• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    02 (8)
    gezondheid (8)
    health (8)blootstelling (3)effecten (3)View MoreAuthors
    MGO (8)
    Staatsen BAM (3)Breugelmans ORP (2)Houthuijs DJM (2)Overveld AJP van (2)View MoreYear (Issue Date)2005 (6)2003 (1)2004 (1)TypesOnderzoeksrapport (7)Briefrapport (1)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 1-8 of 8

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 8CSV
    • 8RefMan
    • 8EndNote
    • 8BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Trends in the environmental burden of disease in the Netherlands, 1980 - 2020

    Knol AB; Staatsen BAM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-08-08)
    Blootstelling aan sommige milieufactoren, zoals luchtvervuiling en geluid, kan onze gezondheid beinvloeden. Om enig inzicht te krijgen in de omvang van dit milieugerelateerd gezondheidsverlies in Nederland, zijn Disability Adjusted Life Years (DALYs) berekend voor de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging, geluid, radon, UV en vocht in huizen voor de periode 1980 tot 2020. DALYs geven een grove indicatie van het aantal verloren gezonde levensjaren in een populatie ten gevolge van ziekte of vroegtijdige sterfte (de ziektelast). Ruwweg 2 tot 5 procent van de totale ziektelast in Nederland werd in het jaar 2000 veroorzaakt door acute blootstelling aan fijn stof (PM10) en ozon, en blootstelling aan geluid, radon, (totaal) UV en vocht in huizen. Als daarbij de meer onzekere effecten van chronische blootstelling aan PM10 worden opgeteld - en geen drempelwaarde wordt aangenomen - kan dit percentage oplopen tot zo'n 13%. De relatief onzekere effecten van chronische blootstelling aan PM10 hebben binnen de onderzochte milieufactoren de grootste invloed op het totaal milieugerelateerd gezondheidsverlies in Nederland. PM10 kan hierbij gezien worden als een indicator voor een complex mengsel van luchtverontreiniging. De concentraties PM10 nemen af en daarmee waarschijnlijk ook de gezondheidseffecten. Geluidsoverlast en het daaraan gelieerde gezondheidsverlies zal waarschijnlijk in de toekomst toenemen tot een niveau waarbij de ziektelast vergelijkbaar is met de ziektelast die wordt veroorzaakt door verkeersongevallen. Deze ruwe schattingen geven geen compleet en vaststaand beeld van de milieugerelateerde ziektelast, omdat sommige data onzeker zijn, niet alle relaties tussen milieufactoren en gezondheid bekend zijn, en niet alle milieufactoren noch alle gezondheidseffecten zijn meegenomen. De effecten van de gemaakte aannames zijn geanalyseerd geschat met behulp van een onzekerheidsanalyse
    Thumbnail

    Development of Environmental Health Indicators for EU Countries

    Overveld AJP van; Staatsen BAM (2005-07-08)
    In kader van het Actieprogramma Gezondheid en Milieu wordt in Nederland gewerkt aan een nationaal milieu en gezondheid informatiesysteem. Doel van het systeem is o.a. het evalueren van (milieu-gezondheids)beleid en het vergemakkelijken van geografische vergelijkingen op het gebied van milieu en gezondheid. Op Europees niveau is de WHO ook bezig met de ontwikkeling van een milieu en gezondheid informatiesysteem. Deze pilotstudie is onderdeel van dat ontwikkelingsproces. Milieu en gezondheid indicatoren op het gebied van luchtkwaliteit, geluid, woonomgeving, verkeersongevallen, water en hygiene, chemische rampen en straling, zijn in 11 Europese landen (waaronder Nederland) getest op beschikbaarheid, kwaliteit, vergelijkbaarheid en beleidsrelevantie. De resultaten laten zien dat in Nederland betrouwbare en complete informatie beschikbaar is voor bijna alle voorgestelde indicatoren. Op basis van de internationale resultaten van de pilotstudie is een aantal indicatoren geselecteerd, waarvoor in een vervolgproject de data verzameld zullen worden. Deze indicatoren zullen onderdeel worden van het Nederlandse informatiesysteem.
    Thumbnail

