• Login
    Search 
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    •   Home
    • RIVM official reports
    • Search
    JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

    Browse

    All of WARPCommunitiesTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartmentThis CommunityTitleAuthorsIssue DateSubmit DateSubjectsPublisherDepartment

    My Account

    LoginRegister

    Filter by Category

    Subjects
    WATER (46)
    TOXICOLOGIE (9)BODEM (5)grondwater (5)drinkwater (4)View MoreAuthorsLER (22)mev (13)SEC (11)IMG (10)LZO (7)View MoreYear (Issue Date)2009 (17)2011 (8)2012 (8)2008 (7)2010 (4)Types
    Briefrapport (46)

    Statistics

    Display statistics
     

    Search

    Show Advanced FiltersHide Advanced Filters

    Filters

    Now showing items 11-20 of 46

    • List view
    • Grid view
    • Sort Options:
    • Relevance
    • Title Asc
    • Title Desc
    • Issue Date Asc
    • Issue Date Desc
    • Results Per Page:
    • 5
    • 10
    • 20
    • 40
    • 60
    • 80
    • 100

    • 46CSV
    • 46RefMan
    • 46EndNote
    • 46BibTex
    • Selective Export
    • Select All
    • Help
    Thumbnail

    Longitudinale studie naar de aanwezigheid van legionella en amoeben in drinkwaterinstallaties

    Schalk JAC; Redeker S; Docters van Leeuwen AE; Lodder WJ; de Roda Husman AM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-07-05)
    In Nederland wordt bij prioritaire instellingen met collectieve leidingwaterinstallaties, zoals ziekenhuizen en verzorgingstehuizen, twee keer per jaar gecontroleerd of legionella in de waterleidingen aanwezig is. De concentratie legionellabacteriën in het water moet wettelijk lager zijn dan 100 kolonievormende eenheden per liter. De eigenaren van dergelijke collectieve installaties zijn verplicht om maatregelen te nemen om legionella-infecties te voorkomen. Oudere mensen of mensen die verzwakt zijn, zijn namelijk gevoeliger om ziek te worden van een infectie met legionella. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de concentratie van legionellabacteriën in korte tijd sterk kan variëren, tot een factor 50. Beheerders van prioritaire collectieve drinkwaterinstallaties wordt daarom aanbevolen om eventuele maatregelen niet alleen op basis van de resultaten van een controle te nemen. Het is minstens zo belangrijk om ervoor te zorgen dat de drinkwaterinstallaties goed worden geïnstalleerd en onderhouden. Zo moeten temperaturen waarbij legionella goed kan groeien, worden voorkomen en mag het water in de leidingen niet te lang stilstaan. De studie is uitgevoerd in opdracht van de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). In het onderzoek zijn de koudwaterleidingen van drie drinkwaterinstallaties gedurende tien maanden onderzocht op legionella. Bij deze drinkwaterinstallaties is in het verleden meerdere malen legionella aangetroffen. Dit keer werden in de watermonsters twee soorten legionellabacteriën aangetroffen, de Legionella anisa of Legionella gormanii. De Legionella pneumophila, de legionellasoort die verantwoordelijk is voor het merendeel van de ziektegevallen in Nederland, is niet aangetroffen.
    Thumbnail

    Humane risico's van gewasbeschermingsmiddelen in zwemwater : Analyse van metingen in Provincie Zuid-Holland

    van der Ree J; te Biesebeek JD; Wolterink G; Smit E; van Vlaardingen P (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-06-23)
    Zeven officiele zwemwateren in Zuid-Holland zijn onderzocht op de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen. Zwemmen in deze wateren heeft geen nadelige effecten op de gezondheid. Hetzelfde geldt voor de consumptie van vis afkomstig uit deze wateren. Dit blijkt uit een risicobeoordeling van het RIVM die in opdracht van de Provincie Zuid-Holland is uitgevoerd. Aanvullend is geconcludeerd dat een zwemmer tijdens het zwemmen in omgewoeld water (kano-in/uitlaadplaatsen) geen wezenlijk hogere blootstelling ondervindt dan in standaard oppervlaktewater. In het onderzoek zijn ook mogelijke risico's/effecten van de combinatie van gewasbeschermingsmiddelen onderzocht. In de metingen vanaf 2010 zijn in totaal zestien gewasbeschermingsmiddelen een of meer keren aangetroffen in concentraties hoger dan de drinkwaternorm van 0,1 microgram per liter. Uitgangspunt van de risicoschattingen is de "Acceptable Daily Intake" (ADI). De ADI is de hoeveelheid van een stof die een mens gedurende zijn hele leven dagelijks mag binnenkrijgen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid. Er is een risicoschatting voor een zwemscenario voor een volwassen man en voor een kind uitgevoerd, met onder meer de aanname dat zij een leven lang dagelijks meerdere uren zwemmen en veel water inslikken, in oppervlaktewater dat dagelijks de hoogst gemeten concentratie bevat. Voor de visconsumptie is een risicoschatting uitgevoerd voor een volwassen man, met onder meer de aanname dat hij zijn levenslang dagelijks een grote portie vis eet die afkomstig is uit oppervlaktewater dat dagelijks de hoogst gemeten concentratie bevat. Om de blootstelling tijdens het zwemmen te kunnen schatten, is gekeken naar blootstelling via de huid, het inslikken van water en daarin zwevend stof en het inademen van gewasbeschermingsmiddel dat uit het water verdampt.
    Thumbnail

