geaggregeerde indices. De analyses kunnen snel, binnen enkele dagen, worden uitgevoerd. Op basis van de ervaringen uit deze studie is een lijst met aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling en validatie van de LeefOmgevingsVerkenner opgesteld.<br>
    Thumbnail

    Technical Report on chemicals, particulate matter and human health, air quality and noise

    Smeets W; Pull A van; Eerens H; Sluyter R; Hollander G de (2001-11-19)
    Ondanks verbeteringen van het milieu in Europa op een aantal terreinen, is een aangescherpt milieubeleid in de Europese Unie noodzakelijk om de gezondheidsschade en het natuurverlies te beperken. Een kosten-batenanalyse wijst uit dat zo'n beleid robuust is en dat de macro-economische gevolgen beheersbaar zijn. Belangrijke prioriteiten voor het EU-milieubeleid zijn klimaatverandering, stikstof-eutrofiering, fijn stof, ozon en biodiversiteit. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een internationaal studieconsortium onder leiding van het RIVM. De studie is verricht in samenwerking met EFTEC (UK), NTUA (Griekenland), IIASA (Oostenrijk). Daarnaast hebben TNO en TME bijdragen geleverd. Ook is in het kader van de studie intensief samengewerkt met het Europese Milieuagentschap in Kopenhagen. De studie is verricht op verzoek van de Europese Commissie als bijdrage voor het zesde Milieu-Actieprogramma, dat door de Europese Commissie is gepresenteerd. In de studie stonden vijf vragen centraal: Is het huidige beleid adequaat genoeg? Kan technologie de geconstateerde beleidstekorten oplossen? Zijn ambitieusere milieudoelstellingen te realiseren? Zo ja, zijn deze doelen ook in economische zin verstandig? Welke beleidsreacties en -instrumenten zijn aan te bevelen? Deze vijf vragen zijn geanalyseerd voor twaalf Europese milieuproblemen, zoals klimaatverandering, biodiversiteit en chemische risico's. De analyse bestaat uit een analyse van de kosten van vermeden schade, milieu-uitgaven, risicoschattingen, publieke opinie, sociale gevolgen en duurzaamheid. De studie bevat ook informatie over milieudoelstellingen, scenario's en beleidsopties en - maatregelen, inclusief de kosten en baten hiervan. Dit rapport is het technische achtergrondrapport dat behoort bij het hoofdrapport. Er zijn twaalf technische achtergrondrapporten opgesteld, waarvan negen een specifiek milieuprobleem behandelen (analyse van het probleem, scenarios, kosten-batenanalyse en beleidsopties). Daarnaast zijn er drie algemene achtergrondrapporten opgesteld over de macro-economische gevolgen, de uitbreiding van de EU en de gehanteerde batenmethodiek.
    Thumbnail

    Technical Report on Soil Degradation in Europe: an integrated economic and environmental assessment