    Gezondheid en beleving van de omgevingskwaliteit in de regio Schiphol: 2002 - Tussenrapportage Monitoring Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol

    Breugelmans ORP; van Wiechen CMAG; van Kamp I; Heisterkamp SH; Houthuijs DJM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-01-27)
    De (zelfgerapporteerde) ernstige hinder en slaapverstoring door vliegtuiggeluid rond de luchthaven Schiphol is tussen 1996 en 2002 afgenomen. Er is geen verband tussen blootstelling aan vliegtuiggeluid en lichamelijke of geestelijke gezondheidsklachten. Het RIVM heeft in 2002 de zelfgerapporteerde gezondheidstoestand in de regio Schiphol onderzocht, om de situatie in kaart te brengen voor de ingebruikname van de Polderbaan in 2003. Als vervolg op het onderzoek in 2002 worden jaarlijks 600 deelnemers gevraagd naar hun gezondheidstoestand en welbevinden, om de invloed van veranderingen rond Schiphol vast te stellen. Tussen 1996 en 2002 is de zelfgerapporteerde ernstige hinder en slaapverstoring door vliegtuiggeluid afgenomen. Ondanks de afname wordt vliegtuiggeluid nog altijd als belangrijkste bron van ernstige hinder en slaapverstoring aangemerkt. Het deel van de bevolking dat ernstige hinder ondervindt door geur van vliegtuigen is tussen 1996 en 2002 niet veranderd. Het merendeel van de bevolking in de regio is (zeer) tevreden met de woning en de woonomgeving. Met het geluid in de woonomgeving is slechts de helft (zeer) tevreden. Ook zijn de mening en toekomstverwachting over de buurt waarin men woont negatiever dan de landelijke referentiecijfers. In 2002 zijn relatief minder mensen bezorgd over hun veiligheid door het wonen in de buurt van Schiphol dan in 1996. Daar tegenover staat dat de bezorgdheid over gezondheidsklachten door geluid van vliegtuigen in dezelfde periode is toegenomen. Bezorgdheid onder de bevolking over veiligheid en gezondheidsklachten neemt toe naarmate men aan hogere geluidsniveaus is blootgesteld.
    Thumbnail

    Kind en milieu; inventarisatie van beleid in Nederland

    Overveld AJP van; Houweling AD (2005-12-22)
    Nederland voldoet in grote lijnen aan internationale afspraken en doet veel op het gebied van kind, milieu en gezondheid. Toch is er een aantal onderwerpen waarvoor nog onvoldoende beleid is ontwikkeld om aan de internationale afspraken te voldoen. Dit zijn: 1. kindvriendelijke stadsontwikkeling; 2. (groen)voorzieningen voor sport en spel; 3. richtlijnen bouwmaterialen en meubels; 4. beperking uitstoot verkeer en industrie; en 5. monitoring blootstelling kinderen aan stoffen. Voor een aantal onderwerpen (onder andere verbetering binnenlucht en blootstelling kinderen aan chemische stoffen) lopen op dit moment onderzoeken en kan nog niet beoordeeld worden of Nederland voldoet aan de afspraken. Dit blijkt uit een inventarisatie die gedaan is naar aanleiding van de WHO Ministersconferentie Milieu en Gezondheid in 2004 in Boedapest. Daar hebben 52 Europese milieuministers afspraken gemaakt over onderwerpen op het gebied van Milieu en Gezondheid, met speciale aandacht voor kinderen. De WHO heeft in dit kader het Children's Environment and Health Action Plan for Europe (CEHAPE) opgesteld. Nederland heeft de Ministersverklaring en het CEHAPE ondertekend. Om na te gaan in hoeverre Nederland voldoet aan de gemaakte afspraken, is een overzicht gemaakt van de activiteiten van de rijksoverheid die op dit moment in Nederland plaatsvinden met betrekking tot de onderwerpen uit het CEHAPE en de Ministersverklaring. Voor elk onderwerp is een afweging gemaakt of extra beleidsinzet nodig is om aan de afspraken te voldoen. Onderwerpen die meer aandacht verdienen in het beleid zouden uitgewerkt kunnen worden in een vervolg op het Actieprogramma Gezondheid en Milieu. Het is belangrijk dat huidige en eventuele aanvullende acties geevalueerd worden.
    Thumbnail