    De nationale Werkgroep Grondwater 2010 : Jaarverslag

    Zijp MC (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-03-11)
    De nationale Werkgroep Grondwater heeft zich in 2010 gericht op het leggen van verbanden tussen beleidsvelden waarin kennis- of beleidsvragen over grondwater spelen. De werkgroep werkt sinds 2003 aan een goede implementatie van het grondwatergedeelte van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). In 2010 is zij zich meer dan voorheen bezig gaan houden met relaties tussen de KRW-implementatie en ontwikkelingen in beleidsvelden zoals Natura2000, het Deltaplan en het Convenant Bodem. Hierbij spelen niet alleen kennisvragen maar juist ook beleidsvragen en vragen van meer strategische aard. Dit briefrapport geeft een overzicht van de werkzaamheden van de nationale Werkgroep Grondwater in 2010 en biedt een vooruitblik van haar werkzaamheden in 2011 en verder. In deze werkgroep werken de ministeries, provincies, waterschappen, gemeenten en onderzoeksinstituten samen aan de implementatie van het grondwatergedeelte van de Kaderrichtlijn Water en de Grondwater Dochterrichtlijn. Dit overzicht kan dienen als naslagwerk voor diegenen die in 2010 betrokken zijn geweest bij de Werkgroep Grondwater en als introductie voor diegenen die in 2011 aan de slag gaan met activiteiten die aan de onderwerpen van de werkgroep raken.
    Thumbnail

    Interpretatie van risicoschattingen voor Legionella pneumophila

    Bouwknegt M; Schalk JAC; de Roda Husman AM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-12)
    Volgens de huidige Nederlandse norm voor legionellabacteriën in water moet drinkwater minder dan 100 kolonievormende eenheden (KVE) per liter water bevatten. Deze norm is niet gebaseerd op een risico op infectie, dat bijvoorbeeld ontstaat doordat mensen tijdens een douche of baden in een bubbelbad blootgesteld worden aan de bacterie. Het is echter raadzaam om het infectierisico in de norm te betrekken, aangezien het infectierisico bij 100 KVE per liter mogelijk al aanzienlijk is. Meer gegevens zijn evenwel nodig om de schattingen van dit risico goed te kunnen onderbouwen. Dit blijkt uit drie schattingen van de infectierisico's door de aanwezigheid van Legionella pneumophila in water die het RIVM tussen 2008 en 2010 heeft uitgevoerd, in opdracht van VROM-Inspectie (tegenwoordig de Inspectie Leefomgeving en Transport). Een handleiding is opgesteld om de resultaten van deze risicoschattingen te interpreteren. Daarnaast worden de gemaakte aannames vanwege ontbrekende data en de nog bestaande kennishiaten toegelicht. Het infectierisico na elke douche van 15 minuten werd geschat op 2 procent als het water 100 kolonievormende eenheden Legionella pneumophila per liter water bevat. Voor bubbelbaden is dat risico groter, namelijk 50 procent. De noodzakelijk gemaakte aannames maken de absolute waarden van deze risicoschattingen echter onzeker, waardoor deze voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd. Wel wijzen de resultaten erop dat de norm voor legionellabacteriën niet moet worden verruimd. Bij een hoger aantal legionellabacteriën per liter water neemt het geschatte risico op een legionellainfectie namelijk toe.
    Thumbnail

