Show simple item record

dc.contributor.authorPalmen NGM
dc.contributor.authorVerbist KJM
dc.date.accessioned2017-02-20T07:15:32
dc.date.issued2015-07-08
dc.identifier2015-0091
dc.identifier.urihttps://rivm.openrepository.com/handle/10029/559415
dc.description.abstractRegelmatig blijkt weinig bekend te zijn over de schadelijke effecten van stoffen op de werkvloer. Dat komt onder andere doordat de risicobeoordeling van de meeste stoffen wordt gebaseerd op tests waarbij de stof wordt ingeslikt. Voor werknemers is echter het contact met een stof via de luchtwegen (inademen) of huid juist relevant. Ondanks alle wet- en regelgeving zijn er dan ook regelmatig meldingen van nieuwe en toenemende risico's die worden veroorzaakt doordat medewerkers aan stoffen blootstaan. Om te voorkomen dat mensen ziek worden door deze 'nieuwe en toenemende risico's', pleit het RIVM ervoor dergelijke risico's zo snel mogelijk op te pikken. In 2013 is hiervoor een systeem ontwikkeld en is een overzicht gemaakt van 43 'nieuwe en toenemende' stoffen die via inhalatie of contact met de huid gezondheidsklachten veroorzaken. In het onderliggende onderzoek is deze lijst aangevuld tot 49 'nieuwe en toenemende' stoffen en is aangegeven welke van deze stoffen de meeste aandacht verdienen. Om de prioritering te kunnen aanbrengen, is eerst inzicht verkregen in het mogelijke risico van de stoffen en is uitgezocht in hoeverre ze in Nederland worden gebruikt. Op basis daarvan zijn drie categorieën opgesteld. Als een stof in de eerste categorie valt, dient er direct onderzocht te worden of er een oorzakelijk verband is tussen het gezondheidseffect van een stof en de blootstelling, om zo nodig direct maatregelen te nemen. In de tweede categorie is actie noodzakelijk, maar niet meteen. In de derde categorie is minimale actie vereist. Daarnaast is geïnventariseerd in welke mate de 49 stoffen al zijn gereguleerd binnen de Europese stoffenwetgeving REACH of andere wetgeving. Op basis hiervan kan Bureau REACH in samenwerking met de ministeries (SZW, VWS en I&M) en de inspecties (Inspectie SZW, NVWA en ILT) nagaan of op de hoogst geprioriteerde stoffen inmiddels voldoende actie wordt ondernomen en of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
dc.description.abstractIt happens quite often that there is little or no knowledge of the harmful effects of substances that are used by workers. One of the reasons for this is the fact that the risk assessment is usually based on toxicological tests following oral exposure, while workers are exposed via the airways and the skin. New and emerging risks (NERCs) continue to be reported despite existing laws and regulations put in place to limit the risks of dangerous substances at work. To prevent workers from falling ill because of these NERCs, RIVM is arguing for a system that identifies NERCs as soon as possible. In 2013, RIVM published a list of 43 NERCs that may have adverse effects on health after inhalation or dermal exposure. In this report, this list was extended to 49 NERCs and subsequently prioritized to address those substances that deserve the most attention. The NERCs were prioritized by mapping both the potential risk and the use of the substance in the Netherlands. Three categories were identified based on specific information: for a substance of the first category there is an urgent need to investigate a possible causal relationship between the exposure and the effect on health, and to take risk reduction measures if needed. The second category requires action to be taken, but not immediately. The third category requires minimal action. In addition to this, an inventory was made showing the extent to which these 49 substances are already being regulated by the European chemicals legislation REACH or other legislation. Based on this information, the Netherlands' Bureau REACH, together with the Ministries (SZW, VWS and I&M) and the Inspectorates (Inspectorates of SZW, NVWA and ILT) can decide whether or not sufficient measures have already been taken for the substances with the highest priorities, and whether additional measures are needed.
dc.description.sponsorshipMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
dc.formatapplication/pdf
dc.format.extent118 p
dc.format.extent613 kb
dc.language.isoen
dc.publisherRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
dc.publisherCosanta
dc.relation.ispartofseriesRIVM report 2015-0091
dc.relation.urlhttp://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2015-0091.html
dc.relation.urlhttp://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2015-0091.pdf
dc.subjectmedewerkersnl
dc.subjectgevaarlijke stoffennl