    Chemical characterization and source apportionment estimates of particulate matter collected within the framework of EU project HEPMEAP

    Bloemen HJT; Gerlofs-Nijland ME; Janssen NAH; Sandstrom T; van Bree L; Cassee FR (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-08-08)
    Een groot deel van de massa van het fijnstof bestaat uit anorganisch aerosol (34% nitraat, sulfaat en ammonium). Daarnaast bestaat circa 2% uit organisch materiaal afkomstig van verbrandingsprocessen. Ruwe schattingen van de verkeersbijdrage voor deze twee fracties varieren tussen 30% en 60%. In het kader van het project 'Health effects of particles from motor engine exhaust and ambient pollution - HEPMEAP', een unieke Europese samenwerking tussen toxicologen en epidemiologen, is buitenlucht fijnstof verzameld op diverse locaties in Europa gedurende de periode november 2001 - maart 2003. In het HEPMEAP project zijn relaties tussen de samenstelling van fijnstof en toxische en andere gezondheidseffecten bestudeerd. De chemische samenstelling van twee fracties (0.1 - 2.5 um en 2.5 - 10 um) is bepaald met aandacht voor specifieke verkeersindicatoren. Behalve grote overeenkomsten in samenstelling van fijnstof op de verschillende locaties, zijn ook locatie-specifieke verschillen gevonden. Zo bleek op de locatie in Noord-Zweden relatief hoge concentraties organisch aerosol in fijnstof voor te komen, wat in een belangrijke mate afkomstig is van houtverbranding. De gegevens in dit rapport worden gebruikt om de resultaten van experimenteel toxicologisch onderzoek wat ook is uitgevoerd in het kader van dit project, nader te verklaren.
    Thumbnail

    Inventory of biomarkers for oxidative stress

    Kooter IM (2004-08-24)
    Deze inventarisatie is geschreven als product van het project 'Vermindering van onzekerheden in causale relaties tussen inhalatoire blootstelling en gezondheidseffecten', welke wordt uitgevoerd in het kader van het strategisch onderzoek Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dit project richt zich op reductie van onzekerheden in de causale relaties tussen inhalatoire blootstelling en gezondheidseffecten met behulp van dierexperimenteel onderzoek. De onderliggende vraag hierbij is of de gezondheidseffecten ten gevolge van luchtverontreiniging veroorzaakt worden door oxidatieve stress.Oxidatieve stress kan enerzijds ontstaan door verhoogde blootstelling aan reactieve zuurstofdeeltjes of anderzijds door verlaging van antioxidantia. In beide gevallen kan dit resulteren in schade aan macromoleculen (eiwitten, lipiden en DNA). Biomarkers voor oxidatieve stress welke binnen het project van belang kunnen zijn, zijn: carbonyl niveaus als maat voor geoxideerde eiwitten, 'thiobarbituric acid-reactive substances' als maat voor lipide oxidatie en 8-hydroxy-deoxyguanosine als maat voor oxidatieve schade aan DNA. In de antioxidant respons kunnen, superoxide dismutase, heemoxygenase, metallothioneins, thioredoxine reductase en glutathion als waardevolle markers fungeren.
    Thumbnail