    Verkenning doelstelling voor herstel verontreiniging met PFOS

    Lijzen JPA; Janssen MPM; van Herwijnen R; Wintersen A; Zijp MC; Posthuma L (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-09-01)
    Doelstellingen voor herstel van bodem en grondwaterverontreiniging met PFOS (perfluor octaan sulfonaat) zijn voorgesteld op basis van risico's voor de mens en het milieu. Dit is gedaan door vier scenario's uit te werken waarvoor de doelstellingen op verschillende niveaus zijn geformuleerd en de bijbehorende risicogrenzen, uiteenlopend van 0,1 tot 100 µg/kg in bodem en 0,01 tot 4.7 µg/l in grondwater. Mede op basis van deze informatie kan het bevoegd gezag de uiteindelijke doelstelling voor herstel voor grond en grondwater bepalen.
    Thumbnail

    Detectie van legionella in water met een amoebekweekmethode

    Schalk JAC; Docters van Leeuwen AE; Lodder WJ; Euser SM; den Boer JW; de Roda Husman AM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-07-05)
    Het RIVM heeft in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport een methode ontwikkeld om levensvatbare legionellabacteriën in water beter te kunnen aantonen, de zogeheten amoebekweekmethode. Het is een aanvulling op de bestaande kweekmethode op agarplaten, die vermoedelijk niet alle ziekmakende legionellabacteriën in watermonsters opspoort. De nieuwe kweekmethode is vooral veel geschikter voor monsters die veel andersoortige bacteriën bevatten, zoals monsters van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Bij de bestaande kweek wordt het watermonster op platen met agar gebracht, dat voedingsmiddelen bevat waarop legionellabacteriën zich optimaal in koloniën kunnen ontwikkelen. Deze methode heeft als nadeel dat andere, niet-legionellabacteriën er ook op groeien. Deze andere bacteriën kunnen de groei van de legionellabacteriën op de agarplaten belemmeren, zodat deze moeilijker op te sporen zijn. Bovendien zijn hiermee legionellabacteriën in een bepaald stadium ('levend, maar niet kweekbaar') niet aan te tonen. Bij de amoebekweekmethode worden watermonsters eerst aangebracht op amoeben. Deze eencelligen zijn de natuurlijke gastheer van legionellabacteriën, waarin legionella zich kan vermenigvuldigen. Dit heeft als voordeel dat vooral de groei van de legionellabacterie wordt gestimuleerd en niet die van andere bacteriën. Door deze verrijkingsstap zijn de legionellabacteriën vervolgens wel aan te tonen op agarplaten. In Nederland wordt bij drinkwaterinstallaties en koeltorens regelmatig gecontroleerd of er legionella aanwezig is. Dit wordt gedaan om voorkomen dat mensen worden blootgesteld aan deze bacterie. Legionellabesmetting kan leiden tot een ernstige vorm van longontsteking. Daarnaast wordt bij een besmetting de bron gezocht in de omgeving van degenen die er ziek van zijn geworden, om verdere blootstelling te voorkomen. Legionella wordt dan aangetoond met de kweekmethode op agarplaten. De amoebekweek kan hierop een aanvulling zijn. Dit geldt vooral voor monsters die met de kweekmethode op agarplaten moeilijk zijn te onderzoeken, omdat ze veel andersoortige bacteriën bevatten.
    Thumbnail

    KRW-maatlat macrofauna voor zoet getijdenwater (R8) : nadere analyses

    Posthuma L; de Zwart D; Postma J; Reeze B (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2011-07-05)
    De Europese Kader Richtlijn Water (KRW) schrijft het gebruik voor van biologische methoden om te toetsen of een watersysteem een goede ecologische toestand heeft. De ecologische toestand is niet optimaal als de samenstelling van de dier- en plantensoorten afwijkt van de referentie. Dergelijke referenties verschillen per watertypen. De aard van de afwijkingen geeft inzicht in de oorzaak van de verandering in soortensamenstelling: er verdwijnen soorten die gevoelig zijn voor een bepaalde verstoring, of er verschijnen juist soorten die hiervoor ongevoelig zijn. Een ecosysteem wordt echter beïnvloed door een verscheidenheid aan verstoringen, waarvan de effecten slechts gedeeltelijk verschillend zijn. m de chemische kwaliteit van sedimenten in zoete getijdewateren (watertype R8) te beoordelen is in de periode 2007-2009 in opdracht van Rijkswaterstaat een biologische methode ontwikkeld. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat deze methode kan worden verbeterd door soorten met een geringe indicatiewaarde voor verontreiniging anders of niet mee te wegen. Dit onderzoek is in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd, om de R8-maatlat te verbeteren en het vertrouwen in de uitkomsten van de maatlat te vergroten. Indertijd is bij het afleiden van deze methode uitgegaan van de levensgemeenschap van soorten als geheel. Ook zijn de concentraties van individuele giftige stoffen in de sedimenten betrokken. Bij de nu uitgevoerde analyse van dezelfde meetgegevens is de reactie van individuele soorten bekeken in relatie tot enkele uiteenlopende milieufactoren en een kwantitatieve waarde voor de mate waarin het mengsel toxicanten in de betrokken sedimenten schadelijk is (toxische druk). Dit maakt het mogelijk om met grotere zekerheid de indicatiewaarde van de individuele soorten voor de aanwezigheid van toxiciteit te bepalen.
    Thumbnail

