Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM briefrapport 2018-0118Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Evaluatie programma Van Afval naar Grondstof (VANG) 2014 - 2016Translated Title
Evaluation of From Waste to Resources (VANG) programme 2014 - 2016Publiekssamenvatting
Tussen 2014 en 2016 is het programma Van Afval naar Grondstof (VANG) uitgevoerd, als voorloper van het rijksbrede programma 'Nederland circulair in 2050'. De acties van VANG zijn ondertussen afgerond óf opgenomen in het rijksbrede programma, dat in 2016 van start ging. Voor het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W) heeft het RIVM geëvalueerd welke doelen en ambities van het VANG-programma in 2016 zijn bereikt. Hieruit blijkt dat veel zaken in gang zijn gezet, maar niet alle doelen zijn behaald. Een versnelling is nodig om ze alsnog te realiseren. Een belangrijk doel was (en is) om minder afval te storten of te verbranden en meer te recyclen. De planning om in tien jaar tijd de hoeveelheid gestort en verbrand afval te halveren (2012 - 2022), blijkt niet op koers te liggen. Inspanningen hiervoor van bedrijven, (lokale) overheden en consumenten blijven nog achter. De hoeveelheid gestort of verbrand afval daalde eerst, maar is daarna weer gestegen (van 86 procent in 2015 naar 92 procent in 2016, vergeleken met de situatie in 2012). Ook het doel om 75 procent van het huishoudelijk afval in 2020 te scheiden, is nog een stevige uitdaging: in 2016 stond de teller op 54 procent. De afvalcijfers vanaf 2017 vielen buiten de kaders van deze evaluatie. Met VANG zijn ook op andere fronten stappen gezet. Een groot deel van het programma was erop gericht om innovatieve oplossingen voor duurzame productie en consumptie te stimuleren. Een voorbeeld is producten slimmer te ontwerpen en te gebruiken, zodat ze minder afval veroorzaken. Producten kunnen bijvoorbeeld langer meegaan door ze geschikter te maken voor reparatie. Het RIVM kan niet aangeven of de doelstellingen voor duurzamere productie en consumptie zijn bereikt, omdat deze algemeen zijn geformuleerd en niet in getallen uitgedrukt. Het RIVM raadt dan ook aan om deze doelstellingen bij nieuw beleid specifieker en beter meetbaar te maken. Deze evaluatie levert bouwstenen voor de formele Beleidsevaluatie Duurzaamheid, die gepland staat voor 2019.The From Waste to Resources (VANG) programme was carried out between 2014 and 2016, as a precursor to the government-wide programme 'A Circular Economy in the Netherlands by 2050'. The activities of VANG have now been completed or integrated into this government-wide programme that was started in 2016. RIVM carried out an evaluation for the Ministry of Infrastructure and Water Management (I&W) on which goals and ambitions of the VANG programme were realised by 2016. It was concluded that a great deal of progress was made in starting things up, but that not all the goals were realised. Matters need to be accelerated in order to realise these goals. An important goal was (and is) to reduce waste incineration and landfilling of waste, and to increase recycling. It turns out that the plans to reduce waste incineration and landfilling by 50% in 10 years' time (2012 - 2022) are not on track. The efforts being made by businesses, (local) governments and consumers in that regard are still inadequate. The amount of waste being incinerated or landfilled decreased at first but then increased again (86% in 2015 and 92% in 2016, compared to the situation in 2012). The target of separating 75% of domestic waste by 2020 is also still a serious challenge: in 2016, the counter had not gone past 54%. The waste numbers since 2017 fall outside the scope of this evaluation report. The VANG programme has also been used to take steps in other areas. A large part of the programme was intended to encourage innovative solutions for sustainable production and consumption. One example of this is smart design and use of products, in order to reduce the amount of resulting waste. For example, the usable lifetime of products can be extended by making it easier to repair them. RIVM cannot state whether the goals for sustainable production and consumption have been realised, as these have been formulated in general terms and not in specific numbers. RIVM therefore recommends making these goals more specific and measurable within the framework of new policy. This evaluation provides building blocks for the formal Sustainability Policy Evaluation that is scheduled for 2019.
Sponsors
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Directie Duurzaamheidae974a485f413a2113503eed53cd6c53
10.21945/RIVM-2018-0118
Scopus Count
Collections