    Selection and evaluation of exposure-effect-relationships for health impact assessment in the field of noise and health

    van Kempen EEMM; Staatsen BAM; van Kamp I (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2005-06-27)
    In dit achtergrondrapport wordt de laatste stand van zaken weergegeven met betrekking tot blootstelling-effect relaties op het gebied van geluid en gezondheid en hun toepasbaarheid voor de inschatting van de effecten van geluid in Nederland. Voor een aantal relevante gezondheidseffecten worden de beschikbare blootstelling-effect relaties besproken. Aan de hand van een aantal case-studies wordt de bruikbaarheid van de verschillende relaties voor gezondheidseffectschatting (GES) geanalyseerd. Alleen relaties die de invloed van geluid op effecten beschrijven waarvoor bewijs was en die zijn afgeleid door middel van een meta-analyse of gepoolde analyse worden uiteindelijk bruikbaar bevonden. Het resultaat is een set van relaties en aanbevelingen die ingezet kunnen worden voor de inschatting van de effecten van geluid in Nederland. Niet alleen in termen van risico's, maar ook in termen van aantallen getroffenen.
    Thumbnail

    Vergelijking schattingen slaapverstoringsonderzoek Schiphol met referentiegetal PKB Schiphol

    Houthuijs DJM; van Wiechen CMAG; Ameling CB; Breugelmans ORP (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2003-07-18)
    In de Planologische Kernbeslissing (PKB) Schiphol en Omgeving van 1994 zijn door het kabinet een aantal doelstellingen geformuleerd voor de verbetering van de woon- en leefkwaliteit in de omgeving van de luchthaven. Voor slaapverstoring door luchtvaartgeluid was een forse verbetering vanaf de ingebruikname van de vijfde baan beoogd ten opzichte van de situatie in 1990. Voor deze verbetering was in de PKB een referentiegetal van 39.000 "slaapverstoorden" binnen de 20 dB(A) contour opgenomen, hetgeen overeenkomt met een afname van circa 70% van het aantal slaapverstoorden ten opzichte van 1990.Recent slaapverstoringsonderzoek rond Schiphol uitgevoerd door TNO in samenwerking met het RIVM heeft nieuwe informatie opgeleverd over het verband tussen luchtvaartgeluid en slaapverstoring (RIVM rapport 441520019). Dit rapport maakt een vergelijking tussen de schattingen van het aantal slaapverstoorden volgens de methodiek van het slaapverstoringsonderzoek rondom Schiphol en de methodiek zoals beschreven in de PKB Schiphol.De resultaten laten zien dat zowel met gebruikmaking van het verband tussen vliegtuiggeluid en slaapverstoring uit de PKB als met die uit het slaapverstoringsonderzoek het aantal slaapverstoorden - na ingebruikname van de vijfde baan - voldoet aan de in de PKB beoogde verbetering ten opzichte van 1990. Binnen de grenswaarden van vliegtuiggeluid bedraagt het aantal slaapverstoorden in de 20 dB(A) nachtcontour volgens de PKB-systematiek 18.800. Volgens de systematiek van het slaapverstoringsonderzoek komt dit op 28.400 uit. Het merendeel van dit verschil (8.000 van de 9.600) is toe te schrijven aan verschillen in actualiteit en de gebiedsdekkendheid van de woning- en bevolkingsbestanden waarmee de aantallen slaapverstoorden worden bepaald. De rest (1600) kan worden verklaard uit het verschil in het verband tussen vliegtuiggeluid en slaapverstoring.Uit het rapport blijkt daarnaast dat, wanneer naar een groter gebied dan de 20 dB(A) contour gekeken wordt, de afname van het aantal slaapverstoorden minder is dan binnen die contour. Het aantal slaapverstoorden binnen de grenswaarden van vliegtuiggeluid daalt ten opzichte van 1990, maar neemt weer toe ten opzichte van 2001, zowel binnen de 20 dB(A) nachtcontour als binnen het grotere gebied.<br>
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.