dc.subjectprioriteringnl
dc.subjectnieuwe risico'snl
dc.subjecttoenemende risico'snl
dc.subjectworkersen
dc.subjectdangerous substancesen
dc.subjectprioritizationen
dc.subjectnew risksen
dc.subjectemerging risksen
dc.subjectRIVM report 2015-0091
dc.titlePrioritization of new and emerging chemical risks for workers and follow- up actions : Prioritering en follow-up acties voor nieuwe en toenemende arborisico's van stoffenen
dc.typeReport
dc.contributor.departmentNAT
dc.date.updated2017-02-20T06:15:32Z
dc.contributor.divisionM&V
refterms.dateFOA2018-12-13T11:04:46Z
html.description.abstractRegelmatig blijkt weinig bekend te zijn over de schadelijke effecten van stoffen op de werkvloer. Dat komt onder andere doordat de risicobeoordeling van de meeste stoffen wordt gebaseerd op tests waarbij de stof wordt ingeslikt. Voor werknemers is echter het contact met een stof via de luchtwegen (inademen) of huid juist relevant. Ondanks alle wet- en regelgeving zijn er dan ook regelmatig meldingen van nieuwe en toenemende risico's die worden veroorzaakt doordat medewerkers aan stoffen blootstaan.<br> <br>Om te voorkomen dat mensen ziek worden door deze 'nieuwe en toenemende risico's', pleit het RIVM ervoor dergelijke risico's zo snel mogelijk op te pikken. In 2013 is hiervoor een systeem ontwikkeld en is een overzicht gemaakt van 43 'nieuwe en toenemende' stoffen die via inhalatie of contact met de huid gezondheidsklachten veroorzaken. In het onderliggende onderzoek is deze lijst aangevuld tot 49 'nieuwe en toenemende' stoffen en is aangegeven welke van deze stoffen de meeste aandacht verdienen.<br> <br>Om de prioritering te kunnen aanbrengen, is eerst inzicht verkregen in het mogelijke risico van de stoffen en is uitgezocht in hoeverre ze in Nederland worden gebruikt. Op basis daarvan zijn drie categorieën opgesteld. Als een stof in de eerste categorie valt, dient er direct onderzocht te worden of er een oorzakelijk verband is tussen het gezondheidseffect van een stof en de blootstelling, om zo nodig direct maatregelen te nemen. In de tweede categorie is actie noodzakelijk, maar niet meteen. In de derde categorie is minimale actie vereist.<br> <br>Daarnaast is geïnventariseerd in welke mate de 49 stoffen al zijn gereguleerd binnen de Europese stoffenwetgeving REACH of andere wetgeving. Op basis hiervan kan Bureau REACH in samenwerking met de ministeries (SZW, VWS en I&M) en de inspecties (Inspectie SZW, NVWA en ILT) nagaan of op de hoogst geprioriteerde stoffen inmiddels voldoende actie wordt ondernomen en of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.<br>
html.description.abstractIt happens quite often that there is little or no knowledge of the harmful effects of substances that are used by workers. One of the reasons for this is the fact that the risk assessment is usually based on toxicological tests following oral exposure, while workers are exposed via the airways and the skin. New and emerging risks (NERCs) continue to be reported despite existing laws and regulations put in place to limit the risks of dangerous substances at work.<br> <br>To prevent workers from falling ill because of these NERCs, RIVM is arguing for a system that identifies NERCs as soon as possible. In 2013, RIVM published a list of 43 NERCs that may have adverse effects on health after inhalation or dermal exposure. In this report, this list was extended to 49 NERCs and subsequently prioritized to address those substances that deserve the most attention.<br> <br>The NERCs were prioritized by mapping both the potential risk and the use of the substance in the Netherlands. Three categories were identified based on specific information: for a substance of the first category there is an urgent need to investigate a possible causal relationship between the exposure and the effect on health, and to take risk reduction measures if needed. The second category requires action to be taken, but not immediately. The third category requires minimal action.<br> <br>In addition to this, an inventory was made showing the extent to which these 49 substances are already being regulated by the European chemicals legislation REACH or other legislation. Based on this information, the Netherlands' Bureau REACH, together with the Ministries (SZW, VWS and I&M) and the Inspectorates (Inspectorates of SZW, NVWA and ILT) can decide whether or not sufficient measures have already been taken for the substances with the highest priorities, and whether additional measures are needed.<br>


Files in this item

Thumbnail
Name:
2015-0091.pdf
Size:
713.1Kb
Format:
PDF

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record