    Voorstel normen bronnen drinkwater

    Wuijts S; Versteegh JFM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2008-10-30)
    Voor de invoering van de Europese Kaderrichtlijn Water werkt het ministerie VROM aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Doelstellingen. In deze AMvB worden de kwaliteitsdoelstellingen voor grond- en oppervlaktewater vastgelegd. VROM heeft RIVM gevraagd een voorstel te maken voor de normen voor water dat bestemd is voor de productie van drinkwater. In het voorstel worden geen nieuwe stoffen voorgesteld en ook geen nieuwe, lagere of hogere, grenswaarden. Belangrijke verschillen ten opzichte van de bestaande relevante normensets zijn: - De normen in het Waterleidingbesluit en de AMvB zijn op elkaar afgestemd; - Voor grondwater dat voor drinkwaterbereiding wordt gebruikt zijn normen afgeleid; deze zijn er nu nog niet; - De beoordeling van de waterkwaliteit voor drinkwaterbereiding vindt plaats op het onttrekkingspunt. Dit is een belangrijke versoepeling ten opzichte van de huidige normtoetsing voor oppervlaktewater, waarbij een heel gebied wordt meegewogen.
    Thumbnail

    Voorstellen II voor trendbepaling in grondwater voor de KRW en de GWR

    Verweij W; Meijles JG; Reijnders HFR (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2012-06-21)
    In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en Grondwaterrichtlijn (GRW) is bepaald dat concentraties van verontreinigende stoffen in grondwater niet mogen stijgen. In de praktijk bleek het lastig om een dergelijke stijging vast te kunnen stellen. In twee eerder verschenen rapporten heeft het RIVM, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), praktische adviezen gegeven om de technische richtlijnen uit de EU nader uit te werken. Uitgangspunt hierbij is dat bestaande informatie wordt gebruikt om trend te bepalen. Hierbij bleven vraagstukken over, waarvoor de Provincies met het RIVM in het onderliggend rapport oplossingen aanreiken. Uiteindelijk zal een protocol worden opgesteld om trends in de concentratie van stoffen, en daarmee de grondwaterkwaliteit, te kunnen bepalen. Voorbeelden van overgebleven vraagstukken zijn: wat te doen bij een tekort aan informatie of bij onvolledige tijdsreeksen, waarbij op een waarnemingspunt de concentratie van een stof door de tijd heen wordt gemeten. In zulke gevallen kan de trend worden vastgesteld op basis van een 'deskundigenoordeel'. Bij een deskundigenoordeel wordt niet met data gerekend maar beoordelen deskundigen de grondwaterkwaliteit kwalitief aan de hand van de beschikbare data. De Provincies en het RIVM hebben hiervoor een protocol opgesteld. De ouderdom van grondwater hoeft formeel niet te worden bepaald maar kan worden gebruikt om trends in het grondwatersysteem beter te begrijpen.
    Thumbnail

    Antenne Drinkwater 2007. Informatie en ontwikkelingen

    Wuijts S; Montforts MHMM; Versteegh JFM; de Roda Husman AM; van de Ven BM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2008-02-07)
    In dit rapport zijn ontwikkelingen op het gebied van waterkwaliteit, technologie en regelgeving geschetst die in de toekomst van belang kunnen zijn voor de beleidsvorming en uitvoering op het gebied van drinkwater.
    • 1
    • 2
    • 3
    • 4
    • 5
    DSpace software (copyright © 2002 - 2019)  DuraSpace
    Quick Guide | Contact Us
    Open Repository is a service operated by 
    Atmire NV
     

    Export search results

    The export option will allow you to export the current search results of the entered query to a file. Different formats are available for download. To export the items, click on the button corresponding with the preferred download format.

    By default, clicking on the export buttons will result in a download of the allowed maximum amount of items.

    To select a subset of the search results, click "Selective Export" button and make a selection of the items you want to export. The amount of items that can be exported at once is similarly restricted as the full export.

    After making a selection, click one of the export format buttons. The amount of items that will be exported is indicated in the bubble next to export format.