    Born G van den; Haan BJ de; Pearce DW; Howarth A (2001-09-21)
    Ondanks verbeteringen van het milieu in Europa op een aantal terreinen, is een aangescherpt milieubeleid in de Europese Unie noodzakelijk om de gezondheidsschade en het natuurverlies te beperken. Een kosten-batenanalyse wijst uit dat zo'n beleid robuust is en dat de macro-economische gevolgen beheersbaar zijn. Belangrijke prioriteiten voor het EU-milieubeleid zijn klimaatverandering, stikstof-eutrofiering, fijn stof, ozon en biodiversiteit. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een internationaal studieconsortium onder leiding van het RIVM. De studie is verricht in samenwerking met EFTEC (UK), NTUA (Griekenland), IIASA (Oostenrijk). Daarnaast hebben TNO en TME bijdragen geleverd. Ook is in het kader van de studie intensief samengewerkt met het Europese Milieuagentschap in Kopenhagen. De studie is verricht op verzoek van de Europese Commissie als bijdrage voor het zesde Milieu-Actieprogramma, dat door de Europese Commissie is gepresenteerd. In de studie stonden vijf vragen centraal: Is het huidige beleid adequaat genoeg? Kan technologie de geconstateerde beleidstekorten oplossen? Zijn ambitieusere milieudoelstellingen te realiseren? Zo ja, zijn deze doelen ook in economische zin verstandig? Welke beleidsreacties en -instrumenten zijn aan te bevelen? Deze vijf vragen zijn geanalyseerd voor twaalf Europese milieuproblemen, zoals klimaatverandering, biodiversiteit en chemische risico's. De analyse bestaat uit een analyse van de kosten van vermeden schade, milieu-uitgaven, risicoschattingen, publieke opinie, sociale gevolgen en duurzaamheid. De studie bevat ook informatie over milieudoelstellingen, scenario's en beleidsopties en - maatregelen, inclusief de kosten en baten hiervan. Dit rapport is het technische achtergrondrapport dat behoort bij het hoofdrapport. Er zijn twaalf technische achtergrondrapporten opgesteld, waarvan negen een specifiek milieuprobleem behandelen (analyse van het probleem, scenarios, kosten-batenanalyse en beleidsopties). Daarnaast zijn er drie algemene achtergrondrapporten opgesteld over de macro-economische gevolgen, de uitbreiding van de EU en de gehanteerde batenmethodiek.
    Thumbnail

    Technical Report on Biodiversity in Europe: an integrated economic and environmental assessment

    Brink BJE ten; Vliet AJH van; Heunks C; Haan BJ de; Pearce DW; Howarth A (2001-09-21)
    Ondanks verbeteringen van het milieu in Europa op een aantal terreinen, is een aangescherpt milieubeleid in de Europese Unie noodzakelijk om de gezondheidsschade en het natuurverlies te beperken. Een kosten-batenanalyse wijst uit dat zo'n beleid robuust is en dat de macro-economische gevolgen beheersbaar zijn. Belangrijke prioriteiten voor het EU-milieubeleid zijn klimaatverandering, stikstof-eutrofiering, fijn stof, ozon en biodiversiteit. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een internationaal studieconsortium onder leiding van het RIVM. De studie is verricht in samenwerking met EFTEC (UK), NTUA (Griekenland), IIASA (Oostenrijk). Daarnaast hebben TNO en TME bijdragen geleverd. Ook is in het kader van de studie intensief samengewerkt met het Europese Milieuagentschap in Kopenhagen. De studie is verricht op verzoek van de Europese Commissie als bijdrage voor het zesde Milieu-Actieprogramma, dat door de Europese Commissie is gepresenteerd. In de studie stonden vijf vragen centraal: Is het huidige beleid adequaat genoeg? Kan technologie de geconstateerde beleidstekorten oplossen? Zijn ambitieusere milieudoelstellingen te realiseren? Zo ja, zijn deze doelen ook in economische zin verstandig? Welke beleidsreacties en -instrumenten zijn aan te bevelen? Deze vijf vragen zijn geanalyseerd voor twaalf Europese milieuproblemen, zoals klimaatverandering, biodiversiteit en chemische risico's. De analyse bestaat uit een analyse van de kosten van vermeden schade, milieu-uitgaven, risicoschattingen, publieke opinie, sociale gevolgen en duurzaamheid. De studie bevat ook informatie over milieudoelstellingen, scenario's en beleidsopties en - maatregelen, inclusief de kosten en baten hiervan. Dit rapport is het technische achtergrondrapport dat behoort bij het hoofdrapport. Er zijn twaalf technische achtergrondrapporten opgesteld, waarvan negen een specifiek milieuprobleem behandelen (analyse van het probleem, scenarios, kosten-batenanalyse en beleidsopties). Daarnaast zijn er drie algemene achtergrondrapporten opgesteld over de macro-economische gevolgen, de uitbreiding van de EU en de gehanteerde batenmethodiek